Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Gelden]

GELDEN, onz. w., ongelijkvl. Ik gold, heb gegolden. Kosten, waardig zijn: het koren geldt, thands, weinig - dat huis kan niet veel gelden - het gold maar duizend gulden - wat geldt de boter? Ook in eene verdere beteekenis: dat geldt hem zijn leven, waarvoor men anders, kosten gebruikt, hij moet het met zijn leven betalen. Eene zedenlijke waarde hebben: hij bezat eene geregtigheid, die voor God geldt. - De meeste stemmen gelden. Kragt, of gezag hebben: uw bewijs geldt hier niet, - de bedreigingen der ouders gelden dikwijls weinig bij de kinderen. - Dat wil ik niet laten gelden - dat geldt niet. Betreffen: zoo meenigmaal de spreker van dronkaards gewaagde, gold het mij. Dat verwijt geldt alle menschen, niet allen menschen, omdat hier de vierde naamval vereischt wordt, naardien het, in dezen zin, eene figuur der eerste beteekenis is, waar de prijs den vierden naamval uitmaakte.

Gelden, hoogd. gelten, neders. gelden, gellen, deen. giälde, ijsl. gilda, zweed. gella. Wachter gist, dat het, met het lat. valere, uit eenen oorsprong, herkomt. Adelung vindt beider bron in het hebr. תַיִל, sterkte, meenigte, rijkdom, waarmede het gr. ειλη en ιλη veel overeenkomst heeft; en waarvan het geld, misschien, ook afstamt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken