Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Samen bergopwaarts! (ca. 1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Samen bergopwaarts!
Afbeelding van Samen bergopwaarts!Toon afbeelding van titelpagina van Samen bergopwaarts!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.57 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Samen bergopwaarts!

(ca. 1906)–Johanna van Woude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 139]
[p. 139]


illustratie

XIX.
Wat zal ik worden?

‘Wat zal ik worden?’

Laat toch nooit die vraag door een ander beantwoorden, maar onderzoek waar uw eigen neiging u het geschiktst voor maakt.

‘The soul's emphasis is always right,’ zegt Emerson. In eigen ziel is het antwoord te vinden; een ander kan er niet over oordeelen, en ons dus ook geen plezier in ons werk of succes brengen.

En plezier in ons werk en succes zijn tweelingzusters, die naast elkaar gaan als een mensch en zijn schaduw.

Ieder meisje wenscht zich een loopbaan, die haar succes zal brengen.

[pagina 140]
[p. 140]

En wat is succes?

Geen twee menschen denken daar eender over.

‘Zoudt u willen ruilen met die vrouw?’ vroeg ik aan een jonge schrijfster, doelende op iemand, die veel geld verdiende in een uitgebreide drogistzaak.

‘O neen!’ was het besliste antwoord. ‘Ik zou liever schrijfster zijn, al was het voor zes gulden in de week, dan te moeten staan pingelen op een dubbeltje.’

Voor de ééne was het werk alles, voor de andere de winst. Ze zouden geen van beiden hebben willen ruilen. Hoe weinig zou Beethoven, die in gebrek leefde en stierf, gegeven hebben om de millioenen van een Van der Bilt, en wat zou Van der Bilt hebben kunnen vinden in de Angelus van den schilder Millet?

Hoe zou een insectengeleerde waarde hechten aan de uitvindingen van een Edison en wat geeft de beheerscher van den bliksem om de gewoonten van mieren?

Succes is altijd individueel.

En gij meisjes, die dit leest, welke loopbaan kiest gij?

[pagina 141]
[p. 141]

Kiest de loopbaan, die u koos, en die u succes zal brengen. Van uwe keuze hangt alles af.

 

Ieder heeft wel eens een locomotief gezien, die door menschenhanden werd bewogen. Er was een dozijn kerels voor noodig en och, hoe langzaam kroop het ding over de rails; en hoe heel anders vloog het gevaarte voort, als het inwendige vuurtje brandde!

Lust en aanleg - dat zijn kolen en water van het inwendige vuur, die de machine met geheime kracht voortdrijven.

Zijt ge wel eens belast met de zorg voor een vreemd kind?.... Na een paar uur had het u al boos gemaakt, denk ik, of moe en lusteloos om het nog langer bezig te houden. Maar een moeder is nooit moe en het getob is haar een genot, want het is haar eigen kind.

Zorg dus voor het inwendige vuur, dat u voorwaarts drijven moet.

‘Wel,’ zuchte een heldin uit zeker boek, ‘ik heb gedaan wat ik kon.’

‘Neen,’ antwoordde hare zuster, ‘je hebt gedaan wat je niet kon.’

Dit meisje had een eenvoudige broodwinning

[pagina 142]
[p. 142]

versmaad, en was een boek gaan schrijven; niet omdat ze er talent voor had, maar omdat ze het zoo ‘fatsoenlijk’ vond.

En zoo lijden vele carrières schipbreuk op de klip der fatsoenlijkheid. Zal werk ‘fatsoenlijk’ zijn, dan moet het fatsoenlijk worden gedaan, en het fatsoenlijke zit niet in het werk zelf, maar in de vrucht er van. De geboren modemaakster zal geen goeden roman schrijven, en de geboren dichteres kan geen hoedje elegant garneeren. Menig uitstekend kookstertje zou zich met een schilderij belachelijk maken en een goede stenografe kan de buren tot wanhoop brengen door haar pianospel.

 

Stel u een ideaal en jaag er naar.

Eens uit rijden zijnde, moest mijne gezellin afstappen aan een boerderij en terwijl ik wachtte, hield de boerin een praatje met mij.

Onder het praten naderde ons een man, die in een wonderlijk pak stak. In de broekspijpen was geen fatsoen, de jas was van een nooit gekende mode, en het vest had iets onvergetelijks.

‘Waar koopt je man zijn kleeren?’ vroeg ik.

‘Ik maak ze zelf.’

[pagina 143]
[p. 143]

‘En waar krijg je de patronen?’

‘O,’ zei de vrouw, ‘ik zeur niet met patronen. Ik kijk Jansen maar eens aan en dan ga ik knippen.’

 

‘Het leven is teleurstelling,’ zeide een vrouw tot mij, een herhaling van wat reeds uit vele monden klonk en uit vele pennen vloeide; en na haar vertrek vroeg ik mij af, waarom toch voor zoovelen het leven teleurstelling is. En het antwoord was dat de ramp voortkwam uit dezelfde oorzaak, die den armen Jansen zoo slecht kleedde: gemis van patroon.

Wie kan ooit iets goeds fatsoeneeren of samenstellen zonder patroon? Alle schoonheid der wereld, door menschen voortgebracht, is te danken aan voorbeelden, aan patronen, aan idealen.

Wat is een patroon?

Iets dat men navolgt en waarbij men eigen arbeid vergelijkt, niet waar? Als de beeldhouwer het marmer vormt, heeft hij zijn model aanhoudend in het oog; geen penseelstreek wordt door een schilder gedaan of hij heeft eerst een blik op zijn voorbeeld geworpen.

Geen zin wordt door den auteur neergeschre-

[pagina 144]
[p. 144]

ven of hij herinnert zich zijn plan, en als ge een japon gaat maken, dan speldt ge de stof precies op het patroon, opdat ge niets te wijd of te nauw zult maken.

En zoo is het ook met onze carrière. Begint ge uw weg, vraag u dan dadelijk af wàt ge bereiken wilt, en houd daarop het oog gevestigd bij al uw streven. En stel uw wenschen hoog; al bereikt ge ze nooit, ge zult altijd verder komen, dan zij die weinig van zichzelf eischen. Goed werk kan zich alleen vormen naar een goed patroon.

 

Domme menschen beschouwen de verbeelding als een nevelachtig en onnut ding, waar men zich voor wachten moet.

‘Laat je verbeelding niet met je op den loop gaan!’ Dat schampere woord heeft al wat enthousiasme beteugeld, zoo niet vermoord. De verbeelding is een groote macht, en wanneer zij met iemand ‘op den loop’ gaat, kan zij werken als dynamiet.

Wat beteekent het woord: verbeelding? Het daarstellen in gedachten van een niet bestaand, innerlijk beeld, - een ideaal.

[pagina 145]
[p. 145]

Verbeelding is het levensbeginsel van enthousiasme en, zoo zegt Emerson: ‘Zonder enthousiasme wordt niets goeds tot stand gebracht.’

Verbeelding ‘ging op den loop’ met Peter de Kluizenaar, en over de aarde dreunden de voetstappen van duizenden, die strijdend en lijdend en stervend één ongeletterd en tot dusver onbekend man volgend, die zichzelf en zijne volgers had in gloed gezet door de gedachte: het graf van Jezus moet uit de handen der Muzelmannen.

Wij hebben de electrische telegraaf en de onderzeesche kabel, omdat de verbeelding geen rust liet aan Samuel Morse en Cyrus Field, eer de boodschappen tusschen werelden en werelden werden getikt en gebliksemd in verstaanbare teekens.

Wij rijden, en koken ons voedsel, en verlichten onze huizen door electriciteit, omdat de verbeelding in galop ging met Mozes Farmer en Edison. De vereenigingen van het Roode Kruis en het Witte Kruis, en vele andere, werken als een zegen over de gansche wereld, omdat in de zielen van vrouwen als Florence Nightingale en Jenny Collins de verbeelding zich niet wou laten breidelen.

[pagina 146]
[p. 146]

Laat uwe verbeelding vrijen teugel en laat haar door niemand in den weg staan.

 

Werk, dat ge liefhebt - dat is het mooiste wat het leven u brengen kan. Zie in de menschenwereld rond. Een edel bestaan gaat met ijverig werken hand aan hand. En als ge andere levens gadeslaat, dan zult gij bemerken dat het leed minder invloed op den mensch heeft, als hij eigen ziel blank houdt en zijne plichten nauwgezet vervult, dan als hij er maar op toeleeft, genot zoekende en zorgeloos.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken