Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kwakkelen]

KWAKKELEN, onz. w., gelijkvl. Ik kwakkelde, heb gekwakkeld. In Groningerl. gebruikt men een woord wakkelen, in den zin van bewogen worden, dat met wiggelen, van wegen, bewegen, afstamt. Zonder twijfel is kwakkelen, in zijnen oorsprong, van eene gelijksoortige beteekenis, overeenkomende met het hoogd. quackelen, zw. hveka, eng. to quake. Van hier kan men de volgende figurelijke beteekenissen afleiden; als van niet gestadig zijn in het vriezen, wanneer de vorst zich, bij poozen, hervat: het kwakkelt zoo wat met vriezen; waarvan kwakkelwinter, slappe, ongestadige winter. Kwakkelen gebruikt men ook van eene ongestadige gezondheid: hij is aan het kwakkelen. In dien toestand verkeerende, zegt men ook, in het dagelijksche leven: met den geneesheer kwakkelen. Van hier kwakkelziekte. Kwakkelen is ook langzaam en op denzelfden toon spreken, veel snappen; waarvan kwakkelaar: ghij zijt een quakkelaar, en bleeft hier geirne met deze vrouwen kouten. Hooft. Ook was hij een kwakkelaar (homo dicax). Hooft. Kwakkelen gebruikt Kiliaan ook bedr., in den zin van ligtzinnig, onnut verdoen; verkwakkelen anders. Van hier kwakkelgeld, kleingeld, welk men ligt verdoet, en onnut uitgeeft. Het zamengest. kwakkelnet, voor sleepnet, heeft, misschien, zijnen oorsprong uit de eerste beteekenis van bewegen.

Kwakkelen is, eindelijk, ook geluid slaan, als de kwakkels.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken