Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
Afbeelding van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaatToon afbeelding van titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.13 MB)

Scans (30.94 MB)

ebook (15.81 MB)

XML (3.04 MB)

tekstbestand






Editeur

Leo Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

(1996)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[MM4] Ik wete dat ge ontwaken zult, dewijl ik wake

Overlevering

M1: Manuscript H-18.
T1: Groot Nederland 10.ii (oktober 1912), p. 397. /10/
M2: Manuscript H-29,[6].
M3: Typoscript H-40,[6].
T2: Het roode zeil 1 (april 1920), p. 65. /18/
P: Drukproef D H-55,10.
D: De modderen man, p. 16.

Datering

Mogelijk omstreeks juni 1912, zeker vóor oktober 1912.

Ontwikkelingsgang

I

M1 is een blaadje papier dat aan twee zijden beschreven is met zowel pen als potlood. Op de voorzijde is met zwarte inkt een schets van de eerste strofe van het gedicht geschreven (M1:A). Op het blaadje komen verder fragmenten voor van [mm20] en [mm29], en enkele losse fragmenten. [mm20] was uiterlijk gereed op 29 juni 1912; mogelijk werd ‘Ik wete dat ge ontwaken zult’ te zelfder tijd al bewerkt. Terminus ante quem is oktober 1912, toen het gedicht in Groot Nederland verscheen.

Enkele losse fragmenten op M1 zijn bij [mm29] als paralipomena opgenomen. Daarnaast is er een strofe die in geen van de genoemde gedichten een plaats kreeg, maar waarvan het denkbaar is dat ze genoteerd werd tijdens de werkzaamheden aan ‘Ik wete dat ge ontwaken zult’ (paralipomenon).



illustratie

  M1:AGa naar margenoot+  
 
1   Ik wete dat ge ontwaken zult, dewijl ik wake;

2   ik wete [ ø ] zult

3   [ ø ]

4   a [ ø ] schuld  
  b [   ] [ ø ]

[pagina 304]
[p. 304]


illustratie

  M1: paralipomenon
 
(1)   Dan zult gij opstaan, en gij zult zeer stille zeggen:

(2)   ‘Ik ga met u’. Maar ík zal zeggen:Ga naar margenoot* 'k ga met u’.

(3)   En geen van beiden zal zijn handen durven leggen

(4)   a waar [ ø ] luw'
  b [   ] schuw

II

M2 is kopij geweest voor Het gelaat des dichters; M3 is eerst kopij voor T2, later voor (de proef P van) D geweest.

Varianten en correcties



illustratie

  (M1 niet opgenomen)
 
titel T1   Aan de eeuwige.
  M2-D   [ontbreekt]Ga naar margenoot+

1 T1, M2   Ik wete dat ge ontwaken zult, dewijl   ík wake;  
  M3-D   | | ik | |

2 T1, M2   ik weet dat van   míjn kommeren   gíj vreezen zult,  
  M3-D   | | mijn | | gij | |

5 T1   Ik weet dat, waar mijn vreugde   'et eischte,   gíj zoudt lijden,  
  M2 a |   | gij | |
  a [   ] [g]íj [ ]
  M3-D   | | 't | | gij | |

6 T1   en gij zult buigen,   wen ik niet uw meester ben;  
  M2 a |   |  
  a [ ] zelfs waar 'k   niet uw meester ben;  
  M3, T2   |   |
  P a |   |
  b [   ] [n]í[et] [ ]
  D   |   |

10 T1, M2   dat ik   alleen   van ú mijn innigst zijn ontvang,  
  M3, T2   | | van   u alleen | |
  P a |   |
  b [   ] ú [   ]
  D   |   |

11 T1, M2   en 'k ú mijns wezens vollen bloei zal vragen moeten,  
  M3-D   | | u | |

[pagina 305]
[p. 305]


illustratie

12 T1, M2   míjn trots   úw smaad ten dank.  
  M3, T2   mijn | | uw | |
  P a |   |
  b [   ] ú[w] [ ]
  D   |   |

14 T1, M2   mijn nobel dijëment alleen aan   ú mag zien:  
  M3-D   | | u | |

15 T1   daar zult ge in   smárten slechts me uw   maagden-schoonheid biên,  
  M2   |   | maagdenschoonheid |   |
  M3-D   | | smarten |   | ◦

16 T1, M2   en, slechts   verníetigd , vreugde geven...  
  M3-D   | | vernietigd | |

Zetfouten

T2 r. 14: dyëment | dijëment

Noten

1In T1, r. 15, ‘maagden-schoonheid’: het koppelteken is niet zeker. Het laatste woorddeel werd wegens de te kleine zetbreedte op de volgende regel tegen de rechtermarge gezet. Het kan hier dus een afbreking betreffen.

margenoot+
[→1-4]
margenoot*
[lees: ‘'k]

margenoot+
[1-4←A]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken