Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Tweede deel


Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

Negende brief.
Louize aan de Freule Van Spaanendonk.

Dierbaare!

 

Reeds had ik uw brief adres gegeeven, toen ik het streelend genoegen had den uwen te ontvangen. - Maar het komt mij voor, Beste! dat uw brief afgetrokken - minder betrekkelijk, dan de voorgaande, geschreeven is - van waar toch deeze verandering? - Evenwel zijt gij met mijn lot begaan - gij bemint mij nog - gij verlangt louize aan uwen boezem te drukken - en nogthans is hij niet in den gewoonen stijl geschreeven. - - - - - Ja, lieve vriendin! ik heb hem gesproken - frederik, de vertrouwde van mijnen verdwaalden henry heeft mij alles gezegd, en ik ondervinde dat ik rampzalig - en onherstelbaar verlooren ben! - Het is met louize gedaan! - voor eeuwig gedaan! -

Frederik heeft mij alle brieven, welke tusschen hem, met henry en hexameter gewisseld zijn, laaten zien - en ach! mijne vriendin! - - hoe schets ik u mijn rampzalig noodlot? - de band, welke ons lang vereenigd hield,

[pagina 38]
[p. 38]

is medogenloos van een gereeten! - - Henry is mij ontvlugt!! - - ontvlugt! om mij, aan deeze zijde des grafs, nimmer weêr te aanschouwen! - Die Trouwlooze!! - Eene eerbaare schaamte heeft hem aangegrepen - hij ontvlugt mijne verwijtingen; - maar, mijne vrienden! kan hij een knaagend geweeten ontloopen, dat hem nergens rust zal doen vinden? -

Ik ben schandelijk door liefde en vriendschap verraaden! - Cecilia heeft reeds lang alle listige aanslagen op onze liefde in het werk gesteld. - Van het eerste oogenblik af dat zij henry gezien heeft, heeft zij hem bemind - en daar raub haar in confidence verhaalde, dat hij niet onverscheelig omtrent mij dacht, heeft zij dit gezegde zich ten nutte gemaakt, en henry lang tegen mij opgezet; die mij echter nooit hier over onderhouden heeft. - Het ware immers beter, wanneer Gelieven iets tegen elkander hadden, openlijk voor de zaak uittekomen, dan met vooringenomenheid te beminnen. - Ach! zoudt gij immer vermoed hebben, dat zoo veel onheil voor louize berekend was? - ô! Hoe veel heeft het in, te moeten ondervinden - en, helaas! de ondervinding alleen kan het doen gevoelen - door de beste vrienden verraaden te worden! - Ontneemt zij mij, met henry, niet alles wat mij aan het ondermaansche boeide? - Is mijn leven niet verpest? - Zijn mijne genoegens niet beneveld? - en wanneer zal ik met meer ruinte kunnen ademen? - - Hoe vaak heb ik mijne onnozele kindsheid terug gewenscht,

[pagina 39]
[p. 39]

die ons het menschdom van de beste zijde doet beschouwen. - ô! Mijne vriendin! wiens rampen evenaaren de mijnen? - Och! duurde onze kindsche dagen - die zalige tijd, tot in het oneinedige! - maar hij glijdt zagtkens en onmerkbaar heen - de begoocheling verdwijnt. - en zie daar, nimmer plukken wij weêr een roosjen dan in de verbeelding! - -

Is henry wel zoo schuldig, wel zoo verfoeilijk, in uw oog, als cecilia? - mij dunkt neen. - Begrijpt gij niet, Lieve! dat hij, mijne vlugt vernomen hebbende, als in eene raazernij zal vervallen zijn, die hem zijne herssenen ontstelde. - Hij zogt zijn hart, van droefheid overstelpt, in dat van mijne vriendin te ontlasten - zij troostte hem, maar op eene wijze die mij verontwaerdigde - zij stelde mij als geheel schuldig voor - en zij gaf hem, verstaanbaar, haare genegenheid te kennen; - beurteling, door eer - door liefde en tedere vriendschap geslingerd, schonk hij haar zijne liefde, die in de daad niets anders dan een oppervlakkig behagen was. -

Maar cecilia is de bron mijner onheilen! ik kan zeggen dat alle mijne liefde en achting, voor haar, in eene onuitdrukkelijke minachting veranderd is: - ik gevoel geen aasjen vriendschap meer voor haar werken - mijn hart is geheel voor haar geslooten - en echter is mijne minachting verre van haat - o neen! laat ik haar niet bezwaaren, zij is genoeg gestraft, daar zij van spijt - misschien door wroeging van het geweeten, gevaarlijk ziek ligt; - daar ik, hoe

[pagina 40]
[p. 40]

zeer ongelukkig zijnde, eene kalme ziel omdraage. -

Waar voert de liefde den sterveling niet al heen! - Hoe menig, anders deugdzaame, is door haar zwak geworden en in een deugniet herschapen - is cecilia niet het levende voorbeeld hier van? - Waar hebt gij haar, in alle mijne brieven, nog schadelijk gevonden? - straalde niet overal eene edele ziel in alle haare gesprekken door? - Waren haar karakter en sentimenten niet in alles met de deugd bestaanbaar? - Immers was zij veel meer met den geest der onderscheiding begunstigd dan uwe louize. - Zij had in het groote Boek, (den Mensch namelijk) veel gestudeerd, en met dat alles is zij mijner onwaerdig geworden - zij heeft mij verraaden! -

Dan, waarom of henry zoo spoedig gevlooden is? - - hexameter vergezelt hem - - Ben ik met alle mijne ongelukken dan zoo ontzachlijk geworden - wij, vrouwen, vergeeven immers zoo gaerne. - Wanneer mijne oogen hem ontmoet hadden, zoude ik in zijne armen gevlooden zijn - mijne lippen hadden op de zijnen uitgestameld: ‘henry! - ik... vergeeve... u alles... bemin mij en - wij zullen gelukkig zijn!’ - En God alleen weet welke orkaanen zich nog boven mijn hoofd samen pakken - - zonder henry kan ik niet gelukkig zijn! -

Ik ben gister avond weêr bij mijne Tante t' huis gekomen, die mij met een air behandeld heeft, welke mij ontzachlijk vernedert, even of

[pagina 41]
[p. 41]

ik de infaamste hoer was die de aardbodem betrad, en wie weet wat zij, jong zijnde, geweest is, of welligt nog worden zal; want het staat bij mij vast, dat zij met dien Broeder nathanaël nog eene gekheid zal begaan, daar de stad van waagen zal. - De meid heeft mij - evenwel in vertrouwen - te kennen gegeeven, dat de Broeder, geduurende mijne afwezigheid, aan het huis van mijne Tante gelogeerd heeft, en dat er met de Broedertjens en Zustertjens te vergasten al heel wat verspild is. - ô! Dat fijne goed zal wat afgedaan en mijne t'huiskomst wel verwenscht hebben. -

Ik ben voorneemens mijne klagten bij den Heer kruijer intebrengen, die mij andermaal wel zal verlossen. Hij heeft mij ook beloofd den Luitenant schlossab, mijn Redder, voor deezen dienst te beloonen, en hem eene Compagnie te koopen. - Ik wenschte dat gij met deezen waardigen man bekend waart - hij is een origineel, en ik ben verzekerd dat gij veel behaagen in hem zoudt vinden.

Ja, lieve Meid! ik geloof dat het in de Natuur er thans heerlijk uitziet - ik heb menig genoeglijk uur in derzelver beschouwing doorgebragt - dan die tijd is vervloogen. -

Adieu, mijne vriendin! de Hemel schenke u die genoegens, welke mij ontzegd zijn! Vaarwel! en denk veel aan uwe bedroefde

 

louize.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken