Chrysallis. Jaargang 1980(1980)– [tijdschrift] Chrysallis– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Martha Shelley After reading The First Circle Curiously, I still remember her front teeth, one behind the other like a shy child jammed against her mother. I had just closed a book on prison camps when, unaccountably, an image of her hands returned to me. Freckled and square, larger than mine, those hands knew me well - as I knew her. All things intimate and dear were opened; why I could tell you the shape of her womb, the shade of her eyes, her hair. I read a book about a land where everyone was in the hands of fear, from ministers to prisoners in Sovyetskaya Gavan. And I wondered, how much am I prisoner here? Whom do I hold in jail? For women know that you can live behind a thousand bars and never see just what they are till someone brings a key. [pagina 55] [p. 55] Na lezing van ‘In de eerste cirkel’ Gek, ik herinner me haar voortanden nog de ene achter de andere net als een verlegen kind tegen haar moeder aangedrukt. Ik had juist een boek uit over concentratiekampen toen - ik weet niet waarom - het beeld van haar handen voor me opdook. Vierkant, met sproeten, groter dan de mijne die handen kenden me goed - zoals ik haar kende. Alles liefs en innigs ging open; ja, ik zou je de vorm van haar baarmoeder kunnen beschrijven, de kleur van haar ogen, haar. Ik las een boek over een land waar iedereen door angst was bevangen van ministers tot gevangenen in Sovjetskaja Gavan. En ik vroeg me af, hoe vast zit ik hier? Wie houd ik gevangen? Want vrouwen weten dat je achter duizend tralies kunt zitten en nooit doorhebt wat die eigenlijk zijn totdat iemand met een sleutel aan komt dragen. [pagina 56] [p. 56] I thought we were each other's keys to freedom. Yes, we were, until the day she saw me as another barrier, a new means of imprisonment. With that, there was no argument; she had her will. Yet I can close my eyes and touch her cheek and love her still. (Uit: Crossing the DMZ, 1974.) [pagina 57] [p. 57] Ik dacht dat wij eikaars sleutels waren op de vrijheid. En dat waren we ook totdat ze me op een dag als een versperring beschouwde, een nieuwe belemmering. Daar viel niet over te twisten; ze kreeg haar zin. Maar soms doe ik mijn ogen dicht en aai haar wang en houd nog steeds van haar. Vorige Volgende