Een 12 à 15 mensen van de 40 kwamen ons aanduiden dat ze in de klas Duitse letters gebruiken. Even stond ik er van te kijken. Het heeft misschien enige zin eens met 'n enkel woord pro of contra in te leiden. Maar ik zeg vooruit dat de inleiding op contra 't hoofdgewicht zal leggen.
Ik zit hier naast drie jongens, 3e klas H.B.S., 3e klas L.E. en 4e H.B.S.
Ze hebben mij, helaas, niet voor Duits. Ik zeg helaas, omdat zij de duizenden helpen vormen, die mij niet voor Duits hebben. Sapienti sat.
Tot nu toe hebben zij van 5 verschillende docenten Duits geleerd; maar van deze gaf, blijkens hun informaties, niemand Duitse letters. Ook ik geef ze niet.
Maar ik ken ze wel. Ik heb ze in mijn kinderjaren geleerd op de kostschool van Van Rij in Terborg. Daarna op 't Gymnasium in Doetinchem. Toen kwam Groningen. Noch Symons, noch Pol, noch Scholte schreven Duitse letters. In 1910 studeerde ik te Leipzig.
Sievers schreef Latijnse letters, Albert Köster Duitse.
Met intelligentie heeft 't niet te maken. Dat kan men uit de hierboven genoemde namen zien. Noch Sievers, noch Köster waren onnozel.
Meer heeft 't te maken met levenshouding. Misschien met sleur, met traditie. Wij allen hebben onze broodwinning gemaakt (stem achter uit de Wemogelederen: Wie spreekt daar van broodwinning?), van taalstudie en taalonderwijs, wij weten er allemaal zo een en ander van.
Wij weten allemaal dat we 't Sanskrit gelatiniseerd hebben, 't Gotisch, en nog misschien deze en gene onder de talen.
Wanneer de klank primair is, en de klank is primair, dan ziet men waarachtig niet goed in, waarom men zich de ballast van het vreemde letterteken nog zou opladen.
Ik zie niet waarom men niet een vers Homerus aldus kan voorstellen:
Andra moi ennepe mousa polytropon hos mala polla, enz. of een regel Hebreeuws:
bereschith barah elohim éth haschomaim weéth haarets.
De tijdgenoten van Odysseus zullen 't ons niet kwalijk nemen als we er toe over gaan en een groot deel Joden ook niet.
Maar wij zouden van de Duitse letters spreken. Men weet dat