Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
Afbeelding van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaatToon afbeelding van titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.13 MB)

Scans (30.94 MB)

ebook (15.81 MB)

XML (3.04 MB)

tekstbestand






Editeur

Leo Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

(1996)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[GZ40] Zie, ik ben niet, dan uit uw hand geboren

Overlevering

C: Carnet H-63, p. 44v, 45r.
M1: Manuscript H-66,[5].
T: Orpheus 1.4 (februari 1924), p. 22. /26/
M2: Manuscript H-74,38.
M3: Manuscript H-76,65.
P1-3: Drukproeven D H-78,67.
D: God aan zee, p. 67.

Datering

20 juli 1923.

Ontwikkelingsgang

I

Van de Woestijne heeft het gedicht waarschijnlijk in éen sessie geschreven. Onder de datum ‘20 Juli’ (1923) schreef hij de eerste versie van de eerste strofe en van een groot deel van de tweede strofe op p. 45r van zijn carnet (C:A).



illustratie

  C:AGa naar margenoot+  
 
1   Zie, ik ben niets dan, uit uw hand geboren,

2   a een appel dien , gerijpt , ge
  a [   ] gij vallen laat.

3   a Mijn   bloeme vulde   een duistre honig-raat
  b [ ] [bloem] [ ] eens [een duistre honig-raat]

4   en ga 'k den greetgen menschen-mond verloren

5   a ik weet dat   de
  a '[k] [ ] aan de aarde niets verloren gaat
 
  [strofewit]  

[pagina 502]
[p. 502]


illustratie

6   a Ik ken het nut van bloeien en van   vallen.
  b [ ] sterven[.]

7   Ik heb gegeurd, mijn God, en 'k heb gevoed.

8   Thans ben ik die, verdorven, sterven moet.

9   [ ø ]

10   [ ø ] die gij herleven doet

Op de linkerpagina hernam hij gedeelten van A: de twee slotregels van de eerste strofe (C:BI) en daaronder drie slotregels van de tweede strofe (C:BII).



illustratie

  C:BIGa naar margenoot+  
 
4   Thans ga 'k me-zelf in de eigen vrucht verloren,

5   maar 'k weet dat Gode niets verloren gaat.

  C:BIIGa naar margenoot+  
 
8   a Thans ben 'k die,   beursch, me-zelven derven moet.  
  b [ ] [beursch]-verdorven, [ ]

9   Doch Gij voorziet mijn eeuwig-dauw'ge verwe

10   a ten boom-gaard waar ge me   einlijk beuren[?] doet  
  a [ ] [ein]d[lijk] geu[ren] [ ]
  b [ ] eindloos   [   ]

II

M1 is kopijhandschrift voor T geweest.

Varianten en correcties



illustratie

  (C niet opgenomen)Ga naar margenoot+  
 
1 M1-P2   Zie, ik ben niet, dan uit   uw hand geboren,  
  P3 a |   |
  b [ ] U[w] [ ]
  D   |   |

2 M1 a een appel   dien   gerijpt   gij vallen laat.  
  a [   ] , [ ],   [   ]
  T   |   |
  M2   | | die   |   |
  M3-D   |   | Gij | |Ga naar margenoot+

4 M1, T   Thans ga 'k me-zelf in de eigen vrucht verloren;  
  M2   | | ,
  M3-D   | | ;

[pagina 503]
[p. 503]


illustratie

5 M1-M2   maar 'k weet dat Gode niets verloren gaat.  
  M3   Ga naar margenoot* Maar | |
  P1-D   maar | |

6 M1-M2   Ik ken het nut van bloeien en van sterven;  
  M3-D   | | .

7 M1-M2   ik heb bedwellemd, God, en 'k heb gevoed.  
  M3 a || b  
  a [] heb bedwellemd, God, en 'k heb gevoed.  
  P1-D   Ik | |Ga naar margenoot+

8 M1, T   Thans ben 'k, die, beursch-verdorven, derven moet.  
  M2-D   | |◦ | |

9 M1   Doch   gij voorziet mijn   eeuwig-dauw'ge verwe  
  T   | | gíj |   |  
  M2   | | Gij |   |  
  M3 a |   | eeuw'  
  a [   ] [eeuw]ig-daauw'ge   verwe  
  P1 a |   | verve  
  b [   ] [ver]w[e]
  P2   |   | verve  
  P3 a |   |
  b [ ] [G]íj [   ]
  D   |   |

10 M1, T   ten boom-gaard, waar   ge me eindloos geuren doet.  
  M2-D   | | Ge | |

Zetfouten

P1-D r. 5: Maar | maar
  r. 7: ik | Ik

Noten

1In T beginnen de versregels met een kapitaal.
2Van het gedicht verschenen vertalingen in het Frans (2x) en het Friulaans.

margenoot+
[→1-10]
margenoot+
[→4-5]
margenoot+
[→8-10]

margenoot+
[1-10←A]
margenoot+
[4-5←BI]
margenoot*
[lees: maar]
margenoot+
[8-10←BII]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken