in 1918 voor onze sektie hield, en waaruit overtuigend bleek hoe gemakkelik de leraar-Ned. te vèr gaat in z'n gezindheid tot samenwerken: we worden zo gauw onwerkelik in ons taalonderwijs. Altijd dienen we ons af te vragen (met Brunot): Ce que j'enseigne, est-il réel?
Als vijfde reden gaf spr. op:
hij kan niet over dit onderwerp spreken omdat 't een overwonnen standpunt aan de orde stelt. In ernst daarover te spreken, zou misleidend zijn voor de buitenwacht (w.o. ook nog wel leraren!). Hij zou de indruk vestigen of 't nog een kwestie, een probleem, een brandende kwestie is! Evenmin als we in ernst gaan diskussiëren over:
of warmte een gas is - of de zon om de aarde draait (als in Langendijks ‘Wiskunstenaars’) - of over: is de Vereenvoudigde Sp. als variant van De Vr. en te W. wel rationeler dan de laatste? - evenmin over: hoe 't onderwijs in de eigen taal te geven met 't oog op de (grammatika) van de vreemde (klassieke) talen.
Zijn mening is dat dergelike onderwerpen alleen belang hebben uit histories oogpunt, en dat met een bespreking ervan 't aktuele onderwijs niet gediend is. En hiervoor is 't dat de Sektie bijeenkomt.
Met de beste wensen voor een algemeen, een vriendschappelik en vurig debat, eindigt Spr.
* * *
Na de inleiding ontstond een levendige en lange discussie, waaraan bijna alle aanwezigen deelnamen. Hoewel het aanvankelik scheen, dat de meningen omtrent het moedertaalonderwijs nogal uiteenliepen, bleek tenslotte toch, dat er geen wetenschappelik, wel paedagogies verschil van opvatting bestond, zodat de vergadering eenstemmig tot de volgende konklusie kwam: Het Moedertaalonderwijs moet zich aanpassen aan de tegenwoordige stand van wetenschap. Het mag terwille van vreemde talen geen onwaarheden verkondigen. De neerlandicus zoeke toenadering tot het onderwijs in andere talen en trachte z'n vreemde-talen-kollega's te steunen bij hun onderwijs, zonder daarbij iets van z'n zelfstandigheid prijs te geven. In welke klas de neerlandicus zal overgaan tot het aanbrengen van wetenschappelik taalinzicht, zal aan ieder kollega persoonlik moeten worden overgelaten.
Naar aanleiding van de gedachtenwisseling stelde de Nederlandse Seksie aan het hoofdbestuur voor om aan alle taalleraren bij het Voorbereidend Hoger, Middelbaar en Kweekschoolonder-