Aan de discussie wordt door verschillende aanwezigen deelgenomen. De heer v. Bellen vindt de ingredienten, die de spreker heeft opgediend uitnemend, maar z.i. ontbreekt het zout, dat de spijs smakelik moet maken, n.l. de kulturele waarde der vertaling. De H.H. van Andel, inspekteur en Stals breken ook een lans voor de algemene vorming en het goed gebruik der moedertaal, dat door vertalen bevorderd kan worden.
Inleider meent hiertegen te moeten opmerken, dat deze heren spreken over de waarde en het nut van vertalen, terwijl slechts aan de orde is de beoordeling van de eindeksamenvertaling, zodat hun opmerkingen eigenlik niet ter zake dienende zijn. De heer Murris vindt het gevaarlijk de algemene indruk, die de geleverde vertaling maakt, te laten meewegen bij de beoordeling, terwijl mevrouw Sirks het Nederlands van de vertaling zou willen laten beoordelen door de leraar in het Nederlands, die daarmee dan rekening zou moeten houden bij het bepalen van zijn eigen sijfer.
Ten slotte is de vergadering vrijwel eenstemming van mening
1o. | dat ernstig gestreefd moet worden naar positieve correctiegronden, waarbij niet alleen op het aantal foutieve woorden en uitdrukkingen gelet wordt; |
2o. | dat toch het begrip van de tekst van meer belang is dan het leveren van ‘goed Nederlands’. |
In de pauze, die nu volgt, wordt voorzien in de vakature van Voorzitter, ontstaan door de benoeming van de heer de Liefde tot Sekretaris-redakteur. Gekozen wordt de heer J. Mettrop te Den Haag.
Vervolgens geeft de Voorz. het woord aan de heer Birnie die zal spreken over: Het Frans volgens de Daltonmethode. Spreker begint met te verwijzen naar een artiekel van de heer Schilperoort in Ped. Stud. van 10 Des. 1933, waarin eigenlik alles uitvoerig te vinden is, wat hij hier gaat zeggen. Dit mag een reden zijn het verslag te bekorten en alleen de hoofdzaken aan te stippen.
Hoewel spreker mededelingen doet uit de praktijk, moet gezegd worden dat alle vaste grond nog ontbreekt en alles dus zeer voorloopig is. De methode is vooral gericht op zelfwerkzaamheid en zelfcontrôle der leerlingen, ofschoon de laatste erg moeilik is. De dankbaarste leerlingen zijn die van de eerste klasse. Naar boven wordt de belangstelling allengs minder.