Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen (1797)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen
Afbeelding van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemenToon afbeelding van titelpagina van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.65 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen

(1797)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Oorsprong der Wapens en Wapenkunde.

De aeloude Wapenrustingen hebben aan de Wapenschilden, zoo als die bij adelijken in gebruik zijn, een aanvang gegund; de Krijgslieden droegen op hunne Schilden allerlei beeldtenissen van dieren en levenlooze zaaken; naderhand, in de Tournooijen en Steekspelen, was ieder Ridder

[pagina 29]
[p. 29]

kennelijk aan zijn Wapenschild, en vandaar hebben zij deeze eens aangenomen Wapens, tot onderscheiding der geslachten, blijven voeren, overal waar dit pas gaf. – De beeldtenissen daarin te vinden, waren meest altijd een zinnebeeld op een of andere roemruchtige daad van den Ridder toepasselijk, of wel een voorrecht door Vorsten aan hun geschonken. –

Men begrijpt dat het hiermede even als met alle andere zaaken gegaan is; van tijd tot tijd zijn de Wapens zeer vermenigvuldigd – tegenwoordig heeft bijna elk het zijne, zonder dat veele bewijzen zouden kunnen toonen, hoe zij er aan gekomen zijn; de meeste der dus, zonder vergunning, aangenomen Schilden ziet men spreekende. –

In Duitschland, de Oostenrijksche Nederlanden, en Engeland zijn Wapen-koningen, die zorgen dat niemand een Wapen voere, zonder te kunnen bewijzen, dat hij het zelve van een Monarch verkreegen hebbe. –

Men kan uit de Geschiedenissen alle de stukken, in Wapens gebruiklijk, verklaaren, waarop zij hunne betrekking hebben, en in dien zin is de Wapenkunde niet onvermaaklijk. –

Als wij wederom nagaan, hoe meest alle landen aan groote omwentelingen zijn onderhevig geweest; dan begrijpt men, dat aldaar niet veel ouden Adel meer te vinden is. – Het veradelen door brieven, die gekocht moeten worden, heeft veel van de waarde dier gunsten weggenomen. –

Adel, door verdiestde verworven, is zeker

[pagina 30]
[p. 30]

loflijk; maar hoe komt het, dat veele afstammelingen van dusdanige groote mannen weinig eerbied voor nieuwe Edellieden betoonen, hoe zeer deeze om hunne braafheid verheven waren, daar toch, in zulke gevallen, hoe nader aan den eersten stamvader hoe edeler? –

De ruiter werd, door den Koning van Spanje, Hertog gemaakt, ofschoon hij in de lijnbaan geloopen had: het Hertoglijk Diploma werd eerst na 's mans dood gegeeven, en zijn zoon, die roemrijk de voetstappen van zijnen Vader drukte, weigerde deezen eertijtel; maar koos daar voor dien van Baron. – Naar ons inzien deed hij verkeerd; want zoo de Adel goed is, waarom dan niet den schitterendsten trap beklommen? – maar indien hij begreep, dat een Gemeenebest op deeze onderscheidingen minder prijs stelt, dan mogt hij wel in den rang der Burgers gebleeven zijn. –

Adel, als een blijk van deugd in den bezitter, is onschatbaar; doch dan vereischte hij ook niet erflijk te zijn, dan tot zoo lang als de deugd bij de volgende geslachten bleef stand houden; maar wie zou, in dit geval, de uitspraak op zich neemen, of de erfgenaamen hunnen voorganger in deugden zouden naarvolgen? –

De Romeinen hadden Zedenmeester, die den Ridder zijn paerd ontnamen, wanneer zijn gedrag te berispen was; doch ofschoon men bij hun Raadsheerlijke en Ridderlijke geslachten aantrof, was de tijtel van burger te zijn de grootste eernaam. –

[pagina 31]
[p. 31]

De Grieken kenden geen Edellieden; dus is het blijkbaar, dat de Wapens in het eerst van de Barbaaren, onze voorouders, herkomstig zijn. – Die zijn Wapenschild, van zijne ouderen overgeërfd, door deugden opsiert, is edel; want deugd is de éénige Adeldom.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken