Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Honderd]

HONDERD, een grondgetal van tienmaal tien eenheden. Het wordt als een onverbuigb. bijvoegl. naamw. gebruikt. Ik ontving de honderd gulden meest in goudgeld. Ook zonder lidwoord: hij bleef mij honderd dukaten schuldig. Het zelfstandige naamw. laat men ook wel uit: ik zal u de honderd betalen, namelijk dukaten. Hij kan aan honderd toe tellen. Dit ronde getal drukt ook eene onbepaalde meenigte uit: ik heb het u wel honderd reizen gezegd. In dat boek zijn wel honderd fouten. Somtijds wordt het verbogen: er zijn bij honderden voor die brug gebleven, dat is, bij meenigten. Als zelfstandig naamw. gebruikt men het van het vr. geslacht, om het stoflijke cijfergetal uittedrukken: de honderd. Onzijdig is het een verzamelend getal: ik geef voor het honderd van die raapkoeken tien gulden. Hij slaat in het honderd om, in het ruwe. Hooft heeft honderdy, centuria. Van hier hon-

[pagina 305]
[p. 305]

derdste. Zamenstell.: honderdhandig, honderdjarig, honderdmaal, honderdoogig, honderdvoud, hondervoudig, honderdwerf, enz.

Honderd, hoogd. hundert, deen. hundred, zw. hundrade, ijsl. hundrud, eng. hundred. In oudere talen ontbreekt deze uitgang, zijnde bij Tatian. hund, goth. hund, hunda, angels. hund, wallis. cant, alban. kinnt; waarmede het lat. centum overeenkomt. De uitgang erd, ert is, door verzetting, uit red, rat, rath ontstaan, gelijk uit de vergelekene talen blijkt. Deze uitgang beteekent, naar Jhre, zoo veel als streep, omdat men oudtijds, door middel van streepjes, telde en rekende. Van hier is, in het zw., attraed, tagtig, niraed, negentig. Hund was, in de oudste talen, slechts tien. Tienmaal tien is bij Ulphil. tachund tachund; in het angels. hund teontig; zevenmaal tien, aldaar, hund seofontig; welk met den gr. uitgang ϰοντ, en het lat. gint overeenkomt. Ten Kate brengt het tot het oude hinden, hand, hond, bevatten, houden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken