Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 92]
[p. 92]

Negen-entwintigste brief.
Adelaart aan Mejufvrouw Bedilziek.

Mejufvrouw !

 

Ik kan niet ontveinzen, dat ik reden tot klagten meen te hebben, omtrent uwe handelwijze; meermaalen heb ik mij aan uw huis vervoegd, ten einde met u te spreeken over louize, en te hooren hoe of gij omtrent haar voldaan waart; nimmer, echter, heb ik het geluk gehad van u te mogen aantreffen, maar werd altijd aan de deur afgezet: - aan zulk een onthaal niet gewoon zijnde, heb ik mijne verdere bezoeken gestaakt, veronderstellende, Mejufvrouw! dat gij mij zoudt laaten ontbieden, indien mijne Pupil u gegronde reden tot misnoegen gaf; - dan, in deeze billijke verwachting werd ik ook al te leur gesteld: - 't is waar, gij laat mij van uw misnoegen tegen mijne dochter, (want zoo zal ik louize altijd achten,) kennis geeven; maar in plaats dat dit misnoegen, (indien het al gegrond was,) tusschen ons beide zou blijven, zoo zendt gij mij een zeker gemeen kaerel, dien ik, zoo hij zich niet op u beroepen had, geenzins in mijne tegenwoordigheid geduld zou hebben; en

[pagina 93]
[p. 93]

deeze man komt, gewapend met zulke zwaare beschuldigingen, tegen louize, voor den dag, als ware het meisjen aan de gruwelijkste ondeugden overgegeeven; - en vult zijne redenen met een zoo verward mengsel van schriftuurplaatsen aan, dat men veel oplettendheid moet gebruiken om hem te verstaan. - Ik dacht daadlijk wel, dat al die bittere klagten daarop zouden uitkomen, dat het meisjen zich wat zwieriger kleedde, dan Tante goedvond - en misschien een groet van een jong Heer wat vriendelijker beantwoord had, dan gij, Mejufvrouw! dit noodzaaklijk achtte. -

Ik heb evenwel, op uwe aanklagte, aanstonds aan mijne Pupil geschreeven, en daarop een antwoord, in allen deele voldoende, ontvangen; waardoor ik dan ook in mijne gedachten ben versterkt geworden. - Na deeze verantwoording van het lieve meisjen, en een naauwkeurig onderzoek bij wezenlijk braave en onpartijdige lieden, naar het gedrag van mijne Pupil, moet ik u zeggen, Mejufvrouw! dat ik geene reden gevonden heb, om haar over wangedrag te berispen.

Voor het overige, Mejufvrouw! wil ik altijd met u over de belangen van louize spreeken; maar zend mij zulke domme Ezels nimmer meer, als die gemeene kaerel is; alzoo ik soortgelijke wezens, tot dat einde, niet meer ten antwoord zal staan. - Ik ben,

 

Mejufvrouw!

 

Uw Dienaar

 

adelaart.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken