Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Levende Talen. Jaargang 1930 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Levende Talen. Jaargang 1930
Afbeelding van Levende Talen. Jaargang 1930Toon afbeelding van titelpagina van Levende Talen. Jaargang 1930

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

Scans (20.18 MB)

ebook (3.81 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Levende Talen. Jaargang 1930

(1930)– [tijdschrift] Levende Talen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Verslag Nederlandse sectievergadering.

De Heer A.J. Schneiders hield een voordracht over: ‘Moedertaalonderwijs aan inrichtingen waar ook klassieke talen onderwezen worden.’

Kort verslag:

Spreker wil aldus formuleren: waarom dit onderwerp niet te bespreken, en zich daarbij te beperken tot 't taalonderwijs in de lagere klassen.

Als eerste reden gaf spr. aan: waarmee en waarin zouden de 1er. Ned. hun klassieken-kollegaas kunnen steunen? Daarvoor zouden eerst deze kollegaas met hun wensen en gegevens voor den dag moeten gekomen zijn. Spr. vraagt zich af: hèbben de klassici wel bepaalde verlangens? en, àndere dan de niet-klassieken kollegaas hebben? (in zake spelling, stijl en leestechniek). 't Is ons - minder of meer - onmogelik om zònder gegevens op dit onderwerp-van-samenwerking in te gaan. De Liefde kan niet van één kant komen: dat schept tragedies. Bovendien

tweede reden: hij zou van de verkeerde kant komen. Onderwijsorganisatories zou dat mis zijn. Spr. citeert uitspraken van klassici-van-naam (en daad) als: Prof. Gunning (Handelingen 2e Filologenkongres 1900) en Inspekteur Dr. Vinkesteyn (Ts. voor Onderwijs en Opvoeding jrg. V) die aan Nederlandse Scholen aan 't Nederlands een centrale positie toekennen, waaruit hij afleidt dat de gang déze, de omgekeerde, is: de klassici dienen tot ons te komen en ons uit te nodigen: waarmee kunnen wij 't Ned. van dienst zijn? Ook haalt spr. aan Dr. v. Oppenraay (le Filologenkongres 1898), Dr. Arnold, en besluit met Prof. Kalff's woorden uit diens ‘Het Onderwijs in de Moedertaal’ (1893):

‘Als niet al de taalleraren op 't Nederlands letten, dan “sait” de leraar-Ned. “coren buten dunen”.’

Hij wijst er verder op dat klassici (en anderen) zoveel mogelik de leraar-Ned. steunen. Dit, in eigen vak- èn schoolbelang:

alle kennis van de vreemde-talen berust op kunnen en kennen van de eigen taal;

[pagina 20]
[p. 20]

onze scholen zijn, primair, Nederlandse scholen. Scholen voor Nederlanders om die tot rechte, en echte Nederlanders te helpen vormen, waartoe de taal een middel bij uitstek.

Als derde reden: niet alleen is 't principiëel verkeerd om je als leraar-Ned. skrupuleus af te vragen: hoe kan ik met m'n te gering aantal uren (zie b.v. Muller in ‘Leidse Bijdragen’) m'n onderwijs zoveel mogelik richten naar de behoeften van m'n talenkollegaas - ook hiérom zo verkeerd omdat je er zo licht toe komt, in je drang tot samenwerking aan 't Nederlands scháde toe te brengen, en je kollegaas géén voordeel! 't Onderwijzen van deklinatie en konjugatie geschiedt 't redelikst en vruchtbaarst bij talen die deze verschijnselen op-grote-schaal, en duidelik, hèbben. Bij Ned. daarmee te beginnen is grote tijd- en energieverspilling. Dr. Moller (in Opvoeding en Onderwijs Jrg. 1911) zegt daaromtrent ongeveer: de vreemde-talenleraren kunnen die dingen veel beter (aanschouweliker) behandelen dan wij, die daarvoor het Ned. moeten verontalen. Herinner U:

omzetten van lijd. in bedr. vorm (vice versa)

de z.g. volledige verbuiging van ‘mijn’, van ‘degene’! ter tafel brengen van ‘wat wijns’ omdat ... 't in het Latijn quod vini is (was).

Spr. geeft meer voorbeelden ervan die tot de gevolgtrekking voeren dat de 1er.-Ned. z'n leerlingen zo licht tot 'n mechanisties, bloedeloos wan-taalbegrip aanleiding geeft. Scháádt daardoor de klassieken, omdat de leerlingen toch al zo geneigd zijn: daarin inpl. v. kunst (= getransformeerd-gekoncentreerd leven) te voelen, er niets dan louter kunstmatigheid in zien.

Laten de leraren-Ned. ook nièt vergeten dat 't onderwijs in Ned. (al 40 jaar lang) worstelt om onder de druk van een z.g. klassiek taalbegrip uìt te komen! Ten bewijze hiervoor haalt Spr. aan een passage uit Prof. de Vooy's ‘Begjnselen en Praktijk van een nieuw moedertaalonderwijs’ (Baarn 1910).

Als vierde reden: hij meent niet te mogen veronderstellen dat de kollegaas-klassici de literatuur over dergelike taal- en schoolkwesties zouden verwaarlozen. Zo blijkt uit prof. Valkhoff's art. ‘De dienstbaarheid v.h. moedertaalonderwijs’ (Nieuwe Taalgids, Jrg. 3.) dat Dr. van Hille, klassicus, niets liever wenst dan dat de leraar-Ned. 't onderwijs in de klassieken niet z.g. steunt met (voor 't Ned. denkbeeldige) naamvallen te onderwijzen. Ook klassici zullen kennisnemen van redes en artt. over ‘Ned. en z'n verhouding tot het onderwijs in andere talen’, zoals b.v. Mej. Dr. Hofker

[pagina 21]
[p. 21]

in 1918 voor onze sektie hield, en waaruit overtuigend bleek hoe gemakkelik de leraar-Ned. te vèr gaat in z'n gezindheid tot samenwerken: we worden zo gauw onwerkelik in ons taalonderwijs. Altijd dienen we ons af te vragen (met Brunot): Ce que j'enseigne, est-il réel?

Als vijfde reden gaf spr. op:

hij kan niet over dit onderwerp spreken omdat 't een overwonnen standpunt aan de orde stelt. In ernst daarover te spreken, zou misleidend zijn voor de buitenwacht (w.o. ook nog wel leraren!). Hij zou de indruk vestigen of 't nog een kwestie, een probleem, een brandende kwestie is! Evenmin als we in ernst gaan diskussiëren over:

of warmte een gas is - of de zon om de aarde draait (als in Langendijks ‘Wiskunstenaars’) - of over: is de Vereenvoudigde Sp. als variant van De Vr. en te W. wel rationeler dan de laatste? - evenmin over: hoe 't onderwijs in de eigen taal te geven met 't oog op de (grammatika) van de vreemde (klassieke) talen.

Zijn mening is dat dergelike onderwerpen alleen belang hebben uit histories oogpunt, en dat met een bespreking ervan 't aktuele onderwijs niet gediend is. En hiervoor is 't dat de Sektie bijeenkomt.

Met de beste wensen voor een algemeen, een vriendschappelik en vurig debat, eindigt Spr.

 

* * *

 

Na de inleiding ontstond een levendige en lange discussie, waaraan bijna alle aanwezigen deelnamen. Hoewel het aanvankelik scheen, dat de meningen omtrent het moedertaalonderwijs nogal uiteenliepen, bleek tenslotte toch, dat er geen wetenschappelik, wel paedagogies verschil van opvatting bestond, zodat de vergadering eenstemmig tot de volgende konklusie kwam: Het Moedertaalonderwijs moet zich aanpassen aan de tegenwoordige stand van wetenschap. Het mag terwille van vreemde talen geen onwaarheden verkondigen. De neerlandicus zoeke toenadering tot het onderwijs in andere talen en trachte z'n vreemde-talen-kollega's te steunen bij hun onderwijs, zonder daarbij iets van z'n zelfstandigheid prijs te geven. In welke klas de neerlandicus zal overgaan tot het aanbrengen van wetenschappelik taalinzicht, zal aan ieder kollega persoonlik moeten worden overgelaten.

Naar aanleiding van de gedachtenwisseling stelde de Nederlandse Seksie aan het hoofdbestuur voor om aan alle taalleraren bij het Voorbereidend Hoger, Middelbaar en Kweekschoolonder-

[pagina 22]
[p. 22]

wijs, een schrijven te zenden waarin wordt gewezen op de noodzakelikheid:

1o. om aan alle scholen optewekken tot samenwerking-in-taalonderwijs; dit onderwerp op een schoolvergadering in te leiden en een kort verslag van de bespreking aan het Bestuur te zenden;

en 2o. dat allen lid zijn van onze Vereniging, waardoor men tot een krachtige samenwerking kan komen terwille van leerling, onderwijs en wetenschap.

Op voorstel van Dr. Van de Water zal het hoofdbestuur een schrijven richten aan en gehoor aanvragen bij de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen om hem te verzoeken geen stappen te doen tot het invoeren van een andere spelling, alvorens het advies der onderwijsverenigingen - die allen lid zijn van de Vereniging tot Vereenvoudiging van Onze Spelling - te hebben gehoord. Het hoofdbestuur zal de Minister er op moeten wijzen, dat een verandering, zoals die volgens het Verslag van de Onderwijsbegroting zou worden ingevoerd, de spellingstrijd niet zou opheffen, maar verscherpen, waardoor de spellingverwarring nog groter zou worden, dan ze reeds is, tot groot nadeel van leerling en onderwijs.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken