Naklanken van het spellingdebat.
In het nummer van The Schoolmaster van 9 Augustus heeft de Engelse korrespondent A. Lucas een artikeltje geschreven over de Nederlandse spellingkwestie. Hij deelt mee dat hij op advies van het Ministerie van Onderwijs o.a. inlichtingen heeft ingewonnen bij mij. Het Vaderland (Avondblad van 14 Aug.) heeft van dit artikel een uitttreksel meegedeeld, waarin betreurd werd dat de schrijver niet het oordeel over zijn artikel had gevraagd aan ‘een ter zake kundige’, en bestrijdt het artikel, voornamelik door middel van uitroeptekens. In hetzelfde blad (Avondblad van 15 Aug.) heb ik de voorstelling van zaken die de heer Lucas heeft gegeven, verdedigd; de redaktie heeft mijn stuk, in overeenstemming met z'n liberale praktijk, onveranderd geplaatst, en in een onderschrift eerst een misverstand mijnerzijds rechtgezet, en sommige van mijn verklaringen geaksepteerd. De redaktie verklaart echter ook: ‘Als de spelling van de Vries en te Winkel eeuwenoud is, kan men ook de spelling Marchant een eerbiedwaardigen leeftijd toeschrijven, zelfs de spelling Kollewijn.’ Uit mijn artikel over het boek van Spruyt (toen reeds geschreven) kan de redaktie leren dat de schrijver van het onderschrift zich door gebrek aan vakkennis hier vergiste.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant (Ochtendblad van 14 Aug.) had vrijwel hetzelfde kommuniquee als het Vaderland; de redakteur, de jurist van der Hoeven, achtte het echter oirbaar er een hatelikheid over ‘verwoede’ voorstanders van de spelling Kollewijn aan toe te voegen. Voor wie met de praktijken van de heer van der Hoeven bekend is, hoeft het nauweliks vermeld te worden dat deze liberale journalist het niet nodig heeft geoordeeld van mijn verdediging notitie te nemen, altans voorzover ik heb kunnen nagaan. Het is geheel in overeenstemming met de overige Nieuwe Rotterdamse manieren; zoals ingewijden weten, worden niet alleen de bijdragen van de schrijvers in loondienst van de heer van der Hoeven in zijn kunsttaaltje overgebracht, maar ook ingezonden stukken, voorzover geplaatst. Op die wijze worden de lezers van het blad systematies in de waan gebracht dat slechts enkele ‘drijvers’ de nieuwe spelling gebruiken. Zulke lezers begrijpen natuurlik in het geheel niet hoe een verstandig man als Minister Marchant er toe kon komen die