Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Tweede deel


Vorige Volgende

Tagtigste brief.
Capitein Fitz Morris aan den Lord N.

Waerde James!

 

Uw vriend is bij ons aangekomen - niemand kan dien Jongman zien, zonder deel te neemen in zijne belangen. - Ongelukkig was het gezelschap, dat hij zogt, drie dagen voor zijne aankomst vertrokken - dit veroorzaakt mij veel spijt; want het is mijne schuld: - had ik zijne louize slechts drie woorden van de komst haares minnaars, wien zij betreurde, mogen zeggen, zij had op geen vertrekken gedacht. -

[pagina 316]
[p. 316]

Gij zult zeker zeggen, ‘wel zotskap! waarom dan die woorden gezweegen?’ - Maar begrijp eens, mijn Lord! dat men mij daaromtrent geen vrijheid gegeeven had; en dus konde ik met spreeken immers even zeer als met zwijgen misdaan hebben; - ja, ja, beste Maat! ik heb alles wel overwoogen, en het besluit was - zwijgen - onze Majoor kan mij dit nooit kwalijk neemen. - Zij zijn elkander alleen misgeloopen, en dat heeft geen zwaarigheid - zij bemint hem toch standvastig. - Laat hij, wanneer hij louize aantreft, zeggen, dat het mijn vervloekte schuld is, dat ze elkander niet eer hebben wedergevonden, en daarmede afgedaan: evenwel de Jongeling is daar te braaf en redelijk toe, en te vreden met zijne omstandigheden. - Dan, alles wel overzien zijnde, is het uwe schuld, james! - Gij hadt mij behooren te melden, hoe ik mij gedraagen moest - vergeet dit in vervolg niet; te meer daar het blijkt, dat ik, aan mij zelven overgelaaten, als een gek handel. - Wat zal men zeggen? - gedaane zaaken zijn niet te herdoen. -

Ik heb den Hollander hier en daar willen brengen, maar hij weigerde alle vermaaken; - dan, ik ontdekte één middel, waardoor ik hem overal heen kon leiden, waar ik wilde, en dit bestond alleen daarin, dat ik hem toevallig zeide, hier, en daar, of op die plaats is louize geweest, en daar door kon ik den braaven man overal als een lam leiden. - Onze Schouwburg stond hem het best aan; kunnende men daaruit, zeide hij,

[pagina 317]
[p. 317]

den geest der Natie ontdekken. - De stukken van schakespear bevielen hem, voor zoo veel hij uit de leezing kon oordeelen, beter dan de Speelen van de Auteurs naar de mode. - The Harry, door zekeren Generaal opgesteld, zagen wij vertoonen; dan de snedige henry vond goed te zeggen: ‘dat de Veldoverste zoo min eene Laauwerkroon op het Theater, als in het veld van mars had verdiend.’ - Ja, verbeeld u mijne verwondering, over de stoutheid van onzen vriend, daar hij het een en ander in ons land dorst afkeuren, daar ik, onnozele ziel! mij verbeeldde, dat alles hier treflijk, en dat van de overige volken daarbij niet noemenswaerdig was. -

Onze Zeevaart en Vlooten staan hem zeer wel aan; - maar wie heeft ooit van zoo een duivelschen vent gehoord? hij haalde op van die jaaren, toen wij, eensgezind met Frankrijk, door den Hollandschen Admiraal de ruiter meermaalen geslagen werden; - ik dacht hem te vangen, met hem aantetoonen dat de heerschappij ter zee aan ons alléén behoorde; - en wat denkt gij dat hij antwoordde? - henry vroeg slechts of de lucht ons ook niet toebehoorde? - Wie kan dus met dien karel handelen? - Hij deed daarop eene korte redenvoering, in welke hij betoogde, dat, al konde Engeland de Negotie en Zeevaart aan alle Natien beletten, dat zulks der Britten eigen bederf zoude bevorderen; en dit bevestigde hij met redenen die mij toescheenen kant of wal te raaken; evenwel hoe zeer ik een Engelschman ben kon ik dezelve waarachtig niet wederleggen.

[pagina 318]
[p. 318]

Eindelijk, is die aartige ziel met de Paketboot naar Vlaanderen vertrokken; toen hij van wal stapte reikte hij mij de hand en zeide: ‘Capitein! zoo lang een mensch leeft is hij aan dwaalingen onderhevig: gelukkig, wanneer hij die in tijds ontdekt; ik heb altijd gedacht dat de Engelschen koele vrienden voor buitenlanders waren; maar ik werd door u van het tegendeel overtuigd. - Ik ben zeer verblijd Engeland gezien te hebben: uw land kan de toevlugt worden voor het Geheelal, indien uwe regeeringsvorm allezins gehandhaafd wordt. - Gij lieden verbeeldt u vrij te zijn, misgunt dan andere hunne vrijheid niet.’ - Hierna omhelsde hij mij, stapte in de Paketboot en vertrok. -

Ik dank u intusschen dat gij mij zoo een goeden kennis bezorgd hebt. - Hij wacht een brief van u te Ostende. - Verzuim dit niet, James! - Vaarwel, vriend! - Ik hoop u eerlang te zien; want ik hoor dat gij staat over te komen - dus wees voor weinige dagen gegroet, van

 

Uwen Vriend

 

william fitz morris.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken