Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(VII, 13)

(333v) [N]aer alle de voorseyde plaetsen ghevisiteert, ende drie oft vier waerf wel ende hopelic den coopman daer mede zij commen waren, met goeden wijne ghefeestiert hebbende, dat de lieden van dien lande zeere wel nemen, baden den zel-

[pagina 340]
[p. 340]

ven, hemlieden te willen gheleeden ten hove vanden coninc omme dien te moghen siene ende sprekene, twelcke hij gheerne zo dede, maer bij onghelucke was de zelve coninc up dien tijt zeere onlustich, zo dat binnen alder tijt hemlieden daer wesende, zij in zijne presencie niet ghecommen, hem ghesien noch ghespreken en consten, maer worden gheleedt duere en weder duere tpalais, ende in alle de schoone hoven ende bogaerden daer rontomme ligghende, dat eene sake es bet ghelijckende eenen eerdschen paradijse dan woonsten van meinsschen. Ende aldus commende ende gaende over en wedere, vraeghden den coopman naer de condicien ende wesene des voorseyden conincx, up twelke hij zeide dat de zelve als noch jonc was van twintich jaren, ghenaemt Jacop Bey, zone vanden Souccasser, zeer redelic verstandele ende wijs, lanc van staturen, van aensichte dicke ende vet, met breeden dicken leppen (334r) ende met hooghen caken, ghenouch van ansiene als de Tarters, de welke ten overlijdene van zijnen vorseyden vadere hadde noch eenen anderen halven broeder, ghenaemt Calijbeyt,Ga naar eind68 die mids zijnen rade van zommeghen edelen hem upzedtte jeghens zijnen broeder die nu coninc es, meenende zelve coninc te werdene. Dus elc van hemlieden haer beste doende, innemende alle de landen, steden ende casteelen die elc conste, emmer zo langhe ende zo vele, dat zij deen den anderen te velde quamen tusschen der steden van Vastan ende van Choy daer vooren af gheseit es, ende daer versaemt zijnde ende vechtende, zoude de ghone die nu coninc es tonder ghegaen hebben, en hadde ghedaen een vande[n] meesten capitainen, die bijden ouden coninc te voo[re]n plocht te zijne, ghenaemt Beanderbec,Ga naar eind69 die den voorseyden te hulpen quam met menichte van volcke, zo dat de victorie ende fortune keerde, als dat de andere broedere, ghenaemt Calijbeyt, versleghen wart metten meesten deele van zijnen volcke. Ende de coninc nu es tvelt behouden hebbende, naer den derden dach keerde thuuswaert met trionphen. Corts daer naer ghebuerdet datter fame liep secretelic, dat mids der joncheyt des conincx de voornoemde capitain Beanderbec uut was omme tregement te hebbene vanden lande, meenende int hende zelve coninc te werdene ende den coninc te vergheven. Dit uut barstende, wart recht voort bijden coninc ontboden, ende gheens quaets bemoedende, quam ten bevele des conincx; daer (334v) zijnde, ter stont bij subtijlheden wart ghevanghen ende bij sentencien vanden rade verworcht met eender dwalen anden hals, de welke hij up zijn hooft drouch. Maer men seide daer al ghemeenlic dat hij onbesculdich starf, ende dat hem den bot ghegheven was, ende naer dien tijt bleef de coninc altoos zijne landen paisivelic besittende die hem zijn vader, de welke hij vele gheconquesteert hadde bijden zweerde, ghelaten hadde, zo dat de zelve coninc als doen gheene zonderlinghe oorloghe en hadde dan wat metten souldaen. Maer houdt altoos zijne ordonnancie reisende al zijne landen duere, nieuwers stille ligghende, ter bewaernessen vanden zelven, de welke es tien dusent vechtender mannen, ende als die eenich volc van wapenen vernemen den frontieren ghenakende, latent ter stont den naesten princen weten, woonende inde steden ende up de casteelen, ende die latent voort van my te dy weten, zo datmer ter stont weere jeghen doet. Want anghemeerct dat de coninc van Perssen zo vele landen heeft, ja meer bij estimacien dan de souldaen, Tuerck oft eenich andere, zo eist selden daer en rijst yewers wat, maer mids der goeder manieren der ordonnancien ende ooc der bijstandicheit die-

[pagina 341]
[p. 341]

men haer ter stont doet, zo werdet altijts zeer corts gheremediert. Men haudt daer redelicke goede justicie alle die landen duere. De coninc esser zeer wel gheobediert ende ghemint; hij en houdt ooc zo vele volcx tsijnen hove niet als andere princen doen, maer es ghedient vanden (335r) inboornen edelen ende van zommeghen Armenen ende Jorganen, ghenouch naer de maniere vanden lande van haerwaerts overe. Ende heeft inder waerheit meer lands onder hem naer estimacie zo voorseyt es, dan de Tuerc, sauldaen oft de coninc van Affrijcke doen elc voor een, want hij es heere van Perssen, van Meden, van Assirien, Caldeen, Mesopotanien, Sotomia, Carmania, van Groot Armenien, van eenen deele vanden coninc van Jorgianien, vele in Megrelien, ende van velen Griecschen landen omtrent den keyserijcke van Trapesonde gheleghen, zo dat zijn heerlichede strect te zommeghen plecken toot up de Zee van Maremajor,Ga naar eind70 naer Cathay in Tartarien, tooter Zee van Perssen ende van Indien; ooc heeft hij dominacie over vele heylanden inde Zee van India gheleghen. Item als dese voornomde coninc eeneghe letteren scrijft zijnder majesteyt anclevende, zo scrijftmen in pers papier met gulden lettren, ende warden ghezeghelt met gulden uuthanghenden zeghels, twelke alte trionfelic es om sien.

eind68
Khalîl Bey, die echter niet, zoals Van Ghistele zegt, een halfbroer, maar een volle broer was van Ya'kûb Bey. Hun beider moeder was Saldjûk-shâh-begum, de eerste (d.w.z. belangrijkste) vrouw van de ‘Souccasser’ d.i. Uzun Hasan. (Enc. de l'Islam, s.v. Uzun Hasan).
eind69
Misschien is bedoeld 'Omar Beg die in dienst van Uzun Hasan zeer succesvol Klein-Azië was binnengevallen (Enc. de l'Islam, s.v. Uzun Hasan).
eind70
Carmania: Kirmân, de streek ten noorden van Hormoz. Groot Armenië: het gebied tussen Klein-Azië, de Kaukasus, Mesopotamië en Syrië. Megrelien: Mingrelië aan de Zwarte Zee. velen Griecschen landen omtrent den keijserijcke van Trapesonde gheleghen: bedoeld zijn de oorspr. Byzantijnse gebieden in het oosten van Klein-Azië. Maar Zeebout verzuimt te vermelden dat het keizerrijk Trebizonde reeds in 1461 bij het Turkse rijk was ingelijfd. Zee van Maremajor: de Zwarte Zee.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië