Henry en Louize

Tweede deel

[p. 429]

Honderd veertiende brief.
De Heer Kruijer aan den Heer Adelaart.

Heer en Vriend!

Wel nu, onze jonge luidjens zijn het eens - dat is goed - wij hebben immers daarna verlangd. - Hoor, louize heeft welgedaan met te wachten; want het is maar uitgepraat, edel Heer! dat zij nooit een braaver kaerel bekomen kon. - Kom toch gaauw bij ons; - je zelt verjongen, als je zoo veel vreugde ziet; want ik twijfel geenzins aan je toestemming. - Hendrik zelje zeker wel geschreeven hebben, waar hij louize is tegen gekomen, en wat al ontsteltenis daarbij plaats had; want ik kan dat alles zoo niet op 't pampier krijgen; dat kan ik je zeggen, hoe zeer ik niet tot die gekken behoor, welke om den dood van eene kat of hond, traanen kunnen storten, dat ik, bij mijne ziel! weende, toen het lieve paar elkander op den berg tegen kwam - neen, zoo veel liefde had kruijer nooit van nabij gezien. - Nu - dat is afgehandeld - ik wil

[p. 430]

louize altijd gelijk mijne dochter achten. - De bruidschat van honderd duizend ducaaten zal zij hebben - ik houde altijd mijn woord, dat is het voornaamste, weetje? - Daar stond hier in de nabuurschap eene Buitenplaats te koop, Leeuwenkop of Leeuwenberg, zoo moet omtrent de naam zijn, ik merkte dat de jonge luidjens wel zin hadden om daar te woonen, dus heb ik maar stil onder de hand die plaats gekocht, en daarna aan de liefjens prezent gedaan - wel man! ze waren er zoo meê in hun schik. - Nou wou ik je vraagen, of je jou Boekhouwer reis cito wilt overstuuren, want ik wil nou het werk geheel voltooijen, en het huis, buiten hun weeten, naar de mode mubbeleeren, vatje't? en dat is mijn zaak zoo niet, daarom wilde ik, dat jou Boekhouwer dit zoo wat wou helpen bedisselen, verstaje? - Nu, de man zal het vast doen, dat weet ik; maar hij moet toch spoedig komen; want het ijzer gloeit, en moet, hoe eer hoe beter, gesmeed worden. -

Man! ik diverteer mij hier heel goed - die frederik heeft een best wijf. - Henry leert mij nu te paerd rijden; maar kruijer maakt op dat beest al een grappig figuur - nu, dat zal zich ook al metter tijd schikken. -

Nog iets, en dan stap ik er af. - De jonge lui zullen, als jij er niet tegen bent, uit het huis van frederik trouwen - nou, dat zal ook geen verschil maaken. -

Vaarwel! braave Man! louize en elk groet u - zij heeft, vooral nou, geen tijd om te

[p. 431]

schrijven. - Wij verwachten u spoedig te zullen zien - en hier meê ben ik, als vooren,

Heer en vriend!

Je Dienaar en vriend,

j.p. kruijer.

N.B. Denk toch om je Boekhouwer.