[Nummer 6]
Vergeten vrouwen uit onze literatuur ten geleide
‘Waar zitten de vrouwelijke Jacob van Maerlant, Hooft, de vrouwelijke Van Deyssel of Verwey’? (Ik persifleer hier het begin van Etty Mulders recensie over Greer's The Obstacle Race, over schilderessen door de eeuwen heen, in De Volkskrant, 22-12-1979.) Zo'n vraag op zich is al een weinig kritisch en zeer serviel eerbetoon aan onze heersende eenzijdig-mannelijke visie op kultuurhistorie: een vrouwelijke Hooft is net zo'n lachertje als een mannelijke Hadewych, een mannelijke Tesselschade, een mannenduo Wolff en Deken (en zó wordt dit soort vragen nooit gesteld ...). Hannemieke Stamperius en ik hebben ons onderzoek dan ook niet zo opgezet. We zijn echt gaan zoeken naar vergeten vrouwen - en we vonden ze: vrouwen die prachtige dingen schreven die nooit goed werden uitgegeven (de anonieme schrijfster van de Peerle in de 16e eeuw bijvoorbeeld), en/of die nooit of nauwelijks aandacht kregen in de Geschiedenis(sen) van de Nederlands(ch)e Letterkunde, waarvan hiermee eigenlijk pas goed en pijnlijk duidelijk wordt hoezeer ze door mannenhanden geschreven zijn.
In de volgende bladzijden moeten we ons door plaatsgebrek beheersen en beperken op twee manieren:
- lang niet alle vrouwen die we vonden, konden we laten horen;
- we kregen de absolute indruk dat van vrouwen die officieel niet tot de vergeten kategorie behoren, alleen de namen bekend zijn, maar dat hun werk niet of nauwelijks gelezen wordt. Hun werk is namelijk relatief weinig in bloemlezingen opgenomen.
Daarom zijn we van plan om in de volgende nummers van Chrysallis - in de rubrieken Herwaardering en Document - aan beide kategorieën vrouwen aandacht te besteden.
Aan alle geïnteresseerden in het algemeen, en alle skripsieschrijfsters die ons in de laatste jaren hierover belden of schreven in het biezonder: we voegden zoveel mogelijk bronnenmateriaal toe. Daarnaast zijn we altijd bereid tot meer en verdere informatie, voorzover we die zelf hebben!
Hanneke van Buuren