Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Keer]

KEER, z.n., m., des keers, of van den keer; meerv. keeren. Eigenlijk, de daad van keeren. Men gebruikt dit woord, in de volgende beteekenissen. Eene omwending, verandering: hij gaf aan zijn voorstel eenen gansch anderen keer. De zaken nemen eenen anderen keer. Nu neemt de wind een keer. M.L. Tijdw. Als de jonkheidt neemt haar' keer. Hooft. Eene reis: middelerwijle ging de Kardinaal eenen keer doen door Duitslandt. Hooft. Verandering van reis: men nam schielijk zijnen keer na Kales. Hooft. Een bepaalde oogenblik, die schielijk veranderen kan: haar quam te voren, wat het in den keer scheelde, Bourgognen te missen, oft des meester te zijn. Hooft. Dat scheelt mij zoo veel in den keer. Omloop: het jaar heeft zijnen keer gedaan. Beurt: wanneer wordt het mijn keer. Maal: elken keer mistasten. Dat is de zesde keer. Drie keeren. In eenen keer, in eens. Te keer gaan, zich verzetten: den vijand te keer gaan. Zamenstell.: keerweer, z.n., m., eene blinde straat, waarvan keerweerlaan, - keerweg, keerzijde, als: de keerzijde van eenen gedenkpenning.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken