Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
Afbeelding van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaatToon afbeelding van titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.13 MB)

Scans (30.94 MB)

ebook (15.81 MB)

XML (3.04 MB)

tekstbestand






Editeur

Leo Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

(1996)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[GZ32] Die mijn linker-hand omvingert

Overlevering

C: Carnet H-63, p. 41v, 42r.
T: Dietsche warande & Belfort 24.i (maart 1924), p. 196. /27/
M: Manuscript H-76,54.
P1-3: Drukproeven D H-78,56 (P1); H-78,57 (P2-3).
D: God aan zee, p. 57.

Datering

27 juni 1923.

Ontwikkelingsgang

De drie stadia waarin Van de Woestijne het gedicht tot stand bracht, zijn waarschijnlijk in éen sessie geschreven op ‘27 Juni’, de datum die hij in het carnet van 1923 boven het eerste stadium schreef op p. 42r.

In eerste instantie schreef Van de Woestijne twee strofen (C:A). Ze vertonen grote overeenkomst met de uiteindelijke beginstrofen, maar hun onderlinge volgorde is omgekeerd.



illustratie

  C:AGa naar margenoot+  
 
1   Heil'ge oneindigheid van 't lijden

2   a aldoor hongrend naar u-zelf,
  b slechts nog [hongrend naar u-zelf,]

3   a naar   ee
  a [ ] wat zonne bij 't verscheiden,

4   naar wat maan in 't laatst gewelf
 
  [strofewit]Ga naar margenoot+

5   a [x]  
  a Die mijn linkerhand   doorvingerd
  a [ ] [doorvinger]t

6   laat mijn rechtre vlak en leêg

7   a Heel   den herfst   is in den wingerd  
  b [ ] [de] [ ] gloeit [ ]

8   a en mijn hart   ik  
  a [   ] [i]s heet en veeg  
  b heel [   ]

[pagina 482]
[p. 482]

Hieronder hernam Van de Woestijne deze strofen, waarbij ze ten opzichte van elkaar verwisseld werden. Ook zette hij een derde strofe aan (C:B). Op de naastliggende linkerpagina (p. 41v) hernam hij opnieuw, om te komen tot een voltooide versie (C:C). De beide laatste stadia zijn in de gecombineerde synopsis opgenomen.

Varianten en correcties



illustratie

  (C:A niet opgenomen)Ga naar margenoot+  
 
1 C:B   Die mijn   linker-hand omvingert  
  C:C   |   | linkerhand   doorvingert
  T   |   | omvingert  
  M-P2   |   | linker-hand | |
  P3   Wie |   |
  D   Die |   |

3 C:B   Heel de herfst   stolt in den wingerd;  
  C:C   | | gloeit | |
  T-D   | | stolt | |Ga naar margenoot+

5 C:B   Heil'ge   koppigheid   van 't lijden;  
  C:C a |   | oneindigheid   | |...
  b Laatste   aan   [ ø ] [   ]
  c [ ø   ] [   ]
  T-D   Heil'ge   koppigheid   | |:  

6 C:B   geene hoop dan om me-zelf:  
  C:C a Nog wat   hongren naar u-zelf,  
  b [ ] hopen van me[-zelf][,]
  T-D   geene hoop meer om | |;

7 C:B   zonne, zonne bij 't verscheiden,  
  C:C   naar wat zonne bij 't verscheiden,
  T-D   slechts | | ◦

8 C:B   en   wat   mane in 't laatst gewelf.  
  C:C   || - |   |
  T   || ◦ |   |
  M-D   |   | maan | |

9 C:B   Neen: gij zult [ ø ] dragen  
  C:C a 'k Zal mijn eindlijk stoelken zetten  
  b Dán: [   ]
  T-D   Neen: |   |

10 C:B   die u [ ø ] bergt  
  C:C   aan den rand waar de afgrond gaapt.
  T-D   |   |...

[pagina 483]
[p. 483]


illustratie

11 C:B   [   ø   ] vragen  
  C:C a En   gij zult mijn   oogen betten  
  b [   ] blikken [ ]
  T   - En   Gij |   |
  M a - Maar   gij |   |
  a [ ]   G[ij] [   ]
  P1   Maar   gij |   |
  P2 a |   |
  b - [Maar]   [   ]
  P3 a |   |
  b [   ] Gij [   ]
  D   [   |

12 C:B   [   ø ]  
  C:C   met   uw duister, en beletten,  
  T, M   | | Uw |   |
  P1-D   |   | ◦

13 C:B   [ ø   ]  
  C:C a God, dat de ooge   schreit of slaapt.  
  b [ ] weent [   ]
  T-D   |   |
 
  [Hoeveel versregels Van de Woestijne in stadium B voor de slotstrofe voorlag, is onzeker.]

Noten

1De variant in P3 r. 1 (‘Wie’ voor ‘Die’) ontstond doordat Van de Woestijne de in de proeven nog ontbrekende grote initiaal zelf - afwijkend - invulde. De variant in P1, r. 11 ontstond doordat Van de Woestijne bij het corrigeren van de zetfout ‘En’ in plaats van ‘- Maar’ het kastlijntje wegliet.
2Dit gedicht en het vorige hebben in het netafschrift voor A.A.M. Stols (M) en de eerste proef een omgekeerde volgorde. Van de Woestijne gaf de definitieve schikking aan bij correctie van P1.
3Van het gedicht verscheen een vertaling in het Frans.

margenoot+
[1-4→5-8]
margenoot+
[5-8→1-4]

margenoot+
[1-4←A, 5-8]
margenoot+
[5-8←A, 1-4]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken