in dit nummer vindt opgenomen. Na het applaus stelt de voorzitter vast dat de spreekster wel een zeer gelukkige uiteenzetting heeft gegeven van alle overwegingen die bij bedoelde beoordeling kunnen gelden. Een dergelike methodiese bespreking is wel uiterst nuttig, al zijn we dan nog niet toe aan de theoretiese methodologie. De discussie kan ordeliker geschieden aan de hand van de volgende punten:
1. | De vertaling moet tonen dat de leerling voldoende onderlegd is voor het volgen van hoger onderwijs. |
2. | De vertaling geeft bijna uitsluitend de doorslag voor het eindoordeel over de kennis van de leerling. |
3. | Hoe moet de vertaling beoordeeld worden? - waarbij men kan denken aan:
a. | het hanteren van de moedertaal; |
b. | het inzicht in de structuur van het Engels; |
c. | woorden die men bekend mag achten en andere die misschien toevallig gekend worden; |
d. | alles wat fout is moet worden gerekend. |
|
De heer van Doorn heeft met instemming naar de inleidster geluisterd en wil alleen iets toevoegen aan wat zij over de stijl heeft gezegd. Een Engelse alinea vormt één geheel, de schakel komt aan het eind van elke zin. Wie dit niet weergeeft zal hij dit niet aanrekenen, maar wie dit goed doet krijgt opcenten. - De Heer Habbema zal, met bizondere schroom na wat spreekster en de Heren Kruisinga en van Doorn hebben gezegd, moeten afdalen naar een lager niveau. Als ideaal is de stijlweergave zeer schoon, maar hij geeft die cadeau. In de normvergadering te Amsterdam, waar nooit een docent heeft ontbroken, rekent men: syntactiese fouten fout; blijken van onvoldoende woordenkennis eveneens fout, terwijl heel veel andere fouten door slangetjes met de mantel der liefde worden bedekt. Hij acht in 't algemeen de eisen van het beheersen van het Nederlands véél te zwaar. Eerlikheid gebiedt hem te zeggen dat de praktijk vaak zo anders is dan wat op een vergadering wordt gezegd. - De Heer de Chavonnes Vrugt meent, al heeft hij zelf nog geen ervaring, te moeten meedelen wat de Heer van Noord over deze kwestie denkt. Deze gaat uit van hetgeen goed is, dus gaat na of de kandidaat het stuk in 't algemeen heeft begrepen. Want zó toch moeten boeken in de vreemde taal worden gelezen. - De Heer Bunt brengt de vraag ter sprake of voor de vertaling op H.B.S.