Hoe de jeugd in Engeland Fransch leert.
't Bovenstaande is de titel van een artikel in de Figaro van 17 Nov. j.l., dat me, in zeker opzicht, een openbaring was. Over 't algemeen zijn wij er hier te lande vrijwel van overtuigd, dat wij, Nederlanders, heele bollebozen zijn in de moderne talen, en in ieder geval hebben wij die reputatie in 't buitenland. De vraag is maar of die reputatie nog steeds gewettigd is. De oorlog heeft 't practisch nut van 't talen leeren wel zeer sterk doen voelen. De groote uitbreiding van 't onderwijs in de moderne talen in Frankrijk, sedert 1903 is van onberekenbaar nut gebleken bij de samenwerking der Fransche en Engelsche legers. Wat Engeland betreft, wij waren er eigenlijk gezegd min of meer van overtuigd, dat de Engelschman in 't algemeen geen vreemde talen leert, dat hij genoeg had aan zijn eigen taal, en dat in één woord het moderne-talenonderwijs in Engeland eigenlijk nog maar op lagen trap stond, en niet te vergelijken was met 't onze bijvoorbeeld, 't Is mogelijk dat deze toestand nog steeds zoo is, in hoofdzaak; maar 't is óók mogelijk, dat de oorlog daarin een groote verandering heeft gebracht. Ik weet dit niet en zou heel dankbaar zijn, als iemand dit onderwerp eens in dit blad wilde bespreken. Eerlijk gezegd, heb ik al eenigszins opgekeken van de als volkomen oprecht op te vatten mededeeling van Dr. Behrend op 't laatste A.V.M.O.-congres, dat zijn eigen kinderen op de Middelbare School bijv' zóóveel Engelsch leerden, dat zij, uit eigen beweging, deeltjes uit de Tauchnitz-editie kochten en die vlot konden lezen. Maar, om tot 't stukje in de Figaro terug te keeren, de heer Georges Toudouze deelt daarin 't volgende mee. Er bestaat in Parijs een Théâtre classique universitaire agrée près l'Académie de Paris, een ‘service officiel en collaboration entre l'Université et les Beaux-Arts de France’. Dit gezelschap heeft in Maart j.l. een tournée
van acht dagen gemaakt in Engeland om speciaal in Folkestone en in geheel Yorkshire voor verschillende scholen voorstellingen te geven van het klassiek repertoire. Deze poging, met goeden uitslag bekroond, is nu onlangs herhaald. Gedurende veertien dagen heeft dit gezelschap vier en twintig keer gespeeld voor een publiek van leerlingen, niet in schouwburgen, maar in de scholen, in vier en twintig scholen, waarin telkens de jeugd van een bepaald rayon vereenigd was. Men had de leerlingen van tien à twintig scholen eerst in Londen, daarna in Northampton, Bedford, Croydon, Southampton, Maidstone telkens in één dier scholen, die daarvoor zeker de noodige lokaliteit bevatten, vereenigd. Deze voorstellingen werden gegeven onder de schooluren, bij wijze van onderricht.