[Nummer 8]
Van de redaktie
Dit achtste nummer van Chrysallis, halfjaarlijks tijdschrift voor literatuur en kunst, dat voor u ligt, is tevens het laatste. Uitgeverij Elsevier heeft om commerciële redenen besloten de publikatie stop te zetten. Dat wil zeggen dat Chrysallis niet het (financiële) succes heeft gehad, waar men aanvankelijk bij de opzet op had gehoopt. Dat is natuurlijk jammer, maar het betekent gelukkig niet dat een literair tijdschrift door en voor vrouwen in Nederland tot de onmogelijkheden behoort. Wij hopen dat iemand de fakkel zal overnemen en ons initiatief zal voortzetten.
Het betekent ook niet dat niemand aan deze acht afleveringen plezier heeft beleefd. De redaktie zelf heeft allereerst met heel veel plezier aan de samenstelling ervan gewerkt. Wij hebben een aantal mensen de kans kunnen geven te debuteren met werk waarvan wij verwachten dat het verder een weg zal vinden in de Nederlandse literatuur. Ook hebben wij werk van buitenlandse vrouwen gepubliceerd dat hier nog geen aandacht had gekregen. Daarop hebben wij veel positieve reakties gekregen, vooral persoonlijk. Maar de literaire kritiek heeft Chrysallis in het beste geval doodgezwegen of anders behandeld op een neerbuigende, sexistische wijze, voortkomend uit de agressie die het feminisme bij velen oproept. Vaak hadden wij de indruk dat de persoonlijke status van enkele van de redaktieleden in de vrouwenbeweging hierbij een belangrijke rol speelde.
Ironisch genoeg heeft dit laatste nummer van Chrysallis tot tema ‘metamorfose’: helaas blijkt uit de ‘goudkleurige pop der kapellen’, wier naam wij het tijdschrift in 1978 zo hoopvol meegaven, dan wel geen eendagsvlieg maar toch niet meer dan een vierjaarsvlinder gekomen te zijn. Hoe kort het leven ook is dat Chrysallis beschoren is geweest, toch is het een bijdrage geweest tot de bewustwording van vrouwen van een eigen literaire traditie en een eigen literaire identiteit.