Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
Afbeelding van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaatToon afbeelding van titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.13 MB)

Scans (30.94 MB)

ebook (15.81 MB)

XML (3.04 MB)

tekstbestand






Editeur

Leo Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

(1996)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[GZ9] Diep aan uw hart, diep in uw haar te zullen slapen

Overlevering

C: Carnet H-67, p. 47v, 48r, 51r, 52r.
M1: Manuscript H-70,[8].
[pagina 409]
[p. 409]


illustratie
Kladstadia van ‘Diep aan uw hart, diep in uw haar te zullen slapen’ [gz9] in het carnet van 1924-1925 (H-67, p. 47v en 48r).


[pagina 410]
[p. 410]
T: De gids 89.iv (december 1925), p. 311. /29/
M2: Manuscript H-76,19.
P1-3: Drukproeven D H-78,21.
D: God aan zee, p. 21.

Datering

Kort voor 3 augustus 1925.

Ontwikkelingsgang

I

Van de Woestijne heeft in meerdere zittingen aan dit gedicht gewerkt, en het enkele malen gedeeltelijk of geheel hernomen. In het carnet voor 1924-1925, op een niet nader te bepalen datum kort voor 3 augustus 1925 (p. 48r), schreef hij een aanzet van twee regels in blauwe inkt.

  C:AGa naar margenoot+  
 
1   a I
  a Aan uwen schouder, aan uw hart te zullen slapen

2   a Ga naar margenoot* als in een zoele vacht
 
  [Stadium A werd doorgehaald in stadium B]

Lager op dezelfde pagina noteerde hij een andere aanzet, waarvan het verband met ‘Diep aan uw hart’ onzeker is:



illustratie

  C: paralipomenon  
 
(1)   a De zee   in
  a [ ] [i]s blind aan U die blikkert in mijn blikken
 
  [Geheel door gehaald in stadium B]

Beide korte fragmenten werden doorgehaald toen Van de Woestijne met dezelfde inkt een meer uitgewerkte staat (B) vervaardigde, met een gedeelte boven en een gedeelte onder het doorgehaalde paralipomenon.



illustratie

  C:BGa naar margenoot+  
 
1   Diep in uw haar, in uwen nek te mogen slapen,

2   o duister-zoele vacht

3   a Uw klaarte een menigvuldge   warmte om mijne slapen  
  b [ ] vlamme [ ]

4   a ik, eindelijk, de   nacht;
  b [ ] zéekre [nacht;]
 
  [strofewit]  

5   a Uw adem die uw rug beweegt en   [streep]
  b [ ] die mijn blooten,

6   mijn open mond doorschroeit;

[pagina 411]
[p. 411]


illustratie

7 a en mijn   gesloten oog dat, op uw licht gesloten,  
  b [ ] bewegend [ ]

8   als een bewogen bloeme bloeit:
 
  [open ruimte]

9   Maar ik [ ø ]

10 a die   wak
  a [ ] glanzend waakt en lacht...

11 a Ik ben   die [ ø ] in [ ø ] hoede
  b [ ] in uwe [ ø ] [hoede]

12 a de onnoozel-diepe   nacht
  b [ ] en -rijpe [nacht]

Direct hieronder voegde Van de Woestijne een nieuwe strofe toe (C:CI); bovendien herschreef hij de eerste zes regels op de linkerpagina (C:CII, p. 47v). De beide gedeelten kunnen ook in omgekeerde volgorde vervaardigd zijn.



illustratie

  C:CIGa naar margenoot+  
 
13   Het uur renne over 't uur in eeuwige geboorte

14   a de zee weve   haar net
  b [ ] aan [haar net]

15   ik duik in 't duister van Uw klaarte

16   a als in een bed
  b gelijk een beedlaar in een bed

  C:CIIGa naar margenoot+  
 
1   a Diep in   uw  
  a [ ] het haar van Uwen nek te mogen   sla[x]
  a [   ] [sla]pen,

2   o duizel-zwarte vacht;

3   Uw kin een kegge klaart op mijn doorpriemde slape

4   maar eindlijk, ik, de nacht
 
  [strofewit]

5   Uw adem die Uw rug beweegt en die mijn blooten,

6   mijn open mond doorschroeit
 
  [Stadium CII werd doorgehaald in stadium D]

Enige tijd later werkte Van de Woestijne voort aan het gedicht, daarbij de blauwe inkt verruilend voor potlood. Allereerst benutte hij de linkerpagina waar alleen de zes regels uit CII stonden. Hij haalde deze regels door en zette de eerste strofe en twee woorden van een volgende versregel op papier (C:D).

[pagina 412]
[p. 412]


illustratie

  C:DGa naar margenoot+  
 
1   Diep in het haar van uwen nek te mogen slapen,

2   o duizel-zwarte vacht;

3   Uw kin een kegge klaart in mijne rechter-slape;

4   ik, eindlijk, in mijn nacht;
 
  [strofewit]

5   Uw adem [ ø ]
 
  [Stadium D werd doorgehaald in stadium E]  

Na de laatste regels wederom geschrapt te hebben, maakte de dichter voor het eerst een meer volledige versie. Hij schreef de drie strofen die al een of meerdere keren aan bod gekomen waren (de regels 1-8 en de strofe uit stadium CI) onder elkaar (EI), en voegde met een lijn na de tweede strofe een nieuwe in (EII) die hij bovenaan de rechterpagina schreef. Onderaan ontwierp hij daarna nog de slotstrofe (EIII). De laatste regels daarvan werden afzonderlijk hernomen (EIV).



illustratie

  C:EIGa naar margenoot+  
 
1   a Diep aan uw hart, diep in uw haar te   mogen slapen,  
  b [ ] zullen [ ]

2   o duizel-zwarte vacht;

3   Uw kin een kegge klaart op mijn doorpriemde slapen,

4   a ik, eindlijk, in mijn   nacht;
  b [ ] zéekren [nacht;]
  [strofewit]  

5   Uw adem die Uw rug beweegt en die mijn blooten,

6   mijn open mond doorschroeit;

7   maar mijn bewegend oog dat, op uw licht gesloten,

8   als een bewogen roze bloeit...
 
  [strofewit]Ga naar margenoot+

9   a - Het uur   lope
  a [ ] [lo]ope over 't uur in eeuwige geboorte;

10   staêg maas' de zee haar net:

11   ik, eindlijk, duik in 't eindloos duister van uw klaarte

12   gelijk een beedlaar in een bed
 
  [r. 9-12 worden r. 13-16 na invoeging van EII]

[pagina 413]
[p. 413]


illustratie

  C:EIIGa naar margenoot+  
 
9   a mijn oog dat   [ ø ] gaat sluiten
  b [ ] trager wordt mijn oog   dat dra zal [sluiten]

10   gelijk een roze sluit

11   a (de   dag is [ ø ] buiten
  b [ ] zonne-dag is vol aldra en loomt daar-[buiten]

12   a aan de ruit)
  b maar davert aan de venster-[ruit)]
 
  [Met een lijn is deze strofe na r. 8 van EI geplaatst]

  C:EIII  
 
17   En zoeke dan uw blik in [ ø ] begeerteGa naar margenoot+

18   de [streep] die gij nimmer vondt

19   a [ ø ]

20   a de stempel van mijn   mondGa naar margenoot+
  b [ ] slapers[mond]

  C:EIV  
 
19   a than
  a nu ga ik slapen
  b ik slaap bijna;

20   gij voelt aan 't hart de schroeige klaarte

21   de stempel van mijn slapers-mondGa naar margenoot+

Het zal meteen na het beëindigen van deze delen zijn geweest dat Van de Woestijne ertoe overging enkele pagina's verderop in het carnet (p. 51r) met hetzelfde potlood het bereikte resultaat uit te schrijven; de slotstrofe was nog altijd niet voltooid (C:F).

Op de volgende blanco pagina (p. 52r) schreef hij met inkt de eerste voltooide versie (G). Deze laatste stadia zijn in de gecombineerde synopsis opgenomen.

II

M1 is kopijhandschrift voor T geweest.

Varianten en correcties



illustratie

  (C:A-E niet opgenomen)Ga naar margenoot+  
 
3 C:F uw kin een kegge   klaart op mijn doorpraamde slape :
  C:G |   | ;
  M1-D | | klaarte |   |

4 C:F ik, eindlijk,   in mijn zéekren nacht;  
  C:G-D | | naar | |

[pagina 414]
[p. 414]


illustratie

5 C:F   Uw adem die uw rug beweegt en die mijn   blooten,  
  C:G a |   | bloote ,
  a u[w] [   ]
  M1-D   |   |

6 C:F   mijn open   mond doorschroeit,
  C:G-D   | | voorhoofd schroeit;Ga naar margenoot+

9 C:F   mijn oog   dat, trager, dra zijn   eigen   klaart zal sluiten  
  C:G a |   |
  b [   ] licht [ ]
  M1-M2   |   |
  P1   | |, | | [ontbreekt] |   |
  P2 a |   |
  b [   ]   open   [   ]
  P3, D   |   |

10 C:F   gelijk   de roze sluit  
  C:G, M1   | | een roos zich | |  
  T   |   | ;
  M2   |   | ,
  P1 a |   |
  b [   ] ;
  P2-D   |   |

11 C:F a (de zonne-[x]  
  a [ ] [zonne-]dag is vol aldra en loomt   daar-buiten,  
  C:G a | | zoh  
  a [ ] [zo]nne-dag is vol aldra en loomt   daar-buiten,  
  M1-M2   |   |
  P1-D   |   | daarbuiten,Ga naar margenoot+  

15 C:F   ik , eindlijk, duik in 't   Ga naar margenoot* einloos duister van uw klaarte  
  C:G   || ◦ | | ◦ | | eindloos | |
  M1   || , | |, |   |
  T   ík |   |
  M2-D   ik ◦ | | ◦ |   |

16 C:F   gelijk een beedlaar in een bed .
  C:G-T   | | ;
  M2-D   | | .

17 C:F   En Ga naar margenoot* wez uw   oog [ ø   ] verstarrend in begeeren
  C:G a | | wake uw   stralend oog verstard in bang begeeren  
  b [   ] blanke blik   [   ]  
  M1   en |   |, |   | ,
  T   doch |   |
  M2-D   En |   |

[pagina 415]
[p. 415]


illustratie

18 C:F   gelijk een   [ ø ] brand  
  C:G-D   | | dubble   | | :

19 C:F a ik slape ín uw haar;   'k ligge aan uw hart; gij zult niet weren  
  b [] ligge [   ] brande [ ]
  C:G a 'k zinke in |   | brand | |
  a [] [zink] [   ]
  M1, T   |   |, |   |
  M2-D   |   |; |   |

20 C:F   den stempel van mijn   slapers-mondGa naar margenoot+  
  C:G-P1   |   | .  
  P2 a |   |  
  b [ ] [sl]á[pers-mond.]  
  P3, D   |   |

Zetfouten

P1-D r. 3: slapen | slape (zie noot 1)
P1-2 r. 9: een versvoet ontbreekt waar in eerdere bronnen eigen stond; in P2 voegde Van de Woestijne open in.

Noten

1In de proeven voor God aan zee en in de bundel staat in r. 3 ‘mijn doorpraamde slapen’ terwijl alle eerdere bronnen het laatste woord in enkelvoud hebben. Gezien de in de regel getekende situatie lijkt het meervoud hier een vergissing; in de leestekst is daarom het enkelvoud ‘slape’ opgenomen.
2In het carnet van 1926 komt een aanzet van een gedicht voor, die nauw verwant is aan ‘Diep aan uw hart, diep in uw haar te zullen slapen’ (carnet H-72, p. 20r). De strofe kan echter niet als voorstadium gelden, omdat ‘Diep aan uw hart’ al in de zomer van 1925 voltooid was en gepubliceerd in De gids van december daaropvolgend. Volledigheidshalve volgt hier het fragment in een synopsis; fase a is geschreven met blauwe inkt, fase b met potlood.


illustratie

1 a Leg naast mijn hoofd uw hoofd; leg aan mijn   koelen schouder  
  b [ ] warmen [ ]
2 a alover mijnen rug [ ø ] de   heete   kegge van uw kin  
  a [   ] [ ø ] [ ]
  b [over] [mijn] [   ] kille   [ ]
3 b Uw blik is zwart en heet, de mijne bleek en kouder
4 b Wij meten kim aan kim
3Literatuur: Jansen, ‘Echo's uit de onderwereld.’

margenoot+
[→B, 1-2; →CII, 1-2; →D, 1-2; →EI, 1-2; →1-2]
margenoot*
[of: Als]
margenoot+
[1-2←A; 1-5→D; 1-6→CII; 1-8→EI, 1-8; 1-8→1-8]
margenoot+
[→EI, 9-12; →13-16]
margenoot+
[1-2←A; ←B, 1-6; 1-5→D; →EI, 1-6; →1-6]
margenoot+
[1-2←A; ←B, 1-5; ←CII, 1-5; →EI, 1-5; →1-5]
margenoot+
[1-2←A; 1-5←D; 1-6←CII; 1-8←B, 1-8; 1-8→1-8]
margenoot+
[9-12←CI; 9-12←13-16]
margenoot+
[→9-12]
margenoot+
[→17]
margenoot+
[→EIV, 21;→20]
margenoot+
[←EIII, 20; → 20]

margenoot+
[1-2←A; 1-5←D; 1-6←CII, 1-8;←B, 1-8; 1-8←-EI, 1-8]
margenoot+
[9-12←EII]
margenoot+
[13-16←CI; 13-16←EI, 1316]
margenoot*
[lees: eindloos]
margenoot*
[lees: weze] [←EIII, 17]
margenoot+
[←EIII, 20; ← EIV, 21]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken