4.
Een ander woord, dat twee zulke uiteenloopende beteekenissen heeft, is het Nederlandsche viool, waarvoor de Duitschers hebben Violine (Geige) en Veilchen. Het eerste, van het Italiaansche violino, is echter het verkleinwoord van viola en volgens Paul, D.W.2 is Veilchen het diminutief van Veiel, Veil = mhd. vîol, vîel van het Lat. viola. Etymologisch zijn de Duitsche woorden dus identiek en de vraag rest slechts, waarom de Italianen het muziekinstrument eigenlijk naar de bloem hebben genoemd. Vormovereenkomst, evenals bij kuit? Merkwaardig is echter, dat in zijn boek over Verdi (Paul Zsolnay Verlag, 1930) Franz Werfel op bl. 382 de beroemde violen van Amati uit Cremona een paar maal ‘Veilchen’ noemt: ‘Nicola Amati sendet Euch zwei seiner neuesten Veilchen zur Auswahl.’ Staat dit voorbeeld alleen of komt het woord inderdaad in deze beteekenis in het Duitsch meer voor?
G.W. HOORNSTRA.