Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kneeden]

KNEEDEN, bedr. w., gelijkvl. Ik kneedde, heb gekneed. Een vochtig ligchaam met handen of voeten goed doorwerken, om al deszelfs deelen naauw aan elkander te verbinden. Deeg in den baktrog kneeden. Klei kneeden. In den dichterlijken en verhevenen stijl wordt het op andere zaken, oneigenlijk, overgebragt. Vermurwen, week maken: met zijne tong, die diamanten kneet. Vond. Tot teeder medelijden brengen, bewegen, roeren: iemands hart kneeden. Vond. Dat steenigh hartjen kneeden. Hooft. Om 't hart tot meêdogentheit te kneden. Hoogvl. Ineen dringen, tot eenen kleinen hoop maken: maar d'eeuwen in zijn vuist tot oogenblikken kneedt. Hoogvl. Leiden, dwingen, buigen: als Cleora haere streelende toonen kneedt. Overz. v. Herv. Van hier kneeder, kneeding, kneedster.

Men is het niet eens, hoe men zal schrijven, kneeden of kneden. De rotterdamsche tongval wil kneeden. Hiermede komt overeen het angels. cnaedan, en het eng. to cnead, het zw. knåda, het neders. kneiten, kneien. De hoogd. schrijft, thands, kneten, eertijds knäten. Kil. heeft kneden; de Bybelvert., schoon in vele drukken kneeden gezet is, heeft kneden; de, in dit stuk naauwkeurige, maaslandsche schrijver, Hoogvliet, volgt dit

[pagina 538]
[p. 538]

ook, gelijk mede de dordsche Beverwyk, die op dit stuk niet minder kiesch is: en hiermede stemt in het hoogd. kneten, het boh. knetij. De Groning. en Geld. spreken insgelijks kneden uit. Voor den rotterdamschen tongval pleiten de meesten der aanverwante talen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken