Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Naald]

NAALD, (door letterverzetting, uit nadel) z.n., vr., der, of van de naald; meerv. naalden. Een teeder, aan het einde spits toeloopend ligchaam, om te naaijen pakken, stikken, breijen enz. het oog, de kop eener naald. Hierheen behooren de zameng.: breinaald, haarnaald, paknaald, rijgnaald. In het bijzonder, eene kompasnaald: en 't walen van de naald aan 't luisternauw kompas. Hooft. De naald van eenen evenaar. Van hier past men het op grovere ligchamen toe, die spits toeloopen. Bijzonder gebruikt men het van grafzuilen: Traijaan, wiens naelt noch heden praelt te Rome. Vond. Zoo zegt Poot van de egyptische pyramiden, oorsprongelijk grafsteden der grooten: zij beurt haer hooft ver boven Memfis naelden. Tot daer het eeuwig wordt de grafnaelt toebetrout. Vond. Wijders: de naald van een huis. In den bepaaldsten zin, is het een werktuig, om te naaijen: met de naald borduren. Het vorstelijke wapen was met de naait afgemaalt. Hoogvl. Het onderkleedt is met de naelde gestikt. Vond. Eene verroeste naald is ongeschikt tot naaijen. Dat is met de heete naalde gemaakt, die zaak is in groote haast verrigt; ook: dat ging heet van de naald. Weet hij eene naald, ik eenen draad, weet hij iets in te brengen, ik niet minder. Scherp als eene naald, ook overdragt.: zij is zoo scherp als eene naald, zeer bits. Ver-

[pagina 177]
[p. 177]

kleinw. naaldje. Zamenstell.: naaldenkoker, naaldenkop, naaldenmaker, naaldenoog, naaldenverkooper, naaldenwerk, naaldenwijf, naaldenwinkel.

Men leidt het woord, gemeenelijk, af van naden, naaijen. Dan, daar de eigenlijke naainaald slechts eene soort der naalden is, schijnt Adelungs afleiding gegronder te zijn, die het tot eenen oorsprong met het gr. νυττειν, steken, brengt, waartoe ook het oude netelen, nedelen, d.i. steken, behoort.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken