Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kruis]

KRUIS, z.n., o., des kruises, of van het kruis; meerv. kruisen. In den eigenlijksten zin een regt ligchaam, op welks boveneinde een ander ligchaam overdwars zich uitstrekt, in de gedaante van eene lat. T, welke gedaante, anders, het Antoniuskruis heet. In deze oorsprongelijke en eerste beteekenis komt het nog, somtijds, voor. Zoo noemen de papiermakers hun houten werktuig, waarmede zij, in de hangschuren, de vellen op de geschorene touwen hangen, om te droogen, een kruis. In verderen zin, ieder ligchaam, dat een ander ligchaam, op eene zekere wijs, doorsnijdt, of de gedaante en figuur van hetzelve. Zoo noemt men het St. Andries, of het bourgondische kruis, dat de form van eene groote X heeft. Een gaffelkruis is als eene Y. Meest wordt iets een kruis genoemd, wanneer twee ligchamen elkander, in eenen regten hoek, doorsnijden. Hiervan

[pagina 630]
[p. 630]

zegt men: iets in het kruis leggen, het zoo plaatsen, dat het die gedaante hebbe. Men gebruikt, hier, ook het bijw. kruiselings: hij zat met de beenen kruiselings. Van hier wordt de naam kruis aan vele dingen geeigend. Het kruis van den rug. Het kruis in eene venster. Een nieuw kruis in eene broek zetten. En in meenige andere gevallen. In eene naauwere beteekenis, is een kruis een werktuig, waarop men, eertijds, slaven, voornamelijk, eene smadelijke en smertelijke doodstraf aandeed. Zoo erkennen alle kristenen, dat Jezus aan een kruis gehecht en daarop gestorven is. Voords het teeken des kruises: een kruis maken, of slaan. Een halssieraad: een diamanten kruis. Het lijden van Kristus: roemen in het kruyce onzes Heeren. Bybelv. De leer van den gekruisigden: de ergernisse des kruices. Bybelv. Het lijden der kristenen: zijn kruis op zich nemen. Onder het kruis leven, prediken, dat is onder vervolging. Allerlei wederwaardigheden in het gemeen: ik heb veel kruis in de wereld. Dit kortstondig kruis. M.L. Tydw. Ieder huis heeft zijn kruis, ook ieder huisje heeft zijn kruisje, elk mensch heeft zijn lijden. De voornaamste zijde van gemunt geld, wegens het gestempelde kruis op verscheidene muntstukken. Hierheen de spreekwijs: kruis noch munt hebben, geen geld hebben. Kruis of munt? eene vraag in een zeker spel. Verkleinw. kruisje. Van hier kruiselings. Voords heeft Vond het kruisdom, voor het verdrukte kristendom. Zamenstell: huiskruis, huisselijke ramp. - Kruisbeeld, kruisbeeldwerker, kruisbeting, (kruishout) kruisberg, kruisbezie, kruisbezienboom, kruisbloempje, kruisboek, kasboek, kruisboog, kruisboom, een kruis, kruisbroeder, eene soort van geestelijken, kruisdagen, drie plegtige gebededagen voor hemelvaartsdag, kruisdistel, kruisdood, kruisgalg, - kruisgetuige, bij H. Dull. - kruisgezant, kruisgulden, tien guldens, kruisharing, die gevangen en getond is, na den dag der kruisvinding, die op den derden van bloeimaand invalt, kruishoek, eene plaats, waar het goed is met schepen te kruisen, kruishout, het hout van het kruis - dwarshout - kruisbeting - en een tuig, om krassen in hout te maken, kruisklamp, kruiskerk, kruiskazijn, kruiskool, houtskool, kruiskring van den hemelkloot, kruisleer, kruisnet, totebel, kruispaal, kruispad, kruisraam,

[pagina 631]
[p. 631]

kruissteng, kruisstuk: het kruisstuk van een lam - kruisstraat, kruistogt, de zoogenaamde heilige oorlog tegen de ongeloovigen en ketters, dus geheten naar het kruis, welk zij, die denzelven mede ondernamen, op hunne kleederen lieten naaijen, kruisvaarder, soldaat in den h. oorlog, kruisvaart, kruisverheffing, de veertiende dag van herfstmaand, kruisvinding, kruisweg, kruiswerk, kruiswijze, - kruiswoord, bij Jung - kruiswortel, kruiszeil.

Kruis, bij Isidor., Otfrid. en Willer. cruce, Stryk. chreuce, in het gedicht op den heil. Annus creiz, bij de zwab. Dichters kruice, hoogd. kreuz, neders. krüz, angels. cruce, eng. cross, zw. kryss en kors, deen. kors, slavon. krest, wend. krisch, pers. crusc. Omdat dit woord, zeer vroeg, in eene duitsche gedaante voorkomt, verkiest Adel. hetzelve niet zoo zeer van het lat. crux afteleiden, als wel aan het lat. en duitsche woord éénen oorsprong toetewijzen; te weten het wortelwoord kruk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken