eindexamenbesognes, niet aanwezig zijn. Per brief hebben we nog aangedrongen op verplaatsing van den datum. Maar, de voorbereidingen waren al te ver gevorderd, verschillende publicatie's waren al gedrukt enz. Voor de Nederlandsche leeraren in de moderne talen, die 't Congres willen bezoeken, zal 't dus noodig zijn een verlof van drie dagen te vragen. Wij hopen nu maar, dat de bevoegde autoriteiten hun medewerking aan de collega's niet zullen onthouden. Dit congres is een offer waard. Dat onder ons de belangstelling voor algemeene vraagstukken levendig is, kan blijken uit de aandacht, waarmee de voortreffelijke rede van Dr. Behrend op de Jaarvergadering van de A.V.M.O. is aangehoord. Een vergelijking van onze bijzondere methodiek met die van Frankrijk en Duitschland bijv. kan leerrijk zijn. De z.g. directe methode heeft ten onzent nooit veel aanhangers gehad; op 't Congres zal hoogstwaarschijnlijk gelegenheid bestaan overtuigde voorstanders te hooren; en dan voorstanders, die een jarenlange practijk achter den rug hebben, waarin die methode eigenaardige wijzigingen onderging. Men zal moeten toegeven, dat in ons land, om mij tot 't Fransch te beperken, niet veel principieel verschil is te constateeren tusschen de manier, waarop wij, volwassenen, twintig of dertig jaar geleden Fransch hebben geleerd en de methode, die velen van ons nog heden ten dage toepassen. Welk een enorm verschil daarentegen tusschen de methoden van vroeger en nu op 't gebied van het Lager Onderwijs, voor 't leeren lezen en schrijven bijvoorbeeld. De resultaten, die men vroeger in een jaar nauwelijks bereikte, vragen nu niet meer dan een paar maanden! Ligt hierin niet een vingerwijzing voor ons? Artikelen, waarin de kwestie der methode grondig besproken wordt, zijn bij ons betrekkelijk zeldzaam. Voor zoover mij bekend is hier alleen op een enkel Gidsartikel van een onzer bekendste methode-schrijvers te wijzen. Zullen de besprekingen te Parijs niet enkelen onzer collega's de oogen
openen? Het zal ieder duidelijk zijn, dat het belang van het taalonderwijs hierbij in ruime mate is betrokken.
Vraagstukken als leerlingenruil of -correspondentie, die in de laatste congresdagen aan de orde komen, zijn misschien van minder belang, omdat in 't algemeen onze taal in 't buitenland niet wordt geleerd en wij dus weinig te bieden hebben. Toch wordt in de Rijnstreek wel degelijk Nederlandsch geleerd en ook op de Fransche scholen behoort het Nederlandsch tot die talen, die de leerlingen kunnen kiezen. Naar ik meen wordt 't op enkele scholen in de Noordelijke departementen ook gedoceerd. In den heer van Tieghen, eenige jaren geleden onze gast, kunnen we iemand aantreffen, die