Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Heten]

HETEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Ik heette, (oudt. hiet) heb geheten. Bedr., eenen naam geven: iemand, bij zijnen doop, Pieter heten. Noemen, de eigenschap van iets erkennen: gij heet mij meester en Heere. Bijbelvert. Ik heet u welkom. Figuurlijk, drukt het de verwondering over den hoogen graad van een ding uit: dat heet ik slapen! Oordeelen: dat kan ik onmooglijk goed heten. Iemand heten liegen. Gebieden: wie heeft u dat geheten? Onz., genoemd worden: hij heet Jakob. Beduiden: hoe heet dat in het latijn? - Wat zal dat heten? in het gemeene leven, voor: waarom geschiedt zulks? In verwondering: dat heet eerst vriendschap! Dit onzijdige werkw. houdt, in de vervoeging, het hulpw. hebben bij zich. Daartegen strijdt niet de uitdrukking: hij is Jan geheten; trouwens dit is de verledene tijd van den lijdenden vorm, geheten worden. Oul. beteekende het ook beloven. Doch, zal men heten, of heeten schrijven? Kiliaan, en de Vertalers des Bijbels kiezen het laatste. In eenige oorden van ons Vaderland spreekt men het uit hijten, hieten, dat voor de scherpe ee insgelijks pleit. Aan de Maas hoort men het eerste, met eene zachte e. Zeker is, dan, bij de Ouden, gelijk meer plaats had, de tweederlei uitspraak in gebruik geweest. Ondertusschen schijnt het verschil, ten voordeele van de zachte uitspraak, beslist te moeten worden. In de noordsche tongvallen is het heten, hetan, neders. heten, angels. haetan, hettan,

[pagina 287]
[p. 287]

moesog. haitan. Het eng. deelw. hight, geheten, staaft het insgelijks. En de zaak schijnt uitgewezen door het oude woord chedan, quedan, (waarheen het zeker behoort) dat zeggen aanduidde. Bekend is het lat. cedo, zeg op, welks eerste lettergreep ook kort is, en zeer denkelijk hierheen behoort.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken