of in een noot of in een apart lijstje, de uitspraak, ja, daar bemoei ik me niet mee. Raad er maar naar.’ Niemand zal immers verwachten, dat een leerling een woord, waarvan hem de betekenis wordt meegedeeld, tòch nog zal opzoeken om de uitspraak gewaar te worden. En we ontkomen niet aan het feit, dat iemand die leest aan elk woordbeeld een woordklank verbindt.
Het is mij zelden overkomen, dat een jongen of meisje het gevaar zag, zoals die keer dat een kind bij het vertellen van een verhaaltje zei: He resolved to speak to the (vikə) or to the (vaikə). Maar vaak heb ik van uitstekende leerlingen in woorden, die zij al lezende hadden opgedaan, fouten gehoord als: Your tie is awry (ɔ:ri), ('paetrəl) voor patrol, an amiable man met de klem op de tweede lettergreep van amiable. Het kàn toch ook niet anders. Een leerling een boekje in handen te geven, waarin wel de kennis van de betekenis, maar niet die van de uitspraak verzorgd wordt, en dan juiste uitspraak te verwachten, is eenvoudig: trachten te maaien waar men niet gezaaid heeft. Ik herinner mij uit mijn laatste les vóór de vakansie in een eenvoudig boekje de woorden dormitory, key, thoroughly, die verklaard werden, waarvan dus verondersteld werd dat ze nieuw voor de jonge lezers waren. Hoe stelt zoo'n bewerker zich voor dat de lezer de juiste uitspraak vindt?
Een enkele maal heb ik gezien dat het schoolmeestersgevoel (in de goede betekenis) sterker was dan de mode. Ik ken een veel gebruikt boekje, The Prisoner of Zenda, van Anthony Hope, bewerk door de Heer Van Rennes, waar één keer een uitspraakaanwijzing gegeven wordt, en wel van het woord genuinely. Natuurlik is het bij dit woord nodig, maar dit geldt evenzeer voor een groot aantal andere woorden in hetzelfde boekje.
Naar mijn mening behoort geannoteerde lektuur zoo bewerkt te zijn dat de leerling ze, ook zonder hulp van de leraar, met profijt gebruiken kan, met profijt ook op het zoo belangrijk gebied van de uitspraak. Tusschen twee haakjes, deze belangrijkheid betwist niemand. Het is daartoe beslist noodzakelik, in gevallen waar men redelikerwijze twijfel kan verwachten, de leerling zekerheid te geven. Het zal de resultaten van ons werk ten goede komen, in de eerste plaats door de positieve kennis die we bijbrengen, maar ook door het telkens weer voorhouden van de waarheid, dat er tusschen spelling en uitspraak niet een vaste verhouding bestaat en dat voor hen, die ernst maken van de studie van het Engels, het telkens weer nagaan van de uitspraak een gebiedende eis is.