Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Boy (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Boy
Afbeelding van BoyToon afbeelding van titelpagina van Boy

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (10.97 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Boy

(1930)–Henri van Wermeskerken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

X

DE lente vergleed zoo gelijkmatig in den zomer, dat het soms scheen of de lente steeds maar bleef.

Iederen morgen, wanneer Truus de jongens naar school had geholpen en Smeder naar zijn kantoor vertrokken was, ging zij naar de kleine villa van Max met het aangebouwde atelier, om er te werken. Maar zij wist heel goed, terwijl zij de lente zomer zag worden, dat zij niet kwam om het schilderen, maar om Max zelf, om bij hem te zijn en naar hem te luisteren. Zooals hij iederen dag weer, eerst sprak van zijn kunst, en dan steeds weer van zijn liefde.

Dat wat zij lente meende te zijn in den aanvang, werd vol-zomer-liefde, te meer zij bij elkaar waren. Moet dit dan toch zoo zijn, dat ziele-liefde niet altijd die van ziel alleen blijven kan? Moet dit dan toch zoo zijn, dat vriendschap tusschen man en vrouw een hersenschim is van menschen, die de groote passie en liefde nog niet kennen?

Zij wisten het beide, dat zij leefden op een vulkaan, en dat hun liefde een gevaarlijk spel was, dat zoo niet blijven kon...

 

Het was heel onverwacht, dat de tuinjongen van Vanderzee een briefje bracht, waarin hij niet anders meldde, dan voor eenige weken naar Zandvoort te zijn gegaan, om zee-studies te maken.

Hij had er op gezinspeeld, nu en dan dat die plannen er waren, maar toch kwamen ze onverwacht.

[pagina 68]
[p. 68]

Voor Smeder leken zij heel gewoon, maar voor Truus was in het plotselinge een pijnlijke slag.

***

Den avond na zijn vertrek schreef zij hem: ‘Ver ben je van me weg nu, mijn jongen. Vandaag was het een vol-zomerschen dag, zooals wij die vele samen hebben gekend, en zooals wij er vele samen waren. Ik ben uitgegaan. En je kan weten, waar ik heen ging..., heen moest.

't Was de Meent en de Maria-heuvel, daar waar wij voor het eerst zoo heel alleen waren.

De zon stond al hoog en begon reeds naar het Westen te neigen, naar de zee, daar waar jij bent.

Aan de andere zijde kwam vreemd bleek in klaren dag de maan op.

Heb je 't ook gezien?

Er was heinde en ver niemand, en 't was zoo stil, dat ik dacht, dat je mij wel hooren moest als ik zacht fluisterde: dag lieveling!

Ik zocht ons eigen plekje, waar wij toen waren... en ik zat er weer, denkende aan alles, wat tusschen ons gekomen is, al 't mooie, al 't heilige en alles, wat mijn leven zoo veranderde.

Ik heb 't mij anders gedacht, heel anders, maar alles gaat in het leven anders dan je meent, en ik weet voor mij zelf toch, dat alles er juist mooier en toch heiliger door werd.

Wij hebben alle principes omver gestooten. Alles wat

[pagina 69]
[p. 69]

phrase is, menschelijke redenaties, en alles wat klein is, bij al het groote en onontkoombare in de natuur. Ik heb je niet begrepen en ik zal je nooit begrijpen, toen je spreken ging over alles, wat bijna vanzelf- sprekend is.

Vraagt de bloem, waarom zij ontluikt; vraagt het blad, waarom het zich ontplooit?

Het deed mij pijn, dat je dien laatsten middag, dat wij samen waren in je atelier, waar je kunst rondom ons stond, ging praten en praten, terwijl ik alleen leven wilde. Je sprak van mijn huwelijk en je sprak van de mooie herinnering aan je vrouw. O, 't klonk zoo zuiver, al was en bleef het phrase.

't Zou een mooi hoofdstuk geweest zijn in een roman van voor twintig jaar.

Maar in deze moderne wereld?

Je had 't mij gezegd, dat je zee-studies wilde maken, maar je brief was toch plotseling voor mij..., omdat ik dien nooit zoo zou hebben geschreven, omdat ik er alleen de phrase in zag.

 

En nu wil je, dat er alleen nog maar vriendschap zal zijn tusschen jou en mij.

Dan moet je er ook geen woord meer over spreken, want elk woord zou pijn doen.

Juist omdat je woorden gebouwd zijn op menschen-wetten, die alle eeuwen geschrapt en gewijzigd en veranderd zijn, en bij alle volken verschillend.

Ik hield mij in mijn liefde alleen aan de eeuwige

[pagina 70]
[p. 70]

Gods- en natuurwetten, die nooit verouderen en elke lente tot in eindeloosheid van dagen nieuw zullen zijn.

Ik heb 't zoo gewild, en jij hebt 't gewild, maar jij bent gaan redeneeren.

Terwijl ik dit schrijf, denk ik weer, nu doen mijn woorden hem pijn, houd op met hem zeer te doen. Ik wil je geen zeer doen, als ik je zeg, dat het meeste wat mij pijn deed je kleinheid was in iets, dat zoo geweldig groot voor mij was.

En toch zeg ik je nu vaarwel, mijn groote sterke lieve-veling, mijn heilige.

Voor enkele dagen waren wij nog zoo gelukkig.

Nu zal ik je niet meer zien, iederen dag...

Nu is zij maar stil en alleen en denkt, en denkt...

Dat is goed als wij pijn hebben om iemand, dien wij aanbidden. Wij vrouwen willen nu eenmaal knielen voor een altaar, ook al is die godheid een wreede.

Lieve jongen, ik leg mijn armen om je hals en kus je voorhoofd. Ik ben nog altijd dezelfde, voor mij is de zomerdroom niet voorbij, voor mij wordt het een levensdroom.’

 

Twee dagen daarna kwam zijn antwoord... ‘Weet toch vooral, dat ik je niet heb willen krenken, en dat het geen reactie is. Alleen droefenis, en misschien zwakheid. Daar is er geen, die thans ongelukkiger is dan ik. C'est toujours ton âme, que j'aime! Ik ben kunstenaar en wil dat blijven. Ik durf de consequen-

[pagina 71]
[p. 71]

ties niet aan. Ik wil nadenken, ik wil alleen zijn met mezelf, en als ik bij jou ben, ben ik alleen met jou. Er zijn zooveel dingen, die ons binden, maar ook zooveel die ons scheiden.

Help mij sterk te zijn. Help mij mezelf weer te worden in dezen zomerdroom, die niet ten einde is. Voel je al, dat ik nu weer zwak ben, en weer niet alleen mijzelf en mijn kunst.’

***

‘Ja Max, ik wil je helpen, zooveel ik slechts kan. Als het moet, ben ik ook sterk. En nog meer wil ik het zijn, als jij het van mij vraagt. Je kleine vrouwtje heeft je zoo lief, dat het nu bijna is, als kwamen er tranen in haar oogen... om het leed en de moeilijkheden, die zij in jouw leven bracht. Ik zal je nu een week lang niet schrijven; ik zal alleen zijn hier, in het oude leven, al zal ik er alleen zijn met jou.

Maar toch wil ik je terug zien na die week, waar het ook is en wát 't ook kost. Je vindt mij modern in mijn opvattingen, vrij van alle antieke conventies, en och, ik ben in werkelijkheid zoo heel antiek en primitief. Ik ben alleen de vrouw, zooals die alle eeuwen geweest is als zij lief had.

En dan zijn er menschen, die het modern noemen, als je heelemaal jezelf en primitief bent.

Laten wij niet meer theoriseeren, schrijf mij alleen den brief, waar één mooi ding, het eenige mooie in staat:... ik kom!

[pagina 72]
[p. 72]

Zie, op mijn knieën lig ik voor je, en smeek je er om. Ik wil je alleen maar zien, en je in mijn nabijheid weten.

Schrijf mij het uur, dat is alles wat ik vraag... anders... stil nu maar, ik zal wachten...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken