Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen (1797)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen
Afbeelding van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemenToon afbeelding van titelpagina van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.65 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen

(1797)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

Is de Schouwburg nuttig of schadelijk?

De oplossing deezer vraag heeft, behalven veele andere groote mannen, welke wij hier alle niet zullen optellen, ook rousseau en d'alembert bezig gehouden; de laatste voor deszelfs nuttigheid pleitende, terwijl de Burger van Geneve daarin schade zag. – Deeze twistredenen dier groote mannen zijn onder anderen in de Werken van rousseau te vinden, en der leezing alzins waerdig. – Volgens onzen aangenomen stelregel, om liever iets middelmaatigs voor den dag te brengen, dat eene vrugt onzer hersenen heeten mag, dan iets voortreflijks van andere overteneemen, zullen wij wederom onze eigen denkbeelden voorstellen. –

Wij gelooven dat een nationaale Schouwburg, in alle landen, aan deugd en goede zeden bevorderlijk zijn moet; maar het voegt de Regeering daarover te waaken, zoo door toetezien dat niets dan deugdvoorstellende stukken vertoond worden; – ook dat de leefwijze der Toneelspelers en die van hunne vrouwen geregeld zij – voor

[pagina 67]
[p. 67]

't minst tot geene losbandigheid aanleiding geeve. – De stukken, welke ik, in alle landen, ten toneele wilde gevoerd hebben, moesten ook uit de Geschiedenissen des lands getrokken zijn; en de Blijspelen de heerschende ondeugden en gebreken gispen. – De kleeding op het Toneel moest, in Treurspelen, naar den aart en gewoonte der persoonadiën ingericht zijn: zoo als in Blijspelen of Drama's naar de kleederdragt in dat land gebruikelijk: – geene uitheemsche kleedingen of kapsels moesten zich op het Toneel vertoonen, voor dat de Landzaaten die reeds hadden aangenomen. – Geene schimpredenen op vreemde volken, zouden in deeze stukken immer mogen aangevoerd worden; opdat de haat niet van geslacht tot geslacht zoude overgaan. – Even weinig behoorde men daar dubbelzinnige woorden toetelaaten, welke tot ontucht of verleidende denkbeelden aanleiding zouden kunnen geeven. – Op deeze wijze zou de Schouwburg eene school der zeden worden, het welk zijne bestemming is. –

Wij hebben hiermede, zoo wij meenen, alle tegenwerpingen van hun, die een Schouwburg afkeuren, ontzenuuwd, of beter gezegd, uit den weg geruimd, door de gebreken, welke zij berispten, te verbeteren: als het zedenloos gedrag der Toneelspelers, en voornamelijk van de Toneelspeelsters, die veele jonge lieden verleiden. – Weelde, pracht en overdaad voordteplanten, legt men de Schouwburgen ook te last, daar de Toneelspeelsters, omtrent de kleeding, gemeenlijk in

[pagina 68]
[p. 68]

de stad hunner wooning, aan veele vrouwen den toon geeven; doch daarom sloegen wij het spelen van nationaale stukken, in alle landen, voor; dan zelfs, al ware het Gewest, of de Stad waarin zij speelden, gering, zouden echter deeze Schouwburgen hunne zeden niet tot weelde of ondeugden leiden; maar veeleer zuiveren. –

Wij schrijven niet voor lieden, welke geene andere bezigheden kennen, dan hunne ambts- of beroeps- oefeningen waar te neemen, en voor het overige van geene uitspanningen hooren willen, of dezelve als zondig aanzien; – neen, onze pen is aan de toegeevende lieden gewijd – voor hun zeggen wij: alle levensstanden behoeven uitspanningen; maar bovenal kunnen jonge lieden die niet ontbeeren. – Het zien vertoonen van een deugdlievend stuk, moet het zaad van deugden, 't welk in hunne harten nog in het kiempjen zit, doen rijpen, en wel haast vrugten draagen. Eene zwaarigheid doet zich echter op, namelijk, alle gewesten of steden zijn niet eveneens van geldmiddelen voorzien; als eens de onkosten, voor sommige plaatsen, te hoog liepen? – want om Holland tot een voorbeeld te neemen, weinige steden zijn er, welke de uitgaven, tot een Schouwburg noodig, kunnen opbrengen – dan wilde ik een nationaale Schouwburg in de Hoofdplaats dier landstreek opgericht hebben, alwaar dezelve een gedeelte van het jaar speelde, maar des zomers op de andere plaatsen van het Gewest rondreisde. De jonge lieden moesten daar te boven aangemoedigd worden,

[pagina 69]
[p. 69]

onder zich eene liefhebberij (Comedie) opterichten; en om hen te minder aanleiding tot ongeregeldheden te geeven, zoo eens ongeschikte persoonen onder dit getal waren, behoorden eenige huisvaders en moeders, zich bij deeze liefhebbers te voegen, om ook eene rol te spelen, en dus te zien hoe alles zich toedroeg; want daar wij den Schouwburg als eene schoole der zeden wilden aangemerkt hebben, zoo spreekt van zelve, dat wij nimmer gedoogen zouden, dat iets tot zedenbederf aldaar plaats had. –

Deeze Schouwburg van liefhebbers, en uit liefhebberij geöefend, moet voor de jonge lieden noodzaaklijk van eene goede uitwerking zijn; zij zouden daar door gewoon worden, zich in het bijzijn van menschen uittedrukken, iets, waaraan het jonge lieden, zelfs van den eersten rang, in ons Vaderland, zekerlijk veelal hapert. – Het schoone geslacht, welker opvoeding ook al niet beter is, zoude te gelijk daar door eene goede houding verkrijgen; terwijl de stukken, door ons voorgeschreeven, vol deugd- en menschlievende gevoelens, hunne deugd ook aangenaam en beminnelijk zouden voorstellen; het geen wij toch gestaâg in den mond hebben, zal ook het hart zich eigen maaken; althans, zoo wij niet tot de ergste booswichten behooren. –

Wanneer de Schouwburg op zoodanige wijze zal ingericht worden, moeten ook geene schadelijke, maar veeleer nuttige gevolgen van deszelfs aanwezen voordvloeijen – nationaale deugden zullen geëerd, hunne gebreken integendeel gegispt

[pagina 70]
[p. 70]

en bespottelijk gemaakt worden; ja dan kunnen deeze geen stand meer houden, maar moeten verminderen; – aldus is de invloed van een welïngerichten Schouwburg nuttig voor een volk. –


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken