Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Het]

HET, een woordje, dat, in onze taal, in onderscheidene gevallen gebruikt wordt. Men plaatst het voor onzijdige naamwoorden, in het enkelvoudige getal, dienende voor een bepalend lidwoord, omdat het de zaak, van welke gesproken wordt, bepaalt en duidelijk aanwijst: het paard, het sieraad, het blanketsel. Zoo ook voor de onbepaalde wils der werkwoorden, wanneer zij als zelfst. naamw. voorkomen: het eten, het slapen, onder het loopen. Men bedient zich van hetzelve bij werkwoorden, die onpersoonlijk genoemd worden, waar het de plaats van den verzwegenen derden persoon vervangt: het dondert, het berouwt mij. Het wordt gevoegd voor sommige aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden, zonder dat het afgescheiden geschreven wordt: hetgene, hetzelve, hetzelfde, hetwelk. Men bedient zich van dit woordje bij het werkwoord zijn, waar het, als een voornaamwoord, plaats grijpt, betrekking hebbende op alle geslachten, in het enkelv., zoowel als in het meerv., als: het is een braaf man, het zijn dappere soldaten, het is eene goede vrouw, het is een stout kind. Somwijlen wordt het ach-

[pagina 286]
[p. 286]

teraan geplaatst: ik ben het, die u roep. Gij zijt het, die mij weldoet. God is het, die dit doet. Bij andere werkwoorden vervangt het de plaats van een betrekkelijk voornaamwoord, op het vorige naamwoord terug slaande: ik werd verzocht dit werkje te willen overzien; ik las het, enz. Indien het op eenen geheelen zin slaat, wordt het zoo wel voor als achter denzelven gezet. Hij houde het mij ten goede, dat ik hem, voor het minste, van vitlust beschuldigd heb. - Zoo eene zaak te ondernemen, heeft veel in zich: wij wagen het nogthands. Oudtijds besloeg het ook de plaats van daar, of er: het liep een man, voor, daar liep een man. Nog zegt men: het was eene kerk vol volk, voor, daar was. In Hooft vindt men daarvan nog sporen: het hangt een heuvel over deeze stadt. Het viel, dat pas, een' dikke sneeuw. Bij verkorting, schrijft men 't: 't paard, enz.; doch dit kan alleen in dichtmaat geduld worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken