Overblyfselen van echtgeluk(1801)–Pieter van Winter, Nic. Simonsz.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Ten verjaardage van mevrouw A.L. van der Poorten, weduwe van den weledelen heer Christiaan van Orsoy, Christiaansz. ô Liefde, die, op dezen dag, Bevallige anna bragt in 't leven; Haar, op 't gelaat, uw' vriendelyken lach Haar, in het oog, hebt minzaamheid gegeeven; Die 't licht haar schonkt uit een geslacht, Waarin de deugd een erfgoed is der vadren; Ach! mogt ik haar, waar ik myn heil van wacht, Deez' dag blymoedig nadren! Dan wenschte ik haar, uit 's harten grond, Dat zy meer blyde zaligheden, Genoegen, vreugde en welstand ondervond, Dan ze immer ramp heeft doorgestreden. [pagina 2] [p. 2] Dan wenschte ik haar, door tederheid verrukt, Meer heil dan zelfs myn ziel kan denken Maak, liefde! dat die wensch gelukt! Ge kunt my niets, of moet haar alles schenken! 't Was liefde, die myn hart haar gaf, Die haar doet heerschen op myn zinnen; Myn lot hangt van haare uitspraak af: Geef, liefde! geef dat ze ook my weêr moog' minnen! Mogt aan haar ziel, zo gul, zo teêr, Het offer van myn hart behaagen! Keer, blyde jaardag! blyder weêr, En strek me altoos de blydste van de dagen! 1780. Vorige Volgende