Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ziels-opwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangen (1725)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ziels-opwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangen
Afbeelding van Ziels-opwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangenToon afbeelding van titelpagina van Ziels-opwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ziels-opwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangen

(1725)–Fransina Jakoba van Westrem–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Lust in 't werk, Of vrolyk Jaargetyde, Op den 26. van Zomermaandt; Ter Gelegenheidt van eene Herderlyke Inhuldiging, ten 10de maale herscheenen.

Toon: Wie sleet heuchelyker dagen.

1.
 
Blyde Zomer, lust'bre schoonheit,
 
Wat verschaft ge ons zoetigheên!
[pagina 70]
[p. 70]
 
Als ge op uwen grondt ten toon spreidt,
 
Duizendt groentens onder een:
 
Als gy met een gloedt van straalen,
 
Veldt en Boschen glinst'ren doet,
 
Dan verbluft gy 't ydel praalen;
 
Goudt en Iaspis zwigten moet!
2.
 
ô Natuur, zô mildt beschonken,
 
Hoe Eerbiede ik uwen Heer!
 
't Oog wordt als van wellust dronken,
 
En knielt voor die Bronwel nêer!
 
Wat al Stroomen, wat al Beeken,
 
Vloeyen tot ons overmildt!
 
Vreederyk, in deze streeken
 
Hebt gy 't Dienstwerk opgetilt.
3.
 
Heden vieren wy 't verjaaren,
 
Dat ge als Herder wierd gewydt,
 
Om te waaken, te Vergaaren,
 
Toe te zien, met nyv're vlyt,
 
Dat den Akkerbouw mogt tieren;
 
En de halmen, zwaar gelaên,
 
Hygden om een Oogst te vieren
 
Meesters Schuuren te beslaan:
4.
 
Dat de Lammertjens, in Weyden
 
Ryk van klaver, langs een stroom,
 
Met de Schapen zoet verbeyden,
 
In 't gezigt van 's Leevens-boom!
 
Dat geen Wolf of Tyger-tanden,
 
Schaaden 't weereloose Vee:
 
Dat geen Slangespog in brande
 
Tot een buyle, of ett'rig wee.
5.
 
Deze, en nog veel grooter lessen,
[pagina 71]
[p. 71]
 
Schepten ge uit Aardsherders mondt!
 
Toen Hy u ook wees te flessen
 
Van Syn Balssem, voor elks Wondt:
 
Toen Hy Leerde, als nooit een Herder
 
Heeft geleert, of kundig was,
 
Hoe men door 't gesternte, en verder,
 
Wond're Hemelzaaken las;
6.
 
Door een kunstgreep van 't Geloove,
 
Uitgewerkt door 's Hemels Geest,
 
Om het schynvernuft te dooven,
 
Dat gezwagtelt en gevleest
 
Schimpt, op Goddelyke wond'ren,
 
Die in 't diep verlaagt gemoedt,
 
De innigheeden af doen zond'ren,
 
Rein gekuist door Iesus Bloedt.
7.
 
Hoe bedeest wierd ge onder 't hooren
 
Van uw Pligt, dien zwaaren Last!
 
Des te meer, als door de Dooren
 
't Adderjong ons Ligt verrast.
 
Maar des Allersterkstens kragt,
 
Was genoeg om te ondersteunen!
 
Wie op zyn Getrouwheit, agt,
 
Mag wel op zyn Schoud'ren leunen.
8.
 
Dit bevondt ge al vyf paar jaaren,
 
In uw Loopstrydt, werk en wagt:
 
't Bitterste in al 't wedervaaren
 
Woog zyn Handt, en maakten 't zagt!
 
Hierom laat den moedt nooit zinken;
 
Zyn Genade is u genoeg!
 
Leer u zelf in 't Harnas klinken,
 
Trouw zyn Liefde, laat en vroeg.
[pagina 72]
[p. 72]
9.
 
Og, dat al zyn Zegen aêren
 
Droopen, op uw innig Hert!
 
Dat uw Woordt tot wederbaaren
 
Kragt kreeg; om hen die ververt
 
Heenen draaven zonder toeven,
 
Pal te zetten door Gods schrik!
 
En dan na een kort bedroeven,
 
Zig te ontworstlen uit den strik.
10.
 
's Hemels gunste en Liefde ontfermen,
 
Schenke u al wat nog ontbreekt;
 
't Eeuwig Schildt wil u beschermen,
 
Dat geen angeltong u steekt.
 
Al uw Vlyt moet wel gelukken!
 
't Zy gy schuwe Vis versnelt,
 
Of de netels uit moet plukken,
 
Of van 's meesters Heyl vermeldt.
11.
 
Span voor 't Pluimvee vry de netten,
 
Roept ze Goêl, yder komt!
 
Alles leeft dogh na zyn wetten,
 
En al 't Zyne is Opgesomt!
 
Niet een één zal agter blyven.
 
Zalig zalig, Hemeltal!
 
Zó moet Heer uw werk beklyven!
 
Laat ons 't Looven met Geschal!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken