Waarom zijn wij lid van onze vereniging?
Een gedachtenwisseling op de laatste vergadering van het Hoofdbestuur bracht mij tot bovenstaande vraag, waarop, zult U zeggen, het antwoord voor de hand ligt: wij verlangen kennis te maken met onze vakgenoten, de mening van anderen te horen over onderwerpen, waarin wij belang stellen, wij willen op de hoogte blijven van hetgeen er in ons vak wordt uitgegeven. Voor de vervulling van deze wensen zorgt de Vereniging zo goed mogelijk: wij hebben een Jaarlijkse Vergadering, ons tijdschrift biedt menig lezenswaardig artikel op velerlei gebied en geeft overvloed van recensies. En toch heb ik altijd het gevoel, dat onze Vereniging nog iets anders zou kunnen geven aan haar leden.
Ik zou tussen de leden onderling een nauwer contact, een grotere samenwerking wensen.
Een collega b.v. leest een mooi boek, hij legt de hand op een studieboek, dat anderen van nut zou kunnen zijn, maar hij geeft zich de moeite niet de titel aan den voorzitter van zijn sectie mee te delen. Een ander denkt iets nieuws uit, heeft een idee, maar hij vindt het te lastig dat in een artikel uit te werken.
Wij allen weten, hoe moeilijk het is voor jongens en meisjes, van 14-18 jaar nieuwe leesboeken te vinden! Er bestaat nu eenmaal in Frankrijk geen lectuur voor de jeugd en wij moeten dus uit de boeken voor grote mensen het boek zoeken, dat voor onze scholieren geschikt is! Toch vindt men zo nu en dan zulk een parel!
Wie zoekt niet wel eens een goed adres voor een meisje of jongen, die graag wat Frans zou willen leren spreken?
Wij weten allen, hoe moeilijk dan vertrouwde adressen te vinden zijn!
Zo zijn er nog tal van andere dingen, die de enkeling weet en die, als zij in ons tijdschrift vermeld werden, voor anderen van groot nut zouden kunnen zijn.
Mijns inziens zouden naast het wetenschappelijke, dat door de Vereniging goed verzorgd wordt, dingen van practisch nut meer tot hun recht kunnen komen.
Wij zouden daarom in een volgend nummer van ons tijdschrift een nieuwe rubriek willen beginnen met als titel: ‘Mededelingen, vragen en antwoorden’.