| |
Duitsche schoollectuur.
Wolf Durian, Kai aus der Kiste. Franz Schneider Verlag, Leipzig. M. 2.-.
Kai is een handige bengel, die een ‘gediplomeerden reclameagent’ weet te verslaan en het zoo tot ‘reclamekoning’ van een Amerikaanschen cigarettenfabrikant brengt. Een verheffende strekking moet men er niet in zoeken, maar het is een amusant, rijkelijk geïllustreerd boekje, dat de jongeren wel graag zullen lezen.
| |
W.K. von Nohara, Theo boxt sich durch. Franz Schneider Verlag, Leipzig. M. 2.50.
Ook hier een loopbaan met een einddoel, waarvoor de meesten van ons wel weinig enthousiast zullen wezen: beroepsbokser, misschien zelfs wereldkampioen. De ouderwetsche papa van den held wordt bekeerd en spreekt ten slotte met veneratie over ‘de edele kunst’. Overigens aardig uitgegeven, vlot verteld. Ook het aandoenlijke ontbreekt niet, wat in dit geval misschien het effect zal hebben, een te uitbundige vreugde over alle kin- en maagstooten wat te temperen.
W. JONGEJAN.
| |
Helene Horlyk, Inge muss in die Welt. Franz Schneider Verlag, Leipzig. M. 3.40.
Een oorspronkelijk Deensch boek over de ‘lotgevallen van een jong meisje onder de inboorlingen van de Soenda-eilanden’.
De Deensche schrijfster heeft niet bepaald een juiste voorstelling van ons Indië en de ophooping van de avonturen, die Inge in een paar jaar beleeft, maken het tot een onmogelijk boek. Eenige voorbeelden. Bij een cycloon vergaat de groote mailboot, waarop ze naar Indië vaart en ze wordt op de kust van een koraaleiland in de Ind. Oceaan geworpen en komt terecht
| |
| |
bij menscheneters, die haar sparen, maar dan toch later een andere gevangene dooden om hem te kunnen opeten. Nu vlucht Inge als meisje van 15 jaar in een soort roeibootje, drijft eenige dagen en nachten op de Oceaan rond, klimt 's nachts tegen een ketting van een Ned. mailboot op, die naar Borneo vaart en komt nu onder de hoede van een Amerikaanschen Professor, die naar Borneo gaat om allerlei onderzoekingen te doen en dan Inge later mee zal nemen naar haar Oom op Sumatra. Inge heeft bij de menscheneters goed leeren schieten en redt het leven van de Professors vrouw door een reusachtige koningstijger met twee pijlen te dooden enz.
Niet aan te bevelen.
| |
Neuer deutscher Märchenschatz. Verlag August Scherl, Berlin. M. 9.-.
Een verzameling van 30 sprookjes, die ontstaan zijn als gevolg van een ‘Märchenwettbewerb’ in de ‘Woche’, en waarbij deze 30 een prijs kregen. Onder de schrijvers zijn eenige bekende namen als Heinr. Federer en Anna Schieber, terwijl de inleiding, ook in de vorm van een sprookje, gegeven is door Heinrich Seidel. De taal is over 't geheel eenvoudig en de inhoud aardig voor kinderen, die van sprookjes houden, zoodat het wel aan te bevelen is voor de eerste klas, ook al zijn de illustraties, vooral de groote gekleurde platen, bijna zonder uitzondering heel leelijk.
| |
Goethe und Goethestätten. Orell Füssli Verlag, Zürich. M. 2.40.
Naast een zeer kleine inleiding bevat het alleen portretten en afbeeldingen, die betrekking hebben op het leven van Goethe. Zeer aan te bevelen voor de bibliotheek.
M.A.C. LEURINK.
| |
Tami Oelfken, Peter kann zaubern. Union Deutsche Verlagsgesellschaft. 90 S.M. 2.50.
Een zwerftocht door een Berlijnsche speelgoedwinkel van een paar kinderen, die door het tooverstafje van een geheimzinnigen Amerikaan op ⅒ van hun grootte gereduceerd zijn. Het bezwaar, dat de inhoud mij het meest geschikt lijkt voor een leeftijd van 8-10 wordt eenigszins opgeheven door den aardigen, niet kinderachtigen verteltrant en het goede moderne idioom. Aardig geïllustreerd, groote druk.
Voor kinderlijke 1e klassers wel aan te bevelen.
| |
Nordland-Helden. Ein Sagenbuch von Hermann Eicken mit zehn Originalholzschnitten von Hanns Zethmeyer. Teubner. M. 5.40.
‘Der Niblunge Hort’ volgens de oud-Noorsche versie, Gudrun, eenige Edda-liederen, Beowulf, in een prosa, waarvan een korte, levendige periodenbouw gelukkig te noemen is; de overmaat van pathos, die dergelijke ‘Nachdichtungen’ ongenietbaar pleegt te maken, ontbreekt hier. Maar het boek lijdt m.i. toch aan het al te opzettelijke van het streven, in de uitbeelding van heldenmoed, strijdlust, trouw, wraakzucht, bloeddorst de grootheid van de oude poëzie te benaderen - wat zeker daar mislukt, waar de schrijver inplaats van uitbeelding eigen interpretatie van deze
| |
| |
gevoelens geeft. Mij persoonlijk lijkt het werk niet geschikt voor onze jeugd. Maar het komt mij zeer wel mogelijk voor, dat verschillende collega's terwille van de stof, en van de eerstgenoemde goede eigenschappen hun leerlingen toch tot de lectuur zouden opwekken; ik zou hun willen aanraden, door opvraging in het schoolmuseum er kennis mee te maken.
Uitgave, papier en druk zijn zeer goed; de houtsneden, op een enkele na, grof en onsmakelijk.
C.M. VRIJDAG.
|
|