Levende Talen. Jaargang 1932
(1932)– [tijdschrift] Levende Talen–
[pagina 56]
| |
centraal bureau, waar men de besproken boeken zelf kon inzien. Om daartoe te geraken hebben wij het aanbod van het Nederlands Schoolmuseum (Prinsengracht 151 te Amsterdam), om de boeken, die in ons tijldschrift besproken zijn, daar te plaatsen, dankbaar aanvaard. De besprekingen zelf worden in de boeken geplakt. De Directie van het N.S. heeft geen vergeefs beroep gedaan op de medewerking van onze recensenten, die, altans de meesten van hen, de door hen besproken boeken welwillend aan het Museum afstaan. De Directie verzoekt ons mee te delen, dat zij dit biezonder op prijs stelt en hoopt op voortdurende toezending te mogen rekenen. Het laatste onderschrijft ondergetekende. Hij ziet volkomen in dat het een opoffering voor de recensenten betekent en tevens enige moeite. Maar zij mogen bedenken, dat zij er een uitstekend werk mee verrichten. Het N.S. draagt goede zorg voor de verzameling, die, als zij groeit en, naar wij hopen, binnenkort een algemener karakter krijgt, van veel belang voor de docenten kan worden. Een leraar moet zijn schoolbibliotheek aanvullen, beschikt daartoe over een behoorlike som geld (het klinkt in deze tijden wat Cocagne-achtig), maar over minder kennis van geschikte boeken. Hij wandelt, of reist, naar de Prinsengracht te Amsterdam, vindt daar een keur van boeken voor de opgroeiende jeugd, en in die boeken de beoordeling van de bibliotheekcommissie van onze Vereniging! Of wacht - hij hoeft niet eens naar Amsterdam te reizen. Tegen vergoeding van portikosten krijgt men de boeken, die men doorzien wil, toegezonden. Ga eens kijken, collega. Ook overigens is het Schoolmuseum een bezoek waard en de Directeur zal u een even vriendelike ontvangst bereiden als hij het deed aan
W. VAN DEN ENT, Secr. |
|