| |
Franse schoollectuur.
Ernest Pérochon, Marie-Rose Méchain. Paris, Plon, 9e mille, 1931, frs. 15.
Het is al weer jaren geleden, dat de eenvoudige schoolmeester uit Vouillé (Deux-Sèvres) de Goncourt-prijs verwierf voor zijn roman Nêne. Niemand had het in een provinciestadje van Poitou uitgegeven boek gelezen en er was in Parijs nauwelijks éen enkel exemplaar te verkrijgen.
Deze schrijver, niet gelanceerd door een uitgever beschikkend over grote reclamefondsen, niet bewierookt door een adorerende ‘Chapelle’ is niet verblind geworden door zijn roem, maar heeft rustig zijn schoolmeesterschrijverscarrière vervolgd.
Het is geen toevalligheid dat we hier Nêne noemden. In Marie-Rose Méchain dezelfde ‘expérience de la tristesse’. Eerst de korte schildering van de opgang van de familie Méchain: papa, ‘Maire républicain’ gekozen tot lid der Provinciale Staten (mooi is de ironische beschrijving van al de trucs van een Franse verkiezingsmanoeuvre), mama en oudste dochter in bezit van de lang begeerde auto. Marie-Rose telt niet, is nog een lief, naïef kind. Dan de ondergang: de vader niet opgewassen tegen zijn zware taak in de oorlog, hoe Marie-Rose ook helpt, de zoon ‘disparu au champ d'honneur’, Hélène ten onder gaand in ‘ce grand égout qu'on appelle Paris’, het fortuin eertijds in veilige ‘russen’ belegd tot niets gerealiseerd.
| |
| |
Heldhaftige strijd van Marie-Rose tegen het lot: in een jeugd-idylle heel lang de kracht vindend om de belofte aan haar broer gedaan - Marie-Rose je compte sur toi - te vervullen. Maar de ‘roseau vert’ van Verhaeren's ‘Passeur d'eau’ vermag ze niet tussen de tanden geklemd te houden. Nadat de droom van haar jeugdliefde wreed is verscheurd, dreigt ook zij ten onder te gaan: de keuze tussen een huwelijk met een idioot (moeder en grootmoeder bidden voor deze redding van de familieëer) of lang begeerde buit te worden van een jongmens zonder scrupules, ‘arrivé’ dank zij de O.W. en de inflatie na de oorlog. Hoe ze tenslotte voor deze keus bewaard blijft, doet hier niets ter zake.
Een mooi boek, maar ... niet voor de jeugd.
R. WIARDA.
| |
Gaston Chérau, L'Enlèvement de la Princesse. Paris, Hachette. Bibl. bleue. s.d. [1934], frs. 9.
Gaston Chérau, indertijd ‘parrain de Pérochon’. We waren blij verrast met dit frisse, vrolijke jongensboek van den schrijver van het weemoedige Maison de Patrice Perrier, het trieste Champi-Tortu en het fel-realistische Flambeau des Riffault.
De historie speelt zich af in de Vendée. Maar al vult de guerilla tussen de Chouans en de Republikeinse soldaten een groot gedeelte van het boek, we zijn toch niet meer in de meest kritieke dagen van de Franse Revolutie, We zijn in 193... op het kasteel van de graaf De Guézé midden in de opname van een historische film over de gebeurtenissen van 1794, Alleraardigst is beschreven hoe een romantische, maanzieke oude tante, braaf geholpen door de streken van neef en nichtje de mise-en-scène van de ‘super-talky’ in de war stuurt. Tenzeerste aanbevolen voor de derde en vierde klas. De uitvoering van het boek is ook uitstekend. De mededeling op de titelpagina: ‘illustrations de A. Pécoud’ is enigszins misleidend. Ik vond twee en een half plaatje, nog lelijk ook!
R. WIARDA.
| |
Une ombre sur l'amour, par Daniel Poiré, Paris. Librairie Plon. 255 blz. 12 fr.
Een roman, die de leerlingen van onze hoogste klassen van het begin tot het eind zal boeien, niet alleen door de vele intrigues, die ten slotte tot een gelukkige ontknooping leiden, maar vooral ook door het ongewone milieu, waarin de geschiedenis speelt: het oude kasteel van Loches. Marie-Anne Rimbourg, de dochter van den bewaker van het kasteel, houdt van het oude monument, dat ze bewoont, en in haar verbeelding is het vol geheimzinnige legenden. Ze droomt steeds van den ridder, die haar eens zijn liefde zal verklaren op het terras van den ouden toren, waar zij zoo gaarne zit te mijmeren. De verwachte ridder komt in den persoon van René Charnace, leeraar in geschiedenis, die het oude bouwwerk komt bestudeeren, en zich dadelijk voelt aangetrokken tot Marie-Anne. Weldra zijn ze verbonden door een innige liefde. Marie-Anne heeft evenwel, zonder iemands medeweten, een der ‘cachots’ van het kasteel verhuurd aan een individu, dat beweert, filmopnemer te zijn, maar inderdaad een berucht inbreker is, die zich voor de politie wil verbergen. René ontdekt dat, en wil aangifte doen bij de politie, wat Marie-Anne hem smeekt, niet te doen, want zij heeft haar woord gegeven aan den vrijwilligen gevangene. Wat zal
| |
| |
René doen? Zal de liefde voor Marie-Anne triompheeren! De auteur brengt een onverwachte, maar gelukkige oplossing, doordat de gevangene uit eigen beweging zijn kerker verlaat.
H. PANNEKOEK.
| |
Le Capitaine Pamphile par Alexandre Dumas, adaptation Gisèle Vallerey. Fernand Nathan, Paris, 1933; ill. en coul., rel. 12. fr. 50.
Dit uiterlijk welverzorgde boek geeft, verkort en versneld, de avonturen en wandaden van een kaperkapitein. Een prachtscenario voor een boevenfilm, waarin alle onnoozele halzen en fatsoenlijke menschen het leelijk laten zitten; als schoollectuur intusschen ongeschikt.
J. DE SMIDT.
| |
Maurice Caudel: Pour les étudiants étrangers en France. - Notes-Conseils-Lectures. - Nouv. éd. 13 fr. 50. Plon, 1934.
De schrijver, professeur à l'Ecole des Sciences politiques, heeft dit boek geschreven om de jonge buitenlanders, die in Frankrijk komen studeeren om er hun Universitaire diploma's of titels te verwerven, algemeen te oriënteeren. Die ‘étudiants étrangers’ zijn dus voornamelijk studenten uit het nabije en verre Oosten, uit de Fransche koloniën en protectoraten. Onze Hollandsche studenten hebben gewoonlijk reeds eenige jaren Universitaire studie achter den rug als zij - meestal voor enkele maanden - in Frankrijk gaan studeeren. Vele der goede raadgevingen, die het boek bevat zijn daarom voor hen van geen belang.
Toch beveel ik hun, en ook studeerenden voor A en B, sterk aan dit werk te lezen: het verstrekt talrijke waardevolle gegevens, het geeft hun inzicht in methode van werken en, noodzakelijke voorwaarde voor vruchtbare waarneming en juiste oordeelvelling, zij zullen het algemeen karakter van het Fransche volk en de Fransche geest beter leeren kennen.
Het werk bestaat uit twee gedeelten. Het eerste: La France et les Français geeft korte studies over land, geschiedenis, instellingen, samenleving, Fransche geest, karakter v.h. Fr. volk. Het 2e gedeelte bevat praktische aanwijzingen. Na elk hoofdstuk volgt, ten dienste van hen, die het behandelde onderwerp nader willen bestudeeren, een beknopte literatuuropgave.
S. ELTE.
| |
François Rabelais: Gargantua, adaptation Gisèle Vallerey. Ill. en coul., rel. 12. fr. 50; éd. Fernand Nathan, Paris, 1933. -
Gargantua, een der meesterwerken van de ‘joyeux curé de Meudon’, dat sedert 1514 zoovele lezers heeft doen schaterlachen, is thans in een editie ad usum Delphini verschenen. De bewerker heeft veel passage's, die ongeschikt zijn voor de jeugd, moeten schrappen; door deze besnoeiingen komt de typische Rabelais niet steeds tot zijn recht. Hij heeft ook de taal moeten vereenvoudigen en verjongen; daardoor is zij vlakker geworden. Toch heeft het verhaal hier en daar zijn saveur en grootendeels zijn levendigheid behouden. Daar het ook in een les wel eens: Mieulx est de ris que de larmes escripre, zou ik het boek gaarne onvoorwaardelijk aanbevelen. Het hoofdstuk over Frère Jean en de Abbaye de Thélème maakt het echter bezwaarlijk deze bewerking in handen van onze leerlingen te
| |
| |
geven. Een plaatsje in 't leslokaal verdient deze met geestige plaatjes verluchte adaptatie wel: eenige hoofdstukken zijn uitstekend geschikt om voorgelezen te worden en - ik heb de proef genomen - de leerlingen luisteren er vol belangstelling naar.
S. ELTE.
| |
Marion Gilbert, La poursuite méridienne. Librairie Plon.
Danné Martial, een jong meisje van 25 jaar, blijft na de dood van haar vader, die geneesheer was te Bec en Caux, geheel alleen achter. Daar niets haar in Normandië weerhoudt, besluit zij haar bloedverwanten die haar onbekend zijn, en die allen over de lengte van dezelfde meridiaan verspreid zijn, te gaan opzoeken. Het doel van haar reizen en trekken is iets naders omtrent het leven van haar vader te vernemen, vooral uit de tijd van zijn eerste huwelijk, waarvan zij eigenlijk niets weet. Wij zien haar in Londen-Parijs-Nice-Rome en tenslotte in de Kaap. In die steden maakt zij achtereenvolgens kennis met haar stiefbroer Percy, van wiens bestaan zij niets vermoedde, een tante van haar vader en haar dochter, de broer van haar vader, haar nichtje Gladys plus echtgenoot, en haar zwager Harry Judge. Ieder van deze personen speelt een min of meer grote rol in haar leven, vooral Harry Judge, de echtgenoot van haar vroeg gestorven zuster Mary, die na de dood van zijn vrouw zendeling is geworden in Afrika. Hij vraagt Danné ten huwelijk, en hoewel hij een onvergetelijke indruk op haar maakt, weigert zij met hem te trouwen, daar zij hem te oud vindt en zij zich niet geschikt voelt de vrouw van een zendeling te worden. Beiden keren naar Frankrijk terug. Harry Judge komt haar in Normandië opzoeken en herhaalt zijn vraag. Zij stemt er tenslotte in toe zijn vrouw te worden en vertrekt met hem naar Afrika.
Een boek dat door de oudere leerlingen, vooral door meisjes, gaarne zal worden gelezen. Ik kan het echter niet als klasselectuur aanbevelen daar er te veel moeilijke situaties en verhoudingen in voorkomen.
J.C. SCHILPEROORT.
|
|