| |
| |
| |
Literatuur over vrouwen en literatuur
Onder het vele dat de laatste tijd over vrouwen-en-literatuur verschijnt, blinkt het werk van Sandra Gilbert en Susan Gubar uit. Zij hebben onder de titel Shakespeare's sisters een bundel met negentien ‘feminist essays on women poets’ bijeengebracht (Indiana Univ. Press, Bloomington/London 1979) over vrouwelijke dichters van voor 1800 tot heden. Onder de auteurs van de essays vallen op Katharine Rogers, Adrienne Rich, Alicia Ostriker, Suzanne Juhasz en Rachel Blau du Plessis.
De Engels-Amerikaanse bundel met feministische verhalen Tales I tell my mother (Journeyman press, London) is onder de titel Verhalen van vijf dochters in vertaling door Van Gennep uitgebracht. De auteurs zijn Zoë Fairbairns (roman Benefits, Virago), Sara Maitland (roman Daughter of Jerusalem, binnenkort ook in paperback), Valerie Miner (oprichtster van de over heel Amerika verspreide Feminist Writers Guild), Michele Roberts (A Piece of the night, Women's press), en Michelene Wandor (o.m. auteur van toneel- en tv-stukken). De drie afdelingen waaruit de bundel bestaat worden elk voorafgegaan door een theoretische verhandeling, of discussiestuk, waarna telkens van ieder minstens één verhaal volgt. Hoewel de groepering in afdelingen wat arbitrair aandoet - de eerste groep bestaat uit verhalen over het conflict tussen feministen en de buitenwereld, de tweede over de veranderingen die feminisme in het persoonlijke leven kan teweegbrengen, de derde over hoe feminisme invloed uitoefent op de wijze waarop men de werkelijkheid beschouwt - zijn de verhalen bijna allemaal interessant.
De Engelse uitgeverij The Women's press die in de twee jaar van haar bestaan 36 boeken uitgaf, heeft een boekenclub opgericht. Informatie te verkrijgen bij: The women's press bookclub, 124 Shoreditch High street, London El 6JE. Leden krijgen per kwartaal een lijst waarna ze twaalf boeken kunnen kopen; bij Engelse uitgeverijen verschenen tegen korting, geïmporteerd uit de V.S. en Australië en elders niet of moeilijk verkrijgbaar.
| |
| |
| |
Overige mededelingen
Lucienne Stassaert kreeg de ARK-prijs voor haar Parfait amour.
Ontvangen:
ida gerhardt, Het sterreschip, Amsterdam, 1979, Polak en Van Gennep. |
Gedichten van emily dickinson, vertaald en van een inleiding voorzien door Elly de Waard; Vianen, Kwadraat, 1980. |
mireille correnjè, Muren doorbreken, dagboekfragmenten. 's-Gravenhage, Nijgh en Van Ditmar, 1980. |
Zie je wel, verhalen van en over vrouwen, samengesteld door Hannemieke Stamperius. |
De Voorlopige Begeleidingsgroep Emancipatie-Onderzoek (vbeo), bestaande uit o.m. mensen uit de werkgroep Emancipatie-onderzoek en het Landelijk overleg Vrouwenstudies, en voorgezeten door dr. Mary Zeldenrust-Noordanus, is een onafhankelijk adviesorgaan dat t.z.t. rapport zal uitbrengen aan de Ministeries van Cultuur etc., van Onderwijs, en voor Wetenschapsbeleid. De coördinatoren willen o.a. graag weten: Wie hebben kortgeleden (vanaf 1975) emancipatie-onderzoek gedaan; in welk verband; hoe gefinancierd; wie heeft een emancipatie-onderzoeksvoorstel ingediend en werd afgewezen; door wie en met welke argumenten; wie is er nu bezig met emancipatie-onderzoek of heeft plannen op dit gebied? Inlichtingen richten aan: drs. M.L. den Bandt of drs. M. Verloo, p/a Steenvoordelaan 370, 2284 EH Rijswijk; Postbus 5406, 2280 HK Rijswijk; tel. 070-949393 of 949233.
HmS
| |
| |
| |
Adressen
Vrouwenboekhandels:
|
Xantippe, Westerstraat 191-193, Amsterdam. |
De Heksenkelder, Oudegracht 261, Utrecht. |
De Feeks, Ridderstraat 11, Nijmegen. |
Gaia, Pieterskerkkoorsteeg 1, Leiden. |
Dikke Trui, Visserstraat 14, Groningen. |
't Wicht, Van Lochemstraat 1, Enschede. |
Informatie- en Documentatiecentrum van de Nederlandse
Vrouwenraad, Laan van Meerdervoort 30, 2517 AL Den Haag.
Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging.
Herengracht 292, Amsterdam.
| |
| |
| |
Bio-bibliografie
Maria Beatriz, geb. in Lissabon in 1940, houdt van tekenen en schilderen, leeft sinds 1970 in Nederland en geeft les in etsen aan de Vrije Academie in Den Haag. |
Alijd Brink, geb. 1911, Amsterdam. Schildert en schrijft, publiceerde vier dichtbundels: Stenen stromen ook (1959); Het onbekommerd zwijgen (1961); Het grote varen (1964) en Met stenen ogen in het park (1973). Schreef verder de novellen Een gat in de zon (1966), De ijsvogel (1972), Groeien naar een onderdak (1977). Exposeerde in Den Haag, Amsterdam, Deventer, Losser. |
Jozef Deleu, geb. Roeselare 20.4.1937. Hoofdredacteur van de tijdschriften Ons erfdeel en Septentrion, revue de culture néerlandaise. Gedichten: Schaduwlopen (1963), Nachtwerk (1970), De stilte groeit (1974). Proza: De ontmoeting (1962), De purperen jasmijn (1966), Brieven naar de overkant (1972). Essay: Nederlander en Europeeër (1966), Frans-Vlaanderen (samen met F. Niessen, 1968). Bloemlezingen: Moderne Zuidafrikaanse lyriek(1966), Groot gezinsverzenboek (1976), Lees maar (1979). |
George Eliot, ps. van Mary-Ann Evans, 1819-1880, zorgde voor haar vader tot die in 1849 stierf en ging toen naar Londen waar ze medewerkster werd bij de Westminster Review. In 1854 ging ze samenwonen met George Lewes, die haar stimuleerde om fictie te gaan schrijven. De drie verhalen van Scenes of clerical life (1858) werden gevolgd door haar romandebuut Adam Bede (1859), dat in één klap haar naam vestigde. The mill on the Floss (1860) is wel de meest autobiografische van haar romans, Middlemarch (1871-'72) haar rijkste en veelomvattendste. Al haar werk, waaronder haar overige romans Silas Marner (1861), Romola (1863), Felix Holt (1866) en Daniel Deronda zijn in Penguin verkrijgbaar. De inleiding en noten van ‘Silly novels by Lady Novelists’ (1856, ‘Flutromans door dames’) werden verzorgd door Thomas Pinney; het geheel werd overgenomen uit Essays of George Eliot, ed. Thomas Pinney, London 1963, p. 300-324. |
| |
| |
Astrid de Haas, woont en werkt in Amsterdam. |
Lillian Hellman (1905, New Orleans), verdient allereerst een plaats in de literatuurgeschiedenis als de auteur van toneelstukken als The Children's hour (1934), The little Foxes (1939), The Watch on the Rhine (1941), The searching Wind (1944), Another Part of the Forest (1946) en Toys in the Attic (1960). De laatste jaren genieten haar bundels herinneringen An unfinished Woman, Pentimento (naar een gedeelte waarvan de film Julia met Jane Fonda en Vanessa Redgrave werd gemaakt) en Scoundrel Time meer bekendheid. Zij was slachtoffer van McCarthy's communistenjacht, en leefde met de schrijver Dashiell Hammett, wiens literaire nalatenschap zij verzorgt. |
The Children's Hour is gebaseerd op een negentiende eeuwse Edinburghse rechtszaak. |
Chr. Linnaris-Coridou: geb. 1928 in Athene, woont en werkt sinds 1971 in Nederland. |
Anne Pries begon op 35-jarige leeftijd aan de Leidse universiteit Slavische taal- en letterkunde te studeren. Als onderwerp voor haar doctoraalscriptie koos ze de schrijfster Lidia Tsjoekovskaja, die ze twee maal in Rusland bezocht. |
Over Tsjoekovskaja publiceerde ze eerder in het Ruslandbulletin Nr. 2, 1976 en in Tirade Nr. 238, 1978. |
Lidia Kornejevna Tsjoekovskaja, Russisch schrijfster. Van haar verschenen er in het Nederlands: Het verlaten huis (1968) in de vertaling van Wim Hartog (grote ABC nr. 97) en Duik in de diepte in de vertaling van Hans Leerink, bij Van Oorschot, 1973. [Van Achmatova werden verschillende gedichten vertaald door Kees Verheul, opgenomen in Tirade 251, 1979.] |
Elly de Waard is, behalve dichter, poëzie- en pop-kritikus van de Volkskrant en beheert de literaire nalatenschap van de dichter Chr. J. van Geel. Publiceert regelmatig in De Revisor en verder onder andere in De Gids en Bzzletin. Bundels: Afstand (De Harmonie, Amsterdam, 1978); Luwte (id., 1979); in voorbereiding: Furie. Een bundel van haar vertalingen van de Ameri- |
| |
| |
kaanse dichter Emily Dickinson verscheen in 1980, met een inleiding en de Engelse teksten ernaast, bij uitgeverij Kwadraat in Vianen onder de titel Westers. |
Fay Weldon werd in 1933 in Engeland geboren, groeide op in Nieuw Zeeland, studeerde in Schotland economie en psychologie. Ze leeft nu in Engeland met haar drie zoons en man. Ze schreef meer dan 40 tv-stukken; de titels van haar romans luiden: The fat Woman's Joke (1967) (Ned. vert. bij Bert Bakker); Female Friends (1975); Down among the Women (1975); Remember Me (1976); Words of advice (1977); Praxis (1978) (Ned. vert. bij Bert Bakker). |
Johanna van Woude (ps. van Sophia Margaretha Cornelia van Wermeskerken-Junius), leefde van 1853-1904. Haar zuster Francisca schreef ook, onder het pseudoniem Annie Foore. Van Woude schreef moralistisch, zacht-feministisch proza. Een fragment uit haar verhaal ‘In verzoeking’ werd in Chrysallis 6 afgedrukt. Tot haar werken behoren: Hare roeping getrouw (1879); Zijn ideaal (1885); Een verlaten post (1891); Verwante zielen (1886); Een hollandsch binnenhuisje (1888); Tom en ik (1889); en de reeks Betrekkingen voor vrouwen, waaruit fragmenten in de vrouwenagenda van uitg. Sara werden opgenomen. |
|
|