9. Anna de Savornin Lohman, 1868-1930.
‘Een geschiedenis van 's levens lijden’ komt uit een boek met al even treurige titel, Miserere, en beslaat 179 pagina's. Haar verhalen klinken leuker dan ze lezen: Lucie van Haltheweghen is verloofd met Derfurt, maar maakt 't uit onder pressie van haar familie, omdat hij heeft gespeculeerd. Hij gaat varen, zij trouwt Otto Relff, van wie ze niet houdt. Otto is melancholicus, maar sterft. Derfurt wordt in Indië per ongeluk doodgeschoten door een inlands jongetje, Lucie bezoekt hem op zijn sterfbed en hoort als enige de ware toedracht van zijn dood.
Toen werd haar kindje geboren. - Nu geloofde zij weer aan geluk, hier was iets werkelijks om voor te leven, een doel, een heerlijke taak juichte het in haar. En met al de teederheid, die om voedsel riep in haar eenzaam hart, hechtte zij zich aan haren jongen, haar mooien, flinken jongen. -
Maar ook dien droom van geluk volgde een wreed ontwaken.
De misslag, dien zij had begaan, wreekte zich ook hier, wreekte zich aan haar kind, met onverbiddelijke consequentie van herediteit.
Want de kleine Harry geleek sprekend op zijn vader, - met iederen dag meer in het oog vallend.
‘Precies de oogen van Otto,’ zeiden hare vriendinnen bewonderend, als de kleine met zijne Engelsche nurse mocht binnen komen. ‘Hij begint hoe langer hoe meer op Relff te gelijken. Het zal net je man worden.’
Zij zag, dat ze waarheid spraken, en, alleen gebleven, huilde zij er om, zij, die, indien zij haren man had lief gehad, zoo gelukkig zou zijn geweest om diezelfde gelijkenis. -
En dringender steeds drong nu het schrikbeeld zich aan haren geest op, dat ook het karakter van den vader op het kind moest overerven, dat de ondeugden en fouten die haar in haren man zoo terugstootten, haar ook eenmaal van haren zoon zouden vervreemden.
Het recht op haar kind, dat zij samen deelden, werd hun een bron van verbittering en twist.