Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cyrurgie (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cyrurgie
Afbeelding van CyrurgieToon afbeelding van titelpagina van Cyrurgie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

XML (1.72 MB)

tekstbestand






Editeur

E.C. van Leersum



Genre

non-fictie

Subgenre

artesliteratuur
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cyrurgie

(1912)–Johan Yperman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Vierde boec. Van den monde.]

Dits die tafele vanden vierden boeke ende tractert vanden monde ende heeft in .20. capittelen. Ende ierst vander sceppenissen van den mont.

.2.van den huve in die kele
.3.van den ziecheiden die in die tonge comen.
.4.vander swillingen vander tongen
.5.van sweringen op die tonge
.6.van clievingen vander tongen
.7.vander bint adren
.8.van ranula onder die tonge
.9.van spasme vander tongen
.10.van verlagen vander tongen
.11.van puusten van den mont ende van den vlagen
.12.van ziecheiden van den tantvlesce
.13.van cankere int tantvleesch
.14.van groeten vlesce an tantvleesch alse spenen
.15.van clievingen vanden lippen
.16.van den tantvlesce geswollen
.17.van hoe die tantswere toe comt
.18.van te genesene tantswere sonder gaten
.19.van tanden met gaten
.20.van tanden wit te makeneGa naar voetnoot1).
[pagina 103]
[p. 103]

Ga naar margenoot+Die mont es hol ende Ga naar margenoot+binnen alomme verhuut. dewelke huut es vaste an die mage ende dat binnen. waerbi dat somwile so comt enege dinc ant palas van den mont dwelke doet den mensce spuwen. Ter holheiden vanden mont so comen .2. wegen vanden welken dient deen van swilgene. ende dander van ademene. dats den adem met in te halene ende uut te sendene. bi den welken dat de mensce sprect ende ademt ende es geformert van cartillagen. vanden welken deen es geheten met sulken lieden die cnopGa naar voetnoot1) vander kelen ende dander es achterwert iegen dbeen vanden halscnocke. ende hee(f)t en genen name hebbendeGa naar margenoot+ ende terde es geheten cunnele of deckingeGa naar voetnoot2) ende dit es gevoucht metten gecnoese dat geheten es die cnop vander kele. Ende dits

[pagina 104]
[p. 104]

Ga naar margenoot+dat cunnele heet dat roert bi siins muskelen bi den welken alse de mensce sprect. so luuct die wech vander longenen ende ontdoe(t) den wech van den geswilge. dat geheten es ysopagus ol binnen op dendeGa naar voetnoot1). Want alse de mensce sprect

Ga naar margenoot+ende eet. so gevallet onderwilen dat de spise daer in gaet. ende dan so moet hijt unthoesten bi crachte. Boven desen lede gaet of hanget die huuf. binnen den huve so siin gaten van den nese. dewelke huuf es boven dicke ende onder smal ende scarp. dwelke den luut Ga naar margenoot+blouwet ende sceppenisse geeft comende uter longenen dore den roepere. Waerbi dat men vint lieden die spreken dore den nese bi naturen die en genen huuf en hebben. dore welken huuf die herssenen hem purgieren van harer overvloyentheden. ¶ In die holheit vanden monde so es gecoppelt die Ga naar margenoot+tonge. dat een led es van vulten ende moru vleesch ende van adren meer dan bedarf andere leden. Ende si heeft in haer wortele. dats int begin ter kelen wert 2. fonteynen. in dwelke si vergadert haer speecsel dat die tonge verscht. dewelke tonge dient der spisen te Ga naar margenoot+keerne onder die tanden alse de mensce cuwet. bi welken enen mensce toe comt smake. Ende si Ga naar margenoot+snijt oec den luut die comt uten roepere ende formeret dwort. waerbi die dicke tongen hebben en spreken niet also claerlike haer word alse die hebben dunne tongen. ¶ Ende daer siin oec die tanden binnen. ende sulke siin diere hebben .32. .16. onder ende .16. boven. Ende sulke hebbender .28. .14. onder ende .14. boven. dewelke tanden siin van den geslachte vanden benen Ende si hebben beseffelijcheiden in maer dat en doen ander been niet. ¶ Ende buten den tanden so siin lippen. die sijn die doren vanden mont ende oec hulpe vander spraken. dat behoort al den mont. in welke vorseide dingen mogen comen vele ziecheiden ende in elcGa naar margenoot+ sonderlinge. van welken men hierna sal wisen van elker ziecheit sonderlinge .1. deel.

voetnoot1)
1
Ga naar margenoot+Yerst dye scepenesse van der mont bynnen
2
vanden huden biden rade van plateariusse
3
vander tonghen ende van der ziecheden dye comen indye tonge
4
vanden puusten oft bleynen op dye tonghe inden mont
5
van swellinge oft zweeringhe op dye tonghe
6
van clievynge op die tonge
7
vander bynt adere
8
van ranula ane die tonge dats eene aposteume alse clieren geswollen
9
van spasme vander tongen dats wedertreckinghe
10
van verlaginghe dat soe heet Joechteyt vander tongen
11
van puusten vander mont ende van vlayinghen
12
vander siecheyt vanden tantvleesche
13
vanden kanckere int tantvleesch oft eldere
14
van groten vleesche ant tantvleesch alse spenen
15
van clievynghen vanden lippen oft vlayinghen
16
vanden tantvleesche dat geswollen ende gesceden
17
vanden anderen oft van den lippen
18
van dat dye sweeringe vanden tanden toe compt
19
vanden tanden dye cuere dye sweeren sondergaten
20
vanden tanden dye sijn gegaet dye cuere dair off
21
vanden tanden die sweert zijn wit te makene.
Dye scorpnesse vander mont ende dair bynnen
Ga naar margenoot+Hier beghint den bouc van der mont
Hier ent den bouc van der nesen ende hier comt ane den bouc vander mont ende van al datter binnen es.
‘Die taffele der of’
Van den huve bi den rade van platearius
Van der thongen ende boren siecheit
Van puusten ofte bleinen op der tonghen
Van der zweeringe der tongen
Van der cleevinge der tongen
Van der bint aderen ane de thonge hebbende
Van ranula onder den tonge
Van den crampen in der tongen
Van der yichticheeden der tongen
Van puusten des monts in comende binnen
Van den siecheden des tantvleesch
Van den cancker ane dat tantvleesch dore
Van cleevinghen der lippen ofte vlaminghen
Van den tantvleesch ghezwollen
Hoe die zweeringe der tanden toe comt
Die cuere der tanden van der zweeringhen
Ga naar margenoot+Van zwarten tanden wit te makene ende te suveren.
Hier beghint dat cappittele van den monde. Ende van al datter binnen es.
margenoot+
G 76c.
margenoot+
C 34c.
margenoot+
C 34d.
margenoot+
G 77a.
margenoot+
C 34d.
voetnoot1)
C: crop
margenoot+
G 77b.
voetnoot2)
C: decsele
margenoot+
C 35a.
voetnoot1)
G: etende
margenoot+
B 131b.
margenoot+
G 77c.
margenoot+
†
margenoot+
C 35b.
margenoot+
G 77d.
margenoot+
G 78a.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken