Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het leven van Hans Bol, Schilder van Mecchelen.

Ghelijck als voorhenen verhaelt is, dat Pieter Vlerick ter uytnementheyt in onse Const is opghesteghen, in een Stadt daer veel slechte Doeck-schilders hun wesen hadden: Soo is insghelijcx onder sulcken geselschap oock te Mecchelen, daer meer als 150. sulcke Winckelen waren, opghecomen Hans Bol, en is daer in die Stadt uyt goeden geslachte gheboren geweest Ao. 1534. den 16en. December, en heeft t'zijnen 14. Iaer aenghevanghen de Schilder-const te leeren, te Mecchelen, by een van die gemeen slechte Meesters, den tijt van ontrent twee Iaer, heeft hem daer nae begheven te reysen nae Duytschlandt, is gecomen te Heyldelborgh, daer hy oock den tijt van twee Iaer heeft ghewrocht, en is eyndlinghe wederom gecomen te Mecchelen, en sonder meer eenighe Meesters te hebben, practiseerde vast by hem selven, inventerende verscheyden ordinantien van Landtschappen, en anders, en is so te Mecchelen blijven woonen, makende seer aerdighe vroylijcke doecken van Water-verwe, daer in groote suyverheyt, en een goede handelinghe ghebruyckende, met een vaste en ghewisse manier van zijn dinghen aen te legghen, en op te maken. Ick heb van hem ghesien tot mijn Cosijn Mr. Ian van der Mander, nu Pensionnaris te Ghent, eenen grooten Water-verwen doeck, wesende d'Historie oft Fabel van Dedalus en Icarus, daer sy door d'open locht hun ghevanghnis ontvloghen. Daer was een Roots ligghende in't water, die een Casteel gheladen hadde, die soo ghedaen was, dat het niet wel te verbeteren was, soo aerdigh en net was die Rootse bemoscht, bewassen, en met haer veel coleurkens, op een vaste manier gehandelt: desghelijcx dat oudt vreemdsche gebouw van dat Casteel, als uyt de Roots gewassen: was wonder versierlijck. Voort was seer wel ghehandelt het verre Lantschap, en het water daer dese Roots haer in spiegelde, en in die bruynicheyt saghmen de pluymen, die uyt Icari vloghelen door het was-smilten ghevallen waren, en dreven op t'water seer natuerlijck. Oock warender eenighe schoon voor-gronden, en ander Landt-

[Folio 260v]
[fol. 260v]

schap: ontrent voor aen sat eenen Schaep-wachter met zijn Schapen, en wat verder eenen Acker-man aen den Ploegh, die om hoogh dit vlieghen als verwondert aensaghen, ghelijck den Text mede brengt. Veel meer Landtschappen op verscheyden ordinantien heeft hy noch ghedaen, waer van icker noch eenighe hebbe gesien: Sijn wercken waren van den Coopluyden seer wel begheert, en betaelt. Eyndlinge, doe Mecchelen Ao. 1572. jammerlijck van het Krijghsvolck overvallen, en gheplundert is gheworden, is t'Antwerpen gecomen brtooft, en ontcleedt wesende: alwaer een Const-beminder, van Belle in Vlaender, Anthoni Couvreur hem wel ontfanghen, en heerlijcken heeft gecleedt, soo dat hem niet en faelgeerde om zijn Conste wille, want hy met Bias alle dinghen mede bracht. Onder ander fraeyicheyt, die hy t'Antwerpen woonende maeckte, dede hy van verlichterije een Boeck van alderley ghedierten, Vogelen en Visschen, na t'leven, een dingen dat weerdich te sien was. T'Antwerpen begon hy het Doeck-schilderen heel te verlaten, siende datse zijn doecken cochten, en vast copieerden, en ghelijck voor de zijn vercochten, en heeft hem heel begheven te maken Landtschappen en Historikens van Verlichterije, segghende: Laetse nu op den duym fluyten, en my dit nae doen. Ao. 1584. vertrock hy uyt Antwerpen door de aenstaende beroerten, en fellicheden van den Const-vyandigen Mars. Hy quam te Bergen op Soom, van daer te Dort, daer hy ontrent twee Iaer woonde. Van daer quam hy te Delft: en eyndlinghe, in't rijck en welvarende Amstelredam, daer hy veel schoon en nette Verlichterykens heeft ghedaen, als oock Amstelredam nae t'leven, van op de water-sijde met den Schepen, en van de Landt-sijde, seer levendich, met oock ander ghesichten van eenighe Dorpen, daer hy groot ghelt mede won. Van zijn constighe handt zijn noch eenighe aerdighe Verlichterijen t'Amsterdam, by den constighen Heer Iaques Razet, insonderheyt een Crucifix redelijck groot, daer veel werck in comt, en zijn uyterste vlijt in ghedaen is, soo in beelden, naeckten, lakenen, Peerden, Landtschap, en ghebouw, ghelijck het een overvloedighe Historie is, constich gheordineert, en wel gedaen. Groote menichte van Printen sietmen in druck uytcomen, nae zijn teyckeninghen en inventien ghedaen. Hy is ghestorven t'Amstelredam Ao. 1593. den 20en November. Hy hadde noyt maer een Huysvrouw die hy trouwde, een Weduwe wesende, daer hy geen kinderen by en hadde, dan sy had een voor-kindt, geheeten Frans Boels, die Bols Discipel was, en oock seer nette Landtschapkens van Verlichterije dede, is oock weynich Iaren nae zijn Stief-vader gestorven. Noch hadde Bol een Discipel Iaques Savery van Cortrijck, die in't Iaer 1603. is gestorven t'Amsterdam van de Pest: desen is wel zijn beste Discipel geweest, was seer vlijtich, doende zijn dinghen seer net, en met grooter patientie, ghelijck noch teghenwoordich oock doet zijn Broeder en Discipel, Roelandt Savery, die zijn Meester in werck en Const niet ongelijck en is. Het Conterfeytsel van Bol comt (genoech als een Epitaphium) uyt in Print van Goltzio, seer wel ghelijckende, en uytnemende wel ghedaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken