Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Boy (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Boy
Afbeelding van BoyToon afbeelding van titelpagina van Boy

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (10.97 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Boy

(1930)–Henri van Wermeskerken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

XI

HET is in de slapelooze nachten, dat zielestormen ons het zwaarst aangrijpen... wanneer we in dat vreemd vaag voelen van onmacht tegen de slagen van noodlot... tot besluiten komen, die redeloos zijn?

Een evenwichtig mensch wijst die dan weer bij het eerste gloren van dag terug, als het bleeke licht de nachtfantasieën koel vervaagt en alles weer zien doet van den nuchteren kant. Maar nerveuze gestellen houden er aan vast. En willen slechts de dingen zien, zooals nachtverbeelding hun die voortooverde.

In zulk een nacht, zwoel van zomer-warmte-toen de boomen als donkere schaduwen schenen te hangen over de aarde-was het, dat Truus tot een besluit kwam.

Max had niet geantwoord...

 

Had ze een oogenblik getwijfeld aan zijn liefde... dan was het slechts een snel voorbijschietende gedachte geweest.

‘Neen, ze wist...! Zijn liefde was nog evenals immer... hij zweeg, omdat zijn liefde een moeilijken strijd met zijn karakter voerde. Het weten, dat, mocht hij aan zijn liefde toegeven, hij het geluk van een geheel gezin op het spel zette..., deed hem zwijgen. Daarom liet hij haar brieven onbeantwoord.

 

Toen zij den morgen na dien nacht in de ontbijtkamer kwam, waren haar lippen vast opeengeklemd en straalden haar oogen met een glans, als van iemand,

[pagina 74]
[p. 74]

die een besluit... onherroepelijk... genomen heeft.

Ze hielp Boy zich klaar maken om tijdig aan den trein naar school te komen. Hij was nu in Amsterdam op het Gymnasium en zou met den trein van acht uur tien daarheen vertrekken.

Toen hij ontbeten had, riep ze hem even terzijde in het salon. Zij zette zich op de sofa en trok hem op haar knieën, net als vroeger toen hij nog een kleine jongen was.

Eerst beefde haar stem, maar die dadelijk beheerschende, zei ze:

‘Nietwaar mijn Boy, je hebt altijd veel, heel veel van je moeder gehouden en je weet, hoezeer je moeder jou lief heeft. Als ik je nu vroeg mij een dienst te bewijzen, zou je 't dan doen?’

‘Natuurlijk moeder!’

‘Ik wil je vragen iets voor mij te bezorgen. Maar niemand mag er echter van weten!’

‘Ja, moeder!’

‘Je weet, meneer Vanderzee is een heel goed vriend van moeder, nu wilde ik hem een brief doen toekomen, waar niemand iets van weten mag en die je hem persoonlijk ter hand moet stellen.’

‘Niemand, Ma?’

‘Nee, niemand!’

‘Vader ook niet?’

‘Nee-e-een... Vader ook niet, Boy.’

‘Maar moeder... is dat... mag dat?’

‘Als je moeder het je zegt... het je vraagt, zal je het dan doen?’

[pagina 75]
[p. 75]

‘Ja, maar...’

‘Denk je jou moeder tot iets verkeerds in staat... Iets wat ze niet zou kunnen verantwoorden?’

‘Nee!’ zei hij beslist...

Voor den fermen open blik zijner oogen moest zij een oogenblik de hare neerslaan.

‘Dus je zult doen wat moeder je vraagt?’

‘Zeker!’

‘Wel nu, meneer Vanderzee is Dinsdag-middags altijd op het Leesmuseum, je weet wel op het Rokin bij 't Spui... als je om vier uur uit school komt, ga er dan dadelijk even heen en geef hem persoonlijk dit briefje... zèg, dat je op antwoord moet wachten. Mocht je hem niet vinden, zoo geef me dit dan weer veilig terug... begrepen...?’

Aarzelend nam Boy het aan.

Een onweerstaanbare lust het te weigeren bekroop hem.

‘Maar... is het...?’ stotterde hij nogmaals, en wist ineens niet wat hij vragen wilde.

‘Ja,’ zeide Truus, ‘ik... ik moet iets weten omtrent schilderen...’

‘En mag Pa dat niet weten?’

‘Och jongen, vraag nu niet zoo... ik draag het je op... kwijt jij je trouw van wat ik je vraag, mijn riddertje, je bewijst je moeder er een heel grooten dienst mee...’

Toen Boy zich naar het station begaf, belette een vage angst hem te denken... een zwaar drukkend gevoel hing over hem, terwijl zijn hart soms snel

[pagina 76]
[p. 76]

klopte, dan weer scheen stil te staan...

En den heelen dag op school bleef dit gevoel hem bij, hem belettend zijn gedachten te ordenen.

Boy was een droomer, en gewoonlijk moesten zijn leeraars hem onder de lessen dikwijls bij zijn werk roepen..., heden echter werd hij onophoudelijk vermaand.

En al naar het vierde uur méér naderde, greep de angst hem sterker aan. Kleine droppels parelden op zijn voorhoofd.

De schoolbel luidde.

En het anders zoo welkome bellen, het deed hem nù schrikken. Bijna wezenloos verliet hij het gebouw.

Zijn pet, waarin hij het briefje geborgen had, drukte hem zwaar het hoofd. Werktuigelijk ging hij de gracht langs, langzaam... schoorvoetend... In zijn ziel streed de belofte tegen zijn wil. Als hij het briefje eens aan zijn moeder teruggaf... en zei het niet te willen geven. Of beweerde, dat Vanderzee niet op het Leesmuseum was. Maar hij had toch beloofd het te geven, mocht hij zijn woord dan breken...?

Een bang voorgevoel, als zou dit briefje een groot onheil na zich slepen..., kwam over hem.

Werktuigelijk was hij voortgeloopen, zonder zich bewust te zijn, wáár hij ging. En toen plotseling het besluit vást werd, zijn belofte te houden, en dit hem tot het werkelijke leven terug riep, vond hij zich op de Munt.

Hoe meer hij het Leesmuseum naderde, hoe loomer het hem in de voeten werd. Zijn stap werd bijna

[pagina 77]
[p. 77]

slepend, zijn tong was droog, zijn tanden klapperden als van koude, een scherpe pijn in de keel belette hem het ademhalen.

Een flauwe hoop, dat Max er niet zijn zou, rees in hem op... Dan was alle angst voor niets geweest, en was hij van zijn belofte ontslagen.

Nu stond hij voor den portier. En toen hij naar meneer Vanderzee vroeg, greep een diep schaamtegevoel hem aan..., de goudstrepen en knoopen der portiersuniform glommen in dubbelwazigen glans. ‘Ja... meneer Vanderzee was er...!’ En even daarna kwam de portier zeggen dat hij gewaarschuwd was. Max kwam hem tegemoet.

Hij schrok, toen hij Boy herkende.

‘Zóó-oo... jij hier... wat had je, jongen?’

Toen Boy in zijn pet grabbelde, om uit de voering het briefje te nemen, voelde hij, dat hij zich schaamde. Zwijgend reikte hij het over.

 

‘Als je mijn brieven niet beantwoorden wilt, schrijf me dan tenminste de redenen waaròm. Ik voel mij diep ongelukkig, en zal tot iets dwaas in staat zijn, als je me niet schrijft... Ik zal er zelfs voor naar Zandvoort komen om bij je te zijn. Ik kan niet anders! Geef Boy antwoord mee...’

Boy voelde Max' diep doordringenden en vreemd vragenden blik op zich rusten.

Een oogenblik stond deze in gedachten, streek zenuwachtig met de hand langs zijn voorhoofd.

[pagina 78]
[p. 78]

‘Zeg aan je moeder, dat ik heden nog schrijven zal...’

Het was of hij de woorden moeilijk uitgesproken had...; toch ging hij nu op lossen toon voort:

‘Wil je niet even rusten...? Kellner, breng eens gauw een kwast...!’

‘Nee dank u, meneer... dank u... ik zal het zeggen...’

En haastig ging Boy heen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken