Engelse schoollectuur.
Loyalties. By John Galsworthy. Annotated by Dr. J. Bouten. (Stories and Sketches, no. 44). Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink. ƒ 1.-.
Over de geschiktheid van Galsworthy's Loyalties voor schoollektuur zullen de meningen vermoedelik uiteenlopen. Sommige docenten zullen van oordeel zijn dat het lezen in de klas van een stuk waarin rassenhaat, zij het ook niet in de virulente vorm die wij tans beleven, een belangrijke rol speelt, onder de tegenwoordige omstandigheden geen aanbeveling verdient. Anderen, minder schroomvallig, zullen het, juist om het aktuele onderwerp en de wijze waarop de auteur dit behandelt, biezonder aantrekkelik vinden; van de belangstelling der leerlingen kunnen zij waarschijnlik bij voorbaat verzekerd zijn. De beslissing in dezen kan men gevoegelik aan ieders persoonlik inzicht overlaten.
Of men het stuk echter, met het oog op de aktualiteit van het gegeven, als schoollektuur aanvaardt of verwerpt, men kan, dunkt mij, die aktualiteit niet negéren. Een van mijn bezwaren tegen de editie die ons door Dr. Bouten wordt aangeboden, is dat hij dit wèl doet. Zijn Inleiding bevat wel enige gemeenplaatsen over Rousseau en ‘the art of fine thinking’ - de aanhalingstekens zijn van de bewerker - maar zelfs geen zinspeling op de angstwekkende proportie's die het probleem van Loyalties, sedert Galsworthy het behandelde, in Europa heeft aangenomen. Men stelle zich voor dat iemand in de jaren 1914-1918 een schooluitgave van Shaw's Arms and the Man het licht had doen zien, met een inleidende beschouwing over de rampen van de oorlog, maar geen woord over het feit dat er vlak over onze grenzen een oorlog in volle gang was! Welk nut een dergelijke negéring van de werkelikheid heeft, wanneer men een stuk als dit eenmaal heeft gekozen, vermag ik niet in te zien.
Een tweede bezwaar tegen de genoemde Inleiding is dat m.i. de bewerker een verkeerde voorstelling geeft van de bedoelingen van zijn auteur. Volgens Dr. Bouten komt de zaak hierop neer dat ‘a little more common sense would have prevented a great deal of suffering’; - ‘a truly harrowing development which might have been avoided (kursivering van de bewerker) had people been less inclined to give way to their prejudices.’ Het bekende motief van ‘Och, waren alle mensen wijs!’ Doch is dit Galsworthy's opvatting? Ik betwijfel het sterk. Wat m.i. dit en andere stukken van deze schrijver (b.v. Strife) zo lezenswaard maakt, is juist de onvermijdelikheid waarmee de verschillende personen, gegeven hun aard en milieu, op een konflikt aanstevenen; en daarnaast de objektiviteit waarmee de auteur zijn karakters tekent. Ik geloof niet, dat, had Galsworthy, à la Shaw, een inleiding bij zijn werk geschreven, hij zich zou hebben uitgelaten over de ‘silly pastimes’ van Winsor en zijn vrienden, op de wijze zoals Dr. Bouten dat doet. ‘Their loyalties,’ zegt deze verder, ‘show them prejudiced.’ Blijkbaar is hij blind voor de goede zijden van die ‘loyalties’ - de vriendentrouw, het absolute geloof van het jonge vrouwtje aan de onschuld van haar man, de eerbied van de advokaat voor de tradities van zijn beroep (‘There's duty to our profession. Ours is a fine calling. On the good faith of solicitors a very great deal hangs’). ‘Their distorted notions at the most casual scrutiny reveal an astonishing hollowness.’ Als er iets hol is, dan is het de rhetoriek van deze zin.
Voor mijn gevoel gaat deze Inleiding volkomen langs het drama heen.