Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Knecht]

KNECHT, z.n., m., des knechts, of van den knecht; meerv. knechts, knechten. Eigenlijk, een jong manspersoon, een jong gezel. In die verouderde beteekenis noemt Otfrid. Kristus jongeren knehto. In Tatian. draagt het kind Jezus den naam van kneht, en de manlijke kinderen te Bethlehem thi knehta: het verkleinw. knechtje (knechtken) wordt, in dien zin, nog in de Overz. van den Bijb. gevonden: wanneer eene vrouwe een knechtken gebaert zal hebben. In de dagelijksche taal is het nog een vleiwoord der Ouderen: hij is een brave knecht. Kom, mijn knecht! Daar jongere lieden, gemeenelijk, ouderen ten dienste staan, heeft dit woord, eertijds, de beteekenis van eenen dienaar gehad. Bij Isidor. chneht, bij Willer. gnecht. Zoo noemde men personen van hoogen adel knechten des rijks. Jonkers, die den Ridders dienden, droegen den naam van knechten. Hierheen behoort het eng. knight. In dien eerwaardigen zin komt het woord, meenigmaal, in de Overz. van den Bijb. voor, waarvoor wij, thands, het woord dienaar gebruiken. Voords, in bepaalderen zin, een soldaat: doende eenen goeden hoop der knechten, ongewaapent, doorslippen. Hooft. Hiervan de zameng.: krijgsknecht, voetknecht. Ver-

[pagina 537]
[p. 537]

scheidene handwerkslieden noemen hunne dienaars met dien naam: als bakkersknecht, brouwersknecht; slagersknecht, enz. Men gebruikt, dan, liefst het meerv. knechts. Voords, een dienstbode: hij heeft eenen knecht gehuurd. Knechts en meiden. Zamenstell.: huisknecht, kelderknecht, lijfknecht, stalknecht, enz. Oneig., iets, dat de plaats van eenen dienstbode vervangt. Zoo noemt men eene kleine tafel, welke men, onder het eten, naast zich zet, om er iets op te plaatsen, eenen stommen knecht. Van hier knechtelijk, knechtsch, het knechtschap. Zamenstell.: knechtsloon, knechtswijze. Het verachtelijke denkbeeld, welk men, thands, met dit woord verbindt, is aan hetzelve niet wezenlijk, maar ontstaat slechts daaruit, dat men het zoo vaak van dienstdoende lieden van de minste soort bezigde.

Wachter vindt vele overeenkomst tusschen dit woord en het hebr. כהן, gr. ϰονειν, dienen. Als men het allereerste denkbeeld overweegt, (daar het, eigenlijk, eenen jongen knaap beteekent) zoude men het, met het lat. gnatus, een zoon, uit eene bron kunnen afleiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken