Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 154]
[p. 154]

[Gevel]

GEVEL, z.n., m., des gevels, of van den gevel; meerv. gevels. Eigenlijk de bovenste spits van iets; in het bijzonder de spits van den voormuur van een huis, en, van daar, de geheele muur. Hij liet den gevel afbreken - een stuk in den gevel metselen. Figuurlijk heet het titelblad eens boeks deszelfs gevel: in den gevel des boex. Hooft. In den schertsenden stijl zegt men van iemand, die eenen grooten neus heeft, hij heeft eenen goeden gevel. Zamenst.: achtergevel, bovengevel, oppergevel, voorgevel, zijgevel, gevellijst, geveltop, enz.

Gevel, hoogd. Gipsel, Giebel, neders. gebel, eng. gable, middeleeuw. gabulum, zweed. gafwel. Bij Ulphilas heet gibla de tinne des tempels; en de schedel des hoofds is, bij Notker, houbet kibilla; ja bij de zwab. dichters beduidt gebel, vaak, den kop. Het gr. ϰεϕαλη, het hoofd, schijnt hierheen ook te behooren, en C. Vitringa vergelijkt hiermede het hebr. נְבוּל֔, dat een einde, een uiterste van iets beteekent, gelijk het ijsl. gafl van diezelfde beteekenis is. In ruimeren zin beduidde het, in de oudste talen, iedere hoogte, eenen berg. In Sicilie noemen de Eilanders den etna, thands nog, mont - gibelo, den hoogen berg, gelijk gibel, in het arab., een heuvel, een berg heet. De hooge vesting Gibraltar, op den berg Kalpe, werd, eertijds, door de Mooren, gebal-Tarif genoemd, verbasterd in Gibraltar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken