Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen) (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
Afbeelding van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.19 MB)

Scans (158.12 MB)

XML (2.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

(1976)–Arnold Houbraken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Nikolaas de Helt Stokade]

Gelderland, hoe wel op veere na zo vrugtbaar niet in 't voortteelen van penceelkonstenaren als wel andere Nederlandsche Provincien, heeft egter meê in der tyd konstoeffenaars voortgebragt, die door hunne fraaije uitwerkselen verdienen, dat zy om hunne gedagtenisse levendig te houden, nevens anderen eens weder ten Toneel worden gevoert. Onder deze was

NIKOLAAS de HELT STOKADE, geboren te Nimwegen in 't jaar 1613. Weinig van zyn prysselykste werken zyn hier te Land te zien, aangezien hy zyn beste tyd te Rome en Venetien heeft doorgebragt. Des moeten wy den lof dien zyne Konst verdient, uit het gerugt van Vrankryk (daar hy met J. Sandrart verscheide groote werken voor den Koning gemaakt heeft), en Zweden herwaarts over gebragt, afleiden.

Zyne Beelden waren vast geteekent, en zagt,

[pagina 365]
[p. 365]

poezelig en bevallig geschildert, waarom die ook het oog van Koningin Christina, en 't keurig Hof van Vrankryk behaagt hebben.

Hy was 1662 nog in leven.

Van hem word getuigt dat hy altyds de voorwerpen, schoon dezelve menigwerf door anderen waren afgebeeld, in een andere gedaante door zyn konstpenceel vertoonde, ook daarom voordagtelyk een ander Ga naar voetnoot*Tydstip in de voorwerpen heeft bespiegelt; als by voorbeeld in zyn Andromeda

[pagina 366]
[p. 366]

Dochter van Cefeus derGa naar voetnoot† Mooren Koning, en Kassiope, om welker hoogmoed, zy dat droevig lot moest ondergaan.

De meesten hebben Andromeda, met betraande oogen ten Hemel geslagen, of als met de doodverf op de lippen naar het Zeemonster omziende en dus klagende verbeeld:

 
O Rots! o Rots! verhoor myn zugten; en ontsluit
 
Dees ketenen, of spuw die yz're krammen uit.
 
Ik zie 't gedrogt van verr' het ruime pekel scheuren.
 
Help! help! ag! ag! van wien zal my nog hulp gebeuren!

Maar onze Held verbeelde haar, van de rots verlost, schaamrood voor zig neerziende, waar op Lud. Smids ziet, en Perseus dus sprekende invoert:

 
Andromeda! vergun dat ik uw zagte hand
 
Van dit hard yzer vry: het monster is verslagen,
 
En dobbert hier, met door gekorven ingewand.
 
Reyk toe. Gy zult in plaats van yzer paerlen dragen.
 
 
 
Schaam u voor Perseus niet. Hy slaat zyn oogen neer,
 
Om die niet, met den glans der naakte leedematen
 
Te kwetzen. Ween ook niet, o schoone, ween niet meer.
 
Dwing dog de droefheid, en de schaamt' u te verlaten.
[pagina 367]
[p. 367]

Ook heeft J.v. Vondel, der moeite waart geagt, zyn pen te versnyden, om eenige van zyne konststukken onder zyne Rymoeffeningen te gedenken: als namentlyk de Klelia by den Heere Hoogenhuis. Waar op hy dus zeit:

 
De Roomsche Klelia ontzwom met d'eedle maagden
 
De gyzeling: en 't oog der schiltwagt en de doot:
 
Waarom zy zulks Porsenne en al den Raat behaagden,
 
Dat d'eerste, op 's Vyands eisch, een Riddersbeeld genoot.

En op het uitdeelen der graanen door Joseph in Epypten.

 
Geheel Egypte brengt den Ryksvoogt schat en have
 
En leeft nu zeven jaar by 't uitgereikte graan.
 
Het vrye volk door noot word 's Konings eigen slave.
 
Een mans voorzigtigheid kan duizenden verzaân.

Dus ook J. Vos, op 't zelve stuk in de Trezory:

 
De honger dryft het volk naar Josephs schuur om graan.
 
De voorzorg is een burg voor land en onderdaan;
 
Men zorgt aan 't Y, in weeld, tot steun van andre tyen.
 
De Schatbewaarders zyn tot heil der Burgeryen.

Zyn Beeltenis zietmen in de Plaat R boven aan, op de linkerhand van Bamboots.

 

'T word voor een van de bevattelykste stellingen der Natuurweetkunde gehouden. Dat de eigen aart en geneigtheid, even als de gelykheid der wezenstrekken en andere kenteekenen in, of door

[pagina 368]
[p. 368]

de voorttellinge van Vader, tot kind overgaan; om dat de daagelykse voorbeelden zulk bevestigen.

voetnoot*
Tydstip) Oudtyds hebben de Konstschilders geen tydstip in agt genomen; maar dikwerf de Historien in haar gevolg verbeeld, als by voorbeeld, verscheiden Adammen en Evaas, in een zelve tafereel: hier, daar zy door den Schepper gevormt worden, daar waar zy zig aan de verboode vrugt bezondigen, ginder daar zy zig uit verlegenheid verschuilen. Verder daar zy uit den lusthof worden uitgedreven, en eindelyk in 't verschiet, daar Adam den Akker boud. Zoo heb ik ook gezien Cain daar hy offert, daar hy zyn Broeder Habel dood slaat, en daar hy vlugt, in een zelve stuk. Zelf van Abr. Bloemaard een van onze oude vermaardste meesters heb ik een stuk gezien waar in Juno verbeeld stond, opgaderende de oogen, uit den afgehouwen kop van Argus, om de staarten van haar Paauwen meê te cieren. En in 't verschiet was Argus slapende, en Merkuur met opgeheven zwaart gereed om den slag te geven verbeed. Maar de later konstoeffenaars hebben den tydstip in agt genomen; dat is, van een Historie alleen vertoont, 't geen in een oogenblik daar in voorgevallen is; en dus gelegenheid gevonden, om van andere omstandigheden, naar mate der menigerhande veranderingen daar in, en by voorvallen, andere tafereelen op te slaan.
Dierhalven zeit de Heer Gerard van Loon in zyne Inleiding tot de penningkunde pag. 99. zyn ook zoodanige penningen als wanschepsels van de hand te wyzen, op welke de verbeelde zaaken van dien aart zyn, datze op een eenigen tydstip niet zouden hebben konnen voorvallen. By voorbeeld; zoo mag men nooit op een en den zelfden penning, het aanvangen van een beleg, het overgaan der stad, en het uittrekken van de vyandlyke bezettinge verbeeden; dewyl dit alles op geen tydstip kan voorvallen.
voetnoot†
Andromeda was een Moorinne. Dog niemant van de oude of nieuwtydsche Konstschilders heeft myns wetens zig van de waarheid der Historie, in dat opzigt bedient; maar alle hebbenze Naso, welke zeit: ten waar een Zeekoeltje haar hairen verwaaid hadde, en Perseus de laauwe tranen over hare wangen had zien leken, hy zou gedagt hebbe dat het een marmer beeld waar geweest, &c. Veel ligt om dat zy 't alle niet geweten hebben; of die vryheid aan zig genomen; aangezien een getaande huid zoo oogvleijende niet is, als een blank vel.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken