betreft eenvoudigheid van grammatika en zijn kosmopolieties vocabulair.
De legende van de eenvoudigheid van de Engelse grammatika, zo algemeen verbreid onder mensen die maar een oppervlakkige kennis van het Engels en van taal in 't algemeen hebben, doet vreemd aan uit de mond van een deskundige als Zachrisson.
Hèt grote struikelblok dat de verspreiding en het algemeen gebruik van het Engels in de weg staat is volgens de schrijver de tegenwoordige spelling, eerder een middel om de juiste uitspraak te verbergen, dan om ze te suggereren.
Nu zal er wel niemand zijn met enige kennis van zaken die de huidige spelling van het Engels in bescherming zou willen nemen, of die zou willen beweren dat een herziening er van niet zeer urgent is. Maar Zachrisson kent een te grote invloed toe aan spellingvereenvoudiging. Men kan toch moeilik met hem geloven dat er na spellinghervorming geen Cockney meer gesproken zou worden, en dat ‘our working men and women would insensibly learn to speak as good English as those who have been educated at our great public schools and universities’. (Met instemming door Zachrisson aangehaald van Sir George Hunter). Zooals dikwijls gebeurt, worden hier de zaken omgedraaid: een lezer heèft immers een eigen uitspraak, die met het schriftbeeld geassocieerd is en er door wordt opgeroepen in het bewustzijn. Kulturele invloeden kunnen oorzaak zijn dat iemand een lokaal getinte of een aan een bepaalde maatschappelike klasse eigen uitspraak verandert, maar de spelling kan dit niet.
Evenmin zal een herziening van de spelling het Engels tot internationale taal vermogen te maken, of de tegenwoordige spelling dit te beletten. Ook hier zijn het kulturele factoren die de doorslag geven.
De schrijver heeft zich hier te zeer door zijn onderwerp laten meeslepen.
Hierna, in het tweede deel van het artiekel, geeft de schrijver een korte schets van de pogingen van spellinghervormers uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw, en komt dan tot het werk van mannen als Pitman, Ellis, enz., de oprichting in de negentiende en twintigste eeuw in Engeland en Amerika van verenigingen die zich met het vraagstuk bezig houden, om tenslotte uitvoerig stil te staan bij zijn eigen aandeel in het ontstaan